Een veilige haventoegang verzekeren en het voorzien van basisinfrastructuur waaronder de ontwikkeling van zero- en lage emissie oplossingen worden binnen deze prioriteit nagestreefd. Daarnaast wordt ingezet op walstroomvoorzieningen, havenontvangstfaciliteiten voor afval en infrastructuur voor verbindingen om de spoor-en wegtoegang te voorzien of verbeteren.
Infrastructuur voor cruiseschepen komt niet in aanmerking, behalve als het walstroom betreft. Voor bredere hinterlandverbindingen wordt verwezen naar de prioriteiten verbonden aan de specifieke transportmodus.
Voor het verbeteren van de verbindingen voor zeevervoer over kortere afstanden (short sea shipping) blijft Motorways of the Seas een aparte prioriteit.
Daarvoor wordt enerzijds gekeken naar de haveninfrastructuur zelf maar kan anderzijds ook breder worden ingezet op de systemen die daarachter zitten, zoals ICT-platformen, opleiding van mensen,…
Qua uitvoering van de projecten moeten wel minstens 1 haven op het TEN-T kernnetwerk in 1 bepaalde lidstaat en 1 haven op het kern- of uitgebreide netwerk in een andere lidstaat betrokken zijn. Voorts worden vaartuigen niet gefinancierd onder deze prioriteit tenzij het gaat om activiteiten in het kader van ijsbreken.
De upgrade of aanleg van nieuwe waterwegen en bijhorende infrastructuur zoals sluizen en bruggen om een goede bevaarbaarheid te garanderen en/of de capaciteit te verhogen, staan centraal bij deze prioriteit. Ook automatisatie van de kunstwerken en verbindingen tussen binnenvaart- en maritiem transport worden nagestreefd.
Specifiek voor binnenhavens wordt ook ingezet op beveiliging, walstroomvoorzieningen, havenontvangstfaciliteiten voor afval en ontgassing van vaartuigen maar ook infrastructuur voor verbindingen om de spoor-en wegtoegang te voorzien of verbeteren. Daarbij moet steeds kunnen aangetoond worden dat die bijdraagt aan de multimodale verbinding van het watergebonden transport.
Voor bredere hinterlandverbindingen wordt verwezen naar de prioriteiten verbonden aan de specifieke transportmodus.
Voor goederenvervoer wordt gestreefd naar:
- de verbetering van wegverbindingen naar maritieme en binnenvaarthavens en rail-road terminals zolang deze projecten een specifieke bottleneck aanpakken en niet leiden tot een verhoogde capaciteit voor wegvervoer.
- de aanleg of verbetering van rail-road terminals opgelijst in bijlage 2 van de TEN-T-verordening, overslagpunten voor gecombineerd vervoer en andere publiektoegankelijke multimodale logistieke platformen (inclusief spoorverbindingen, stroomvoorzieningen, beveiligde wachtruimte voor vrachtwagens, IT-materiaal en -toepassingen.
Daarbij wordt geen steun verleend voor gebouwen, opslagruimtes of magazijnen. Bij projecten met wegcomponenten moeten deze in lijn zijn met richlijnen (EU) 2019/19368 en (EU) 2004/54/EC9.
Ook voor het personenvervoer wordt ingezet op de ontwikkeling en verbetering van multimodale passagierhubs. Projecten die daartoe bijdragen moeten:
- plaatsvinden in een stedelijk knooppunt van het kernnetwerk, in lijn met de daar voorziene of uitgewerkte SUMP of een equivalent plan daarvan
- de toegankelijkheid voor alle gebruikers verbeteren, zeker voor passagiers met een beperkte mobiliteit.
- aandacht hebben voor verbindingen met lange afstandsvervoer (verbindingen naar of tussen stations en/of (lucht)havens).
Deze projecten kunnen ook inzetten op de verbetering van verbindingen met fietsinfrastructuur en deelmobiliteit, maar dat mag niet het hoofddoel zijn.
Deze prioriteit focust op intelligente toepassingen en systemen bij de verschillende transportmodi:
- Intelligente transportsystemen voor wegvervoer (ITS): infrastructuur en diensten (incl. eCall) binnen de prioriteiten van richtlijn 2010/40/EU20 en coöperatieve systemen (C-ITS) die gebruik maken van de hybride communicatieaanpak die wordt gedefinieerd in de Europese C-ITS Strategie.
- River Information Services (RIS) en andere gemeenschappelijke binnenvaartsystemen.
- de implementatie van European Maritime Single Window environment (EMSWe) .
- Vessel Traffic Monitoring en Informatiesystemen (VTMIS), maritieme havengemeenschapsystemen en relevante douane informatiesystemen.
- ondersteuning van lidstaten voor de ontwikkeling en implementatie van IT-platformen in kader van de eFTI-verordening.
- projecten rond ontwikkeling, verzameling, beheer, delen en verspreiden van accurate en up-to-date transport-,verkeers- en reisdata die bijdragen tot de interoperabiliteit en digitalisering van processen, zolang deze complementair en in lijn zijn met activiteiten die binnen het Digital Europe Programma - Common Data Spaces worden uitgevoerd, zoals stedelijke toegangsbeleid voor voertuigen (LEZ/ZEZ), collaboratief logistiek en multimodaal vervoer,…
Indien relevant moeten deze projecten rekening houden met nieuwe technologieën en oplossingen die voortkomen uit activiteiten binnen het Horizon Europe programma.
Daarnaast wordt transportinteroperabiliteit nagestreefd aan de hand van nieuwe technologieën en innovatie, inclusief automatisering, geïntegreerd beheer van infrastructuur capacititeit en verkeer, ontwikkelingen op het vlak van Mobility as a Service.
Voor toepassingen m.b.t. spoor (TSI) en luchtvaart (SESAR) verwijzen we u door naar de collega’s van FOD Mobiliteit en Vervoer(opent in nieuw venster).
Binnen deze prioriteit wordt de uitrol van alternatieve brandstoffeninfrastructuur voor de verschillende transportmodi beoogt door middel van aparte subsidieoproepen binnen de Alternative Fuels Infrastructure Facility (AFF), waar subsidies gecombineerd zullen worden met andere vormen van financiering en blending met InvestEU in lijn met artikels 6 en 17 van de CEF- verordening:
- Snellaadinfrastuctuur voor het wegennetwerk, met specifieke aandacht voor langeafstandsvervoer, beveiligde parkings en zwaar Vervoer (bussen en vracht)
- Waterstoftankstations voor het wegennetwerk, met specifieke aandacht voor zwaar vervoer over langere afstand.
- Waterstofinfrastructuur voor spoorvervoer waar elektrificatie moeilijk is en terminals, voor openbaar vervoer en vrachtvervoer in stedelijke knooppunten en gerelateerde energieopslagfaciliteiten.
- Alternatieve brandstofinfrastructuur voor maritieme havens, binnenvaart(havens) en luchthavens in overeenstemming met richtlijn 2014/94/EU;
- LNG bunkering voor TEN-T maritieme en binnenvaarthavens als overgangsbrandstof, met voorrang voor projecten die focussen op bio-LNG.
Indien relevant moeten deze projecten rekening houden met nieuwe technologieën en oplossingen die voortkomen uit activiteiten binnen het Horizon Europe programma.
Kosten gerelateerd aan voer- en vaartuigen komen niet in aanmerking, behalve voor binnenvaart en short sea shipping. Daar kan een beperkt aantal vaartuigen in rekening worden gebracht om het gebruik van de infrastructuur op gang te trekken en zal de cofinanciering beperkt zijn tot het verschil tussen een vaartuig op fossiele brandstof en de nieuwe zero-emissie alternatieven.
Bij groene waterstof is het mogelijk om kosten voor de productie in rekening te brengen als synergetisch element.
De prioriteit beveiligde vrachtwagenparkings focust op werken in lijn met EU Parking Standaarden:
- aanleg van nieuwe beveiligde parkings
- upgrade van veiligheid en beveiliging van bestaande parkings
- verbeteringen m.b.t. het gebruik van bestaande parkings door middel van statische en dynamische informatie (verzameling, verwerking en verspreiding) in lijn met gedelegeerde verordening (EU) 885/2013, zoals de opvolging van de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van data en metingen bij het gebruik van sensoren, camera’s en andere toestellen. Europese standaarden zoals DATEX2 moeten worden toegepast.
Deze projecten moeten focussen op het kernnetwerk en de knooppunten. Bij uitvoering op het uitgebreide netwerk moet worden aangetoond dat de gebruikers voornamelijk gebruik maken van het kernnetwerk.
Specifiek voor het verhogen van de veiligheid van weginfrastructuur is alleen een prioriteit gedefinieerd binnen de Cohesie enveloppe dus projecten met uitvoering in België/Vlaanderen komen daarbij niet in aanmerking voor cofinanciering.
Voor de verhoging van de weerbaarheid van infrastructuur is een nieuwe prioriteit opgenomen die focust op verbeteringen ten aanzien van klimaatverandering en natuurrampen en monitoringsystemen. Hiervoor moeten hoge risico’s in het geval van geen actie kunnen worden aangetoond. Infrastructurele ingrepen in dit kader kunnen ook worden uitgevoerd als deel van projecten binnen de andere prioriteiten, ingrepen op het vlak van cybersecurity moeten steeds ingebed worden in een groter project binnen die prioriteiten.
Infrastructuur voor grenscontroles komt tot slot ook in aanmerking de komende Jaren. Daarbij wordt gekeken naar projecten die de verkeersdoorstroming verbeteren. Wanneer relevant moet er door de aanvragers gecoördineerd worden met Interreg IPA-CBC programma’s.
Indien bij de projecten binnen de andere prioriteiten sprake is van een zogenaamd duaal civiel-militair gebruik van de infrastructuur, kan dit ingediend worden onder de prioriteit Militaire Mobiliteit.
Daarnaast kan ook specifiek ingezet worden op de upgrade van secties op het uitgebreid netwerk die ook beantwoorden aan de voorwaarden voor duaal gebruik maar die niet onder één van de andere prioriteiten valt.
Ook voor luchtvaart zijn er nog mogelijkheden maar daarvoor verwijzen we u door naar FOD Mobiliteit en Vervoer(opent in nieuw venster).
De vereisten waaraan de verschillende categorieën voor duaal civiel-militair gebruik moeten voldoen worden vastgelegd in de uitvoeringsverordening(opent in nieuw venster) die voortkomt uit artikel 12 van de CEF-verordening.