Project-MER en project-m.e.r.-screening

Vooraleer de initiatiefnemer de vergunningsaanvraag voor een project indient, meldt hij zijn voornemen om een project-MER op te stellen aan het VECM. Dit is louter een melding om aan te geven dat er een project-MER zal opgemaakt worden.

Bij de aanmelding geeft de initiatiefnemer aan of hij een scopingsadvies of een geïntegreerd scopingsadvies vraagt, omdat dit facultatieve opties zijn.

Het VECM publiceert de aanmelding op zijn website binnen een termijn van 20 dagen na ontvangst.

Als de initiatiefnemer kiest voor een vraag tot scoping, dan gebeurt dit aan de hand van een voorstel tot scoping. De initiatiefnemer zelf maakt dit voorstel tot scoping op.

Voorafgaand aan de vergunningsprocedure kan de initiatiefnemer een openbare raadpleging organiseren over de aanmelding en het voorstel tot scoping.

Hij beschrijft dit voornemen in de aanmelding en bepaalt zelf het doel, de doelgroep en de vorm van participatie (bv. infomarkt, infovergadering of terinzagelegging), en hij staat zelf in voor de organisatie ervan.

De resultaten van de participatie worden bezorgd aan het VECM.

Grensoverschrijdende consultatie is nodig wanneer projecten in Vlaanderen aanzienlijke effecten kunnen hebben op andere gewesten, lidstaten of verdragspartijen.

Het VECM is verantwoordelijk voor de grensoverschrijdende melding en de grensoverschrijdende consultatie bij de aanmelding en tijdens de eventuele scopingsfase.

Als bij de omgevingsvergunnigsaanvraag blijkt dat het project aanzienlijke grens- of gewestgrensoverschrijdende milieueffecten kan hebben, of als de bevoegde autoriteiten van de betrokken staten of gewesten daarom verzoeken, dan deelt de bevoegde overheid het project-MER voor advies mee aan de betrokkenen.

De initiatiefnemer kan vragen om bepaalde informatie uit de aanmelding, het voorstel van scoping of het ontwerp van project-MER niet openbaar te maken. Dit dient gemotiveerd door de gronden voor de vraag tot onttrekking op te sommen.

Onder leiding van een erkende MER-coördinator maken de erkende MER-deskundigen het project-MER op, conform de inhoud van de aanmelding en in voorkomend geval het voorstel tot scoping en het (geïntegreerd) scopingsadvies. In geval van scoping moet het project-MER expliciet aangeven hoe de initiatiefnemer is omgegaan met de ontvangen adviezen (en inspraak).

Het ontwerp van project‑MER wordt samen met de omgevingsvergunningsaanvraag ingediend bij de overheid die de vergunning verleent. Hiervoor zijn de algemene omgevingsvergunningstermijnen van toepassing.

De VECM maakt de beslissing van het project-MER bekend.

In eerste instantie moet de initiatiefnemer nagaan of het project onder het toepassingsgebied van bijlage II van het project-MER-besluit valt. Omdat dit niet altijd eenvoudig is, geven specifieke handleidingen een verduidelijking van de meest toegepaste rubrieken van deze bijlage. Ofwel helpt de project-m.e.r.-plichttool(opent in nieuw venster) om stap voor stap te bepalen of je project m.e.r.-plichtig is.

Deze handleidingen weerspiegelen de actuele interpretatie van de project-MER-plicht. Ze worden aangepast als vanuit de rechtspraak of de administratieve praktijk nieuwe inzichten ontstaan.

Wanneer een project onder één van de rubrieken van bijlage II van het project-m.e.r.-besluit valt, kan de initiatiefnemer een project-MER opmaken, maar kan hij er ook voor opteren om een project-m.e.r.-screening uit te voeren.

Een project-m.e.r.-screening is de gemotiveerde beoordeling die zegt waarom het project geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieueffecten. Deze beoordeling gebeurt op basis van de criteria van bijlage II bij het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid (DABM).

De motivering van de aanvrager moet de vergunningverlenende overheid in staat stellen om te beoordelen of het project aanzienlijke milieueffecten kan veroorzaken.

Op basis van de criteria van bijlage II bij het DABM beslist de bevoegde overheid of een MER vereist is. De bevoegde overheid moet de motieven voor haar beslissing expliciet opnemen in het besluit, zoals vereist door de formele motiveringsplicht.

Voor de omgevingsvergunning is de project-m.e.r.-screening geïntegreerd in het aanvraagformulier voor de omgevingsvergunning en bijgevolg in het omgevingsloket. De project-m.e.r.-screening dien je bijgevolg samen in met de omgevingsvergunningsaanvraag.