Plan-MER en plan-m.e.r.-screening
Een plan-MER is een rapport waarin de mogelijke gevolgen van een plan of programma op het milieu onderzocht worden. Voorbeelden van zo’n plannen zijn ruimtelijke uitvoeringsplannen, ruimtelijke beleidsplannen, diverse strategische plannen, …
De mogelijke effecten op het leefmilieu worden onderzocht aan de hand van verschillende disciplines, zoals water, bodem, ruimte, lucht, geluid, … Behalve de effecten van het plan of programma zelf, worden ook de effecten van (redelijke) alternatieven onderzocht. Indien nodig worden maatregelen voorgesteld om aanzienlijke negatieve milieueffecten te vermijden of te beperken. De informatie uit het plan-MER wordt meegenomen in de besluitvorming over het plan.
Sommige plannen zijn van rechtswege plan-MER-plichtig. Voor andere kan men in een plan-m.e.r.-screening aantonen dat het plan geen aanzienlijke effecten veroorzaakt. In dat geval is de opmaak van een plan-MER niet verplicht.
Plan-m.e.r.-plichttool
De plan-m.e.r.-plichttool(opent in nieuw venster) helpt je stap voor stap te bepalen of er plan-m.e.r.-verplichtingen zijn voor een plan of programma. Op basis van een aantal vragen gaat de tool na of de opmaak van een plan-MER nodig is, of het plan screeningsgerechtigd is, en of dat er geen plan-m.e.r.-verplichtingen zijn.
Plan-m.e.r.-screeningsgids
De plan-m.e.r.-screeningsgids(opent in nieuw venster) is een hulpmiddel om voor verschillende soorten plannen aan te tonen dat het plan geen aanzienlijke effecten veroorzaakt. In dat geval moet er geen plan-MER opgesteld worden voor het plan in kwestie.
De gids start in elke discipline met een aantal vragen over de ingrepen die het plan mogelijk maakt. Op basis van de antwoorden biedt de gids vervolgens tips en handvaten aan om de mogelijke effecten van het plan te beschrijven, en tot slot de onderbouwing op te maken dat er geen aanzienlijke effecten kunnen zijn. Afhankelijk van de aard van het plan en van de kenmerken van de omgeving kan de motivatie variëren van zeer beknopt tot meer uitgebreid.
Hoe maak je een plan-MER of plan-m.e.r.-screening ?
Hieronder vind je een korte samenvatting van de verschillende procedures voor de opmaak van een plan-MER en plan-m.e.r.-screening. Verder kan je in de richtlijnsystemen en handleidingen alle noodzakelijke informatie over procedurele en methodologische aspecten in verband met de opmaak van een plan-MER of plan-m.e.r.-screening terugvinden.
- Stap 1
Ontwerp van plan-m.e.r.-screening
De initiatiefnemer stelt een ‘ontwerp van plan-m.e.r.-screening’ op en vraagt adviezen op.
- Stap 2
Advies
Advies VECM en instanties (30 dagen).
- Stap 3
Vervollediging 'ontwerp van screening'
De initiatiefnemer vervolledigt het ‘ontwerp van screening’ tot de plan-m.e.r.-screening.
- Stap 4
Beslissing
De bevoegde overheid beslist over de noodzaak tot opmaak van een plan-MER.
- Stap 1
Aanmelden
De initiatiefnemer meldt aan het VECM het voornemen om een plan-MER op te stellen.
Het VECM publiceert de aanmelding op de website binnen de 20 dagen.
Als uit de aanmelding blijkt dat er aanzienlijke grens- of gewestgrensoverschrijdende milieueffecten mogelijk zijn, vraagt het VECM aan de betrokken autoriteiten of ze willen deelnemen aan de milieubeoordeling (30 dagen).
- Stap 2
Scoping
De initiatiefnemer maakt, samen met de MER-coördinator en het team van deskundigen, een ‘voorstel van scoping’ op.
De initiatiefnemer kan een participatie organiseren en heeft de keuze om, naast scopingadviezen (30 dagen), ook een geïntegreerd scopingadvies te vragen aan het VECM (60 dagen).
Als uit het voorstel van scoping of uit een scopingsadvies blijkt dat aanzienlijke grens- of gewestgrensoverschrijdende milieueffecten mogelijk zijn, bezorgt het VECM het voorstel van scoping aan de betrokken autoriteiten met de vraag of ze hun deelname aan de milieubeoordeling en eventuele opmerkingen aan het VECM kunnen meedelen binnen de 30 dagen.
- Stap 3
Opstellen ontwerp van plan-MER
De initiatiefnemer laat het ontwerp van plan-MER opstellen en bezorgt dit aan de bevoegde overheid.
- Stap 4
Adviesronde en openbaar onderzoek
De bevoegde overheid vraagt adviezen aan de instanties (indien nodig ook een grensoverschrijdende consultatie), een kwaliteitsadvies aan het VECM en organiseert een openbaar onderzoek over het ontwerp van plan en het ontwerp van plan-MER.
- Stap 5
Aanpassen ontwerp van plan-MER
De bevoegde overheid bezorgt de resultaten van het openbaar onderzoek, de adviesverlening en de grensoverschrijdende consultatie aan het VECM en aan de initiatiefnemer.
De initiatiefnemer kan het ontwerp van plan-MER aanpassen en bezorgt het aangepaste plan-MER opnieuw aan de bevoegde overheid.
- Stap 6
Beslissing over het plan
De bevoegde overheid houdt rekening met het plan-MER en de opmerkingen, adviezen en het resultaat van de grens- of gewestgrensoverschrijdende raadpleging bij haar beslissing over het plan.
- Stap 1
VECM in het planteam
Wanneer bij de opmaak van een RUP een plan-MER wordt opgesteld, dan maakt het VECM deel uit van het planteam dat het geïntegreerd planningsproces begeleidt.
- Stap 2
Startnota
In de startnota worden onder andere de te onderzoeken effecten en de aanpak van de effectbeoordeling beschreven. Adviesinstanties en het publiek krijgen vervolgens 60 dagen om hun opmerkingen te geven.
- Stap 3
Scopingnota
De scopingnota bouwt voort op de startnota en houdt rekening met de adviezen en het resultaat van de participatie. Het VECM geeft advies over de reikwijdte, het detailleringsniveau en de inhoudelijke aanpak zoals beschreven in de scopingnota.
- Stap 4
(Ontwerp-)plan-MER
Het (ontwerp-)plan-MER wordt opgesteld door deskundigen onder leiding van een erkend MER-coördinator. Tegelijkertijd krijgt ook het RUP vorm. Zodra het ontwerp-plan-MER klaar is, wordt het toegevoegd aan het voorontwerp RUP. Daarna volgt een plenaire vergadering of een schriftelijke adviesronde, waarna het RUP voorlopig wordt vastgesteld.
- Stap 5
Openbaar onderzoek
Het ontwerp-RUP en het ontwerp-plan-MER gaan vervolgens 60 dagen in openbaar onderzoek. De ontvangen opmerkingen en adviezen kunnen leiden tot aanpassingen aan beide documenten.
- Stap 6
Kwaliteitsbeoordeling
Vóór het RUP definitief wordt vastgesteld, beoordeelt het VECM de kwaliteit van het plan-MER. Het VECM houdt onder andere rekening met de noodzakelijke inhoud van een plan-MER, de scopingnota en de adviezen, opmerkingen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek werden geformuleerd.
Wanneer een plan-m.e.r.-screening wordt opgesteld bij de opmaak van een RUP, dan zal de screening in de startnota opgenomen worden. In die screening wordt gemotiveerd dat het plan geen aanzienlijke effecten kan hebben. Adviesinstanties en het publiek krijgen vervolgens 60 dagen om hun opmerkingen te geven.
Ook het VECM is een verplicht te raadplegen adviesinstantie. De adviesvraag aan het VECM kan gelijktijdig worden gesteld met de adviesvraag over startnota aan de andere instanties. De procedure voorziet in deze fase 60 dagen.
Het planteam kan ook opteren om het VECM pas later om advies te vragen, bijvoorbeeld nadat de adviezen van andere instanties zijn verwerkt in de (ontwerp)scopingnota. Voorzie in dat geval wel tijd voor deze adviesvraag.
Ten laatste voor de voorlopige vaststelling motiveert het planteam dat het RUP geen aanzienlijke milieueffecten kan hebben. Daarbij moet rekening gehouden worden met de screening, de ontvangen adviezen over de startnota en het advies van het VECM.
Voor andere integratieprocedures (regionale mobiliteitsplannen, peilbesluiten, …) zijn er ook enkele wijzigingen. Neem daarvoor contact op met het VECM.
Overgangsbepalingen
De overgangsbepalingen voor een plan-MER verschillen naargelang de procedure. Hieronder worden de specifieke overgangsbepalingen per proces verder toegelicht. Aanmeldingen die tot en met 30 november 2025 werden ingediend, volgen de oude procedures.
Generieke plan-MER’s waarvoor de kennisgeving vóór 1 december 2025 werd ingediend, volgen de oude procedure. Aanmeldingen vanaf 1 december 2025 vallen onder de nieuwe procedure.
Voor generieke plan-m.e.r.-screenings geldt de datum waarop de vraag voor een beslissing werd gesteld aan het Team Omgevingseffecten. Als de vraag vóór 1 december 2025 werd ontvangen, geldt nog de oude procedure.
Voor een plan-MER bij een RUP maakt het VECM deel uit van het planteam. Als er vóór 1 december 2025 al een scopingnota met kwaliteitsbeoordeling is gepubliceerd, zal binnen het planteam besproken worden in welke gevallen een bijkomend advies van het VECM nodig is.
Voor RUP’s die op 1 december 2025 nog geen bepaling over de plan-m.e.r.-plicht van Team Omgevingseffecten kregen, moet een advies gevraagd worden aan het VECM.
Voor RUP’s die op 1 december 2025 wel een bepaling over de plan-m.e.r.-plicht kregen, maar nog niet voorlopig vastgesteld zijn, geldt die bepaling als advies van het VECM.
Voor alle RUP’s na 1 december 2025 geldt dat het planteam, uiterlijk voor de voorlopige vaststelling, motiveert dat de opmaak van een plan-MER niet noodzakelijk is. Daarbij wordt rekening gehouden met de screening, de adviezen die verleend zijn over de startnota, het advies van het VECM en de actualiteit ervan.
Bovenstaande wijzigingen hebben geen invloed op RUP’s die op 1 december 2025 al voorlopig vastgesteld waren.
Informatie over een specifiek plan-m.e.r.-dossier
M.e.r.-procedures in het kader van een RUP zijn raadpleegbaar via de webtoepassing DSI(opent in nieuw venster) (Digitale Stedenbouwkundige Informatie).
MER-dossierdatabank voor plan-MER, ontheffingen van de plan-MER-plicht en plan-mer-screenings
Zoek je informatie over een plan-MER of een plan-mer-screening? Kijk dan in de MER-dossierdatabank(opent in nieuw venster).
Voor RUP-procedures opgestart na 1/5/2017 verloopt de milieueffectrapportage geïntegreerd met de RUP-procedure. Alle documenten van deze procedures vind je via de webtoepassing DSI(opent in nieuw venster) (Digitale Stedenbouwkundige Informatie) en soms ook op de website van de initiatiefnemer van het RUP. Een aantal documenten worden ook in de MER-dossierdatabank opgenomen, opdat deze een volledig overzicht zou bieden van alle (afgeronde) plan-m.e.r.-screening-procedures en plan-MER-procedures. Concreet:
- Als reeds bepaald werd dat de opmaak van een plan-MER niet nodig is (SCRIxxxxx), bevat de dossierdatabank zowel deze bepaling als de scopingnota die aan de basis lag van deze bepaling. Deze worden respectievelijk opgenomen in de velden Ontheffingsbeslissing en Ontheffingsaanvraag.
- Als er reeds een kwaliteitsbeoordeling van het plan-MER gemaakt werd (PLIxxx), bevat de dossierdatabank de kwaliteitsbeoordeling.
Omgevingsinformatie Vlaanderen
Sinds eind november 2023 kan milieu-informatie teruggevonden worden in kaartlagen via Omgevingsinformatie Vlaanderen(opent in nieuw venster) (OIV). Ook informatie over milieueffectrapportage kan zo teruggevonden via verschillende kaartlagen onder “Gebiedsbeheer en rapportering”. Op deze manier kan voor een specifieke locatie een lijst van relevante m.e.r.-dossiers gevonden worden.
Er bestaan verschillende procedures voor milieueffectrapportage voor plannen en programma’s. Voor elke procedure is een aparte kaartlaag gemaakt in OIV. Bovendien is één van de procedures, nl. de generieke plan-m.e.r.-screeningsprocedure, verder opgesplitst per soort plan waarvoor deze procedure gevolgd wordt. Dit laat gebruikers toe om enkel de voor hen relevante dossiertypes te bekijken op OIV.
De bron van informatie voor OIV was de bestaande MER-dossierdatabank. Er is een eenmalige export gebeurd van de bestaande MER-dossierdatabank op 20/7/2023. Dit betekent dat het overzicht op OIV niet volledig is, want recentere dossiers, of recentere procedurestappen worden niet getoond in OIV. Een (beperkt) aantal (oudere) dossiers werd in het verleden bovendien niet in deze databank ingevoerd.
Bij een doorklik naar de dossierfiche, krijg je minimum dezelfde informatie te zien als in de dossierdatabank, waarin ook de wettelijke verplichte stukken worden gepubliceerd en raadpleegbaar zijn.
De (nog steeds bestaande) dossierdatabank bevat enkel documenten en enkele basisgegevens over de dossiers. Het vernieuwende element van OIV is dat de dossierinformatie op een kaartlaag voorgesteld wordt. Voor het eerst werd er dus een ruimtelijke afbakening opgenomen voor de plan-m.e.r.-dossiers. Om de ruimtelijke afbakening toe te voegen voor de duizenden plan-MER’s en plan-m.e.r.-screenings van de voorbije jaren werd de volgende werkwijze gevolgd:
- Sommige plannen worden gemaakt voor een volledige gemeente, provincie of voor heel Vlaanderen. Voor de bijhorende plan-m.e.r.-dossiers werden de relevante gemeenten, provincies of heel Vlaanderen opgenomen als contour.
- Veel plan-m.e.r.-dossiers horen bij een plan dat opgenomen is in DSI(opent in nieuw venster). Enkel deze dossiers bevatten een specifieke contour-op-maat in OIV, namelijk de maximale contour van de plangebieden doorheen de verschillende procedurefasen in DSI. Contouren kunnen immers wijzigen doorheen de verschillende procedurestappen, waardoor de finale contour in DSI kleiner kan zijn dan het plangebied dat onderzocht werd in het plan-m.e.r.-dossier. De link tussen een plan-m.e.r.-dossier (plan-MER of plan-m.e.r.-screening) en een dossier uit DSI werd gezocht op basis van naam en locatie. Niet alle linken werden echter al gevonden, en het is ook mogelijk dat hier fouten in geslopen zijn.
- Er zijn ook veel plan-m.e.r.-dossiers die opgemaakt worden voor een bepaald gebied, maar die niet gelinkt konden worden aan een dossier uit DSI. Als er geen enkel verband is met een dossier uit DSI of als de link er wel is maar niet gevonden werd, werden de gemeentegrenzen van de gemeenten uit het plangebied gebruikt als afbakening. Het niet-hebben of niet-vinden van een link kan meerdere oorzaken hebben. Bijvoorbeeld: het gaat om een type plan of programma dat niet in DSI opgenomen wordt, na het afronden van het plan-MER of de plan-m.e.r.-screening werd de plan-procedure in kwestie (RUP, verordening, ...) niet opgestart of beëindigd en daarom niet in DSI opgenomen, er is wel een link maar hij werd niet gevonden, …
Per soort procedure betekent deze werkwijze het volgende voor de ruimtelijke afbakeningen in OIV:
- Plan-MER’s volgens de geïntegreerde RUP/MER-procedure (PLI, 2017-heden): deze RUP’s zijn steeds opgenomen in DSI en voor deze dossiersoort is dus steeds een specifieke contour opgenomen (de maximale contour uit DSI tot 20/7/2023).
- Plan-MER’s volgens de generieke DABM-procedure (PL, 2003-heden): deze plan-MER’s horen bij erg diverse soorten plannen en programma’s.
- Als het plan opgemaakt wordt voor een volledige gemeente, provincie of voor heel Vlaanderen, werden de relevante gemeenten, provincies of heel Vlaanderen opgenomen als contour (bijvoorbeeld: gemeentelijke ruimtelijke beleidsplannen, strategische plannen zoals het Mestactieplan, PAS, ...).
- Als het plan opgemaakt werd voor een bepaald gebied, werd indien mogelijk een link gelegd met een dossier uit DSI en werd de desbetreffende (maximale) contour opgenomen (bijvoorbeeld een plan-MER voor een RUP van vóór de geïntegreerde RUP/MER-procedure). Indien deze link niet gevonden werd of niet bestaat (bijvoorbeeld voor plannen voor zoekzones voor windturbines, het gebied rond een luchthaven of rond waterlopen, ...), werden de gemeentegrenzen van de gemeenten uit het plangebied gebruikt als (te ruime) afbakening.
- Plan-m.e.r.-screenings volgens de generieke DABM-procedure voor stedenbouwkundige verordeningen (SCRSV, 2018-heden): veel verordeningen gelden voor een volledige gemeente, provincie of heel Vlaanderen. Er zijn ook veel verordeningen voor een deel van het grondgebied van een gemeente. Omdat de verordeningen opgenomen worden in DSI, kon vrijwel steeds de desbetreffende (maximale) contour opgenomen worden in OIV, tenzij de screeningsprocedure afgerond werd maar de procedure voor de verordening toch niet opgestart of niet afgerond werd vóór 20/7/2023 en de verordening-in-opmaak dus niet in DSI zit. In dat geval werd de gemeentegrens opgenomen als (te ruime) contour.
- Plan-m.e.r.-screenings volgens de generieke DABM-procedure voor procedures tot herziening of opheffing voorschriften volgens artikel 7.4.4/1 VCRO (SCRHO, 2019-heden): aangezien deze plannen opgenomen worden in DSI, kon vrijwel steeds de desbetreffende (maximale) contour opgenomen worden in OIV, tenzij de screeningsprocedure afgerond werd maar de procedure voor de herziening of opheffing van voorschriften toch niet opgestart of niet afgerond werd vóór 20/7/2023 en dus niet in DSI zit. In dat geval werd de gemeentegrens opgenomen als (te ruime) contour.
- Plan-m.e.r.-screenings volgens de generieke DABM-procedure voor strategische plannen en programma’s (SCRPP, 2021-heden): er zijn weinig dossiers van dit type. De gekende dossiers zijn plannen en programma’s die gelden voor heel Vlaanderen en dus werd Vlaanderen als contour opgenomen.
- Plan-MER’s voor Regionale Mobiliteitsplannen (PLIMOB, 2022-heden): de gemeenten uit de Vervoerregio werden opgenomen als contour.
- Ontheffingen van de plan-m.e.r.-plicht (OPL, 2009-heden): veel van deze dossiers horen bij een RUP en dus werd een link met DSI gezocht. Als de link met het RUP in DSI gevonden werd, werd de (maximale) contour uit DSI gebruikt. Er zijn echter ontheffingen die bij een RUP horen dat nooit afgerond werd en dus niet in DSI zit. In dat geval werd de gemeente als (te ruime) contour aangeduid.
- Als het gaat om een ontheffing voor een ander soort plan, met als plangebied een volledige gemeente, provincie of heel Vlaanderen, dan werd het plangebied van het plan in kwestie gebruikt.
Samengevat: als een bepaalde locatie aangeduid wordt in OIV, dan worden de plan-m.e.r.-dossiers getoond waarvan het plangebied de aangeklikte locatie bevat. Maar het is ook mogelijk dat een bepaald m.e.r.-dossier of een procedurestap uit een dossier, toch NIET GETOOND wordt. Procedurestappen van na 20/7/2023 werden immers niet opgenomen in de dataset. Het kan ook dat relevante plan-MER’s of plan-m.e.r.-screenings daterend van vóór 20/7/2023 toch niet opgenomen zijn in de dataset omdat een (beperkt) aantal (oudere) dossiers in het verleden niet in de dossierdatabank ingevoerd werd. Omgekeerd is het eveneens mogelijk dat er plan-MER’s of plan-m.e.r.-screenings opgelijst worden die in feite TOCH NIET RELEVANT zijn voor die locatie, omdat de contour voor die plan-MER’s of plan-m.e.r.-screenings om verschillende redenen te ruim ingetekend werd. Een betere verfijning zou nog kunnen gebeuren in de toekomst. Daarnaast is het voor een beperkt aantal dossiers ook mogelijk dat er fouten geslopen zijn in het leggen van linken tussen de plan-m.e.r.-dossiers en de contouren uit DSI (dit kan gemeld worden via mer@vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie)). De overgrote meerderheid van de data is wel correct.
Bepaalde procedures werden nog niet opgenomen in OIV, omdat de kwaliteitscontrole vóór publicatie in OIV nog niet volledig uitgevoerd werd. Informatie over deze procedures is wel terug te vinden via de MER-dossierdatabank(opent in nieuw venster). Het gaat om volgende procedures:
- Plan-m.e.r.-screenings horende bij de geïntegreerde RUP/MER-procedure (SCRI, 2017-heden) zijn nog niet opgenomen in OIV.
- Plan-m.e.r.-screenings volgens de generieke DABM-procedure voor RUP’s daterend van vóór de geïntegreerde RUP/MER-procedure (SCRPL, 2008-2018) en Plan-m.e.r.-screenings volgens de generieke DABM-procedure voor aanvragen tot planologisch attest (SCRPL, 2014-heden) zijn nog niet opgenomen in OIV.
- Plan-MER’s volgens de integratiespoorprocedure die nadien vernietigd werd, maar waarvan sommige dossiers wel hersteld werden, werden nog niet opgenomen in OIV.
Contact
Vragen met betrekking tot milieueffectrapportage kan je richten aan mer@vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie)