Gedaan met laden. U bevindt zich op: Welzijn van dieren op dierenmarkten

Welzijn van dieren op dierenmarkten

De algemene dierenwelzijnswet van 14 augustus 1986(PDF bestand opent in nieuw venster)  geldt voor dierenmarkten. Er is  verder geen specifieke wetgeving voor dierenmarkten.

De lokale politie is bevoegd voor toezicht en eventuele vaststelling van overtredingen. Bij twijfel kan advies worden ingewonnen bij Dierenwelzijn Vlaanderen. 

Vragen over de regelgeving over diergezondheid kan u stellen aan de lokale controle eenheden van het FAVV.(opent in nieuw venster)

Aandachtspunten

  • er mogen geen honden of katten worden verkocht
  • er mogen geen zieke dieren worden verkocht
  • de dieren mogen geen verboden ingreep hebben ondergaan
  • de zoogdieren en reptielen moeten op de positieve lijst staan
  • verkopers die op regelmatige basis dieren verkopen moeten een erkenning als dierenhandelszaak hebben. De erkenning is niet nodig voor:
    • de verkoop van zelfgekweekte dieren
    • de verkoop van uitsluitend vijvervissen
    • de verkoop van konijnen en pluimvee bestemd voor menselijke consumptie
  • de dieren moeten
    • beschermd zijn tegen ongunstige weersomstandigheden
    • permanent toegang hebben tot vers drinkwater
    • geregeld gevoederd worden
    • voldoende bewegingsruimte en een droge ondergrond hebben
    • op een rustige plaats staan, bv. ver van geluidsbronnen
    • zich kunnen terugtrekken in een schuilhok. Vooral prooidieren als konijnen en cavia’s zijn hier gevoelig aan.
  • konijnen mogen niet samen met cavia’s zitten
  • het transport van de dieren van en naar de markt moet gebeuren overeenkomstig de wettelijke voorwaarden. Dieren die niet geschikt zijn voor transport, mogen niet vervoerd worden bv.
    • gewonde dieren
    • niet-gespeende dieren
    • drachtige dieren die 90% van hun drachtduur achter de rug hebben

Dierenmarkten en warm weer

Bij zeer hoge temperaturen adviseren wij om de markt af te gelasten.

Indien de markt toch doorgaat moet minstens aan de volgende voorwaarden worden voldaan, om hittestress te voorkomen en het welzijn van de dieren te garanderen:

  • alle aanwezige dieren hebben permanent schaduw
  • alle aanwezige dieren hebben vrij toegang tot vers drinkwater
  • er moet voldoende ventilatie zijn voor alle aanwezige dieren
  • de bezettingsdichtheid van de dieren moet lager