Gedaan met laden. U bevindt zich op: Toezicht Nederlandstalig onderwijs in het buitenland Opdrachten

Toezicht Nederlandstalig onderwijs in het buitenland

De onderwijsinspectie zetelt in de Raad van Inspecteurs en het Pedagogisch Comité van de Europese Scholen.

Opdracht van de inspectie

De Vlaamse onderwijsinspecteur houdt samen met de Nederlandse inspecteurs toezicht op de kwaliteit van het Nederlandstalige onderwijs in de Europese Scholen. Dat toezicht bestaat uit 3 delen.

Taalafdelingen evalueren

De onderwijsinspecteur bezoekt om de 2 tot 3 jaar de taalafdeling Nederlands van elke Europese school. De verschillende taalafdelingen krijgen om de 2 à 3 jaar een bezoek. Daarbij kijken de onderwijsinspecteurs naar de opbrengsten, het onderwijsleerproces en de kwaliteitszorg (regelmatige toetsing van leerresultaten en verantwoording over de kwaliteit van het onderwijs).

Het leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS) van Cito is goed ingeburgerd en laat de scholen toe om het onderwijs adequaat op de noden van de leerlingen af te stemmen.

Vlaamse leraren helpen en evalueren

De onderwijsinspecteur is mee verantwoordelijk om de Vlaamse gedetacheerde leraren in alle onderwijsniveaus goed te doen functioneren door ze te ondersteunen en te evalueren. Op het einde van de 2-jarige proeftijd en van het 5de jaar van de detachering krijgt iedere leraar een individueel rapport.

Nascholingsaanbod organiseren

De onderwijsinspecteur staat mee in voor het nascholingsaanbod voor de Vlaamse leraren. Dankzij die nascholingen krijgen ze informatie over de vernieuwingen in het Vlaamse onderwijs.

Jury Europees baccalaureaat

Verschillende leden van de onderwijsinspectie maken ook deel uit van de externe jury van het Europees baccalaureaat.

Extra informatie

Websites