Postgraduaat Oncologie
- Opleidingsverstrekker
Karel de Grote-Hogeschool, Katholieke Hogeschool Antwerpen
- Registratienummer
ODB-1002714
- Geregistreerd
op: 19 juni 2023
Deze opleiding komt in aanmerking voor
- Opleidingscheques
- Vlaams opleidingsverlof
- Vlaams opleidingskrediet
Aantal studiepunten: 65
Eindbeoordeling voorzien: ja
Blended leren: nee
Mentoropleiding: nee
Extra informatie: https://www.kdg.be/opleidingen/postgraduaat/oncologieopent in nieuw venster
Doelgroep
Houders van een HBO5 diploma Verpleegkunde of een bachelordiploma Vroedkunde of Verpleegkunde kunnen inschrijven voor het postgraduaat Oncologie (20 studiepunten). Heb je een bachelordiploma Verpleegkunde kan je uitbreiden tot 60 studiepunten.
Voorwaarden
Specifieke voorwaarden per opleidingsincentive
Elke opleidingsincentive heeft zijn eigen specifieke voorwaarden om te bepalen of u recht heeft. Kijk na of u voldoet aan de voorwaarden van de opleidingsincentive waarvan u gebruik wil maken (Vlaams opleidingsverlof, Vlaams opleidingskrediet en opleidingscheques voor werknemers
Opleidingscheques: beperkende voorwaarde opleidingsniveau
Deze opleiding kan u betalen met een opleidingscheque. Bent u hooggeschoold (u behaalde een graduaats-, bachelor- of masterdiploma)? Dan kan dat enkel als u een ‘attest loopbaanbegeleiding’ heeft van maximaal 6 jaar oud. In dit attest verklaart een loopbaanbegeleider dat de opleiding noodzakelijk is voor de uitvoering van uw persoonlijk ontwikkelplan (POP).
Opleidingskrediet: beperkende voorwaarde opleidingsniveau
Deze opleiding kan je volgen met Vlaams opleidingskrediet. Hou er wel rekening mee dat als u hooggeschoold bent (graduaats-, bachelor- of masterdiploma), u deze opleiding enkel mag volgen als u een ‘attest loopbaanbegeleiding’ heeft van maximaal 6 jaar oud. In dit attest verklaart een loopbaanbegeleider dat de opleiding noodzakelijk is voor de uitvoering van uw persoonlijk ontwikkelplan (POP).
Verhoogde tegemoetkoming 1
Als u geen diploma secundair onderwijs hebt, kan u voor deze opleiding een opleidingscheque aanvragen waarvan de subsidie gelijk is aan het factuurbedrag, met een maximum van 250 euro per schooljaar.
Modules
Leerdoelen: Je verklaart de behandeling en aandachtspunten bij oncologische patiënten
zoals chemotherapie, radiotherapie, immunotherapie, chirurgie en nieuwe
behandelingsmodaliteiten. Je bespreekt kritisch de huidige screenings en
preventieprogramma's zoals ze zich in de verschillende settings binnen de
gezondheidszorg presenteren. Je toont aan dat je inzicht hebt in de verpleegkundige
aandachtspunten en toont dit aan in casussen en voorbeelden uit de verpleegkundige
oncologische context. Je toont aan dat je inzicht hebt in de verschillende rollen als
oncologische verpleegkundige in de patiëntenzorg zoals het toedienen van
chemotherapie in de dagelijkse praktijk, in multidisciplinaire samenwerkingsverbanden en
in internationaal perspectief in voorbeelden en casussen uit de oncologische context en
simulaties on campus. Leerinhoud: Algemene principes van oncologische behandeling.
Diagnosestelling, indeling en staging in de oncologie. Screening en preventie.
Bevolkingsonderzoeken. Anti-tumorale middelen. Targeted Therapies - immunotherapie.
Behandeling met anti-tumorale geneesmiddelen . Aandachtspunten bij toediening antitumorale
middelen. Concomitante behandelingen. Specifieke behandelingen. Chirurgie als
oncologische behandeling. Laryngectomie . Stamceltransplantatie. Nieuwe
behandelingen. Radiotherapie . Behandeling met radiotherapie (Brachytherapie) . Traject
van de patient doorheen de radiotherapeutische behandeling . Nevenwerkingen van
Radiotherapie. Radiotherapie en wondzorg. Verpleegkundige aandachtspunten .
Toedienen van chemo in de dagelijkse praktijk. Simulatie.Klinisch onderwijs deel 3 is facultatief (niet verplicht), het is dus een mogelijke uitbreiding
op het postgraduaat. Klinisch onderwijs deel 3 omvat: stage op Radiotherapie= 76 uur
LEERDOELEN: Je bereidt je voor op de stageplaats: je formuleert uitdagende leerdoelen in
functie van de te bereiken competenties, je plant in overleg met de stageplaats de nodige
interventies om die leerdoelen te bereiken, je stuurt zo nodig na feedback je leerdoelen
en interventies bij. Je functioneert als volwaardig professioneel lid van het team en past
theoretische kennis toe in de praktijk, met bijzondere aandacht voor de karakteristieken
van het verpleegkundig oncologisch profiel. Je verwerft inzicht in intra-, trans- en
extramurale samenwerking binnen een inter- en intraprofessioneel team, in functie van
de doelen van het oncologisch zorgprogramma. Je maakt je algemene en specifieke
methodieken eigen en leert deze aan te passen aan de oncologische patiënt, met
bijzondere aandacht voor het toedienen van chemotherapie en verpleegkundige
aandachtspunten bij radiotherapie en in de palliatieve context. Je reflecteert kritisch over
het eigen functioneren als verpleegkundige in een oncologische context Je formuleert
kritische vragen, je kan evidence based een casus of thema uitwerken en op basis van
wetenschappelijke literatuur aanbevelingen doen voor de verpleegkundige praktijk
LEERINHOUD: Een stagebegeleider van de hogeschool voorziet begeleiding op stage
volgens het principe van procesbegeleiding. Dit betekent dat er geen werkbegeleiding
georganiseerd wordt. De stagebegeleider van de hogeschool coacht de student en de
mentor/begeleidende verpleegkundige doorheen het stageproces ifv het optimaliseren
van het werkplekleren van de student. Hiervoor wordt een gestructureerd
opvolgingssysteem ingezet met supervisiegesprekken. De vaktechnische bekwaamheid
van de mentor wordt erkend, terwijl de stagebegeleider didactisch ondersteunt. In
overleg met het werkveld wordt een mentor aangeduid om de student te volgen tijdens
deze stageperiode. Bij de stage 76u zijn er 2 contactmomenten: eerste contact en
eindevaluatie. De student is zelf verantwoordelijk voor zijn leerproces op stage. Om het
leerproces te sturen, worden in overleg met de stagebegeleider en de mentor
persoonlijke leerdoelen opgesteld, gerelateerd aan specifieke competenties. Het portfolio
wordt gezien als een methode om het leerproces van het werkplekleren te ondersteunen
en de student hierin verder te laten groeien. Het portfolio bevat minimaal: - POP, PAP en
evaluaties - bijkomende opdrachten : onder andere reflectieverslagen, themagebonden
opdrachtenKlinisch onderwijs deel 4 is facultatief (niet verplicht), het is dus een mogelijke uitbreiding
op het postgraduaat. Klinisch onderwijs deel 4 omvat een keuzestage van 76 uur
LEERDOELEN: Je bereidt je voor op de stage: je formuleert uitdagende leerdoelen in
functie van de te bereiken competenties, je plant in overleg met de stageplaats de nodige
interventies om die leerdoelen te bereiken, je stuurt zo nodig na feedback je leerdoelen
en interventies bij. Je functioneert als volwaardig professioneel lid van het team en past
theoretische kennis toe in de praktijk, met bijzondere aandacht voor de karakteristieken
van het verpleegkundig oncologisch profiel. Je verwerft inzicht in intra-, trans- en
extramurale samenwerking binnen een inter- en intraprofessioneel team, in functie van
de doelen van het oncologisch zorgprogramma. Je maakt je algemene en specifieke
methodieken eigen en leert deze aan te passen aan de oncologische patiënt, met
bijzondere aandacht voor het toedienen van chemotherapie en verpleegkundige
aandachtspunten bij radiotherapie en in de palliatieve context. Je reflecteert kritisch over
het eigen functioneren als verpleegkundige in een oncologische context Je formuleert
kritische vragen, je kan evidence based een casus of thema uitwerken en op basis van
wetenschappelijke literatuur aanbevelingen doen voor de verpleegkundige praktijk.
LEERINHOUD: Een stagebegeleider van de hogeschool voorziet begeleiding op stage
volgens het principe van procesbegeleiding. Dit betekent dat er geen werkbegeleiding
georganiseerd wordt. De stagebegeleider van de hogeschool coacht de student en de
mentor/begeleidende verpleegkundige doorheen het stageproces ifv het optimaliseren
van het werkplekleren van de student. Hiervoor wordt een gestructureerd
opvolgingssysteem ingezet met supervisiegesprekken. De vaktechnische bekwaamheid
van de mentor wordt erkend, terwijl de stagebegeleider didactisch ondersteunt. In
overleg met het werkveld wordt een mentor aangeduid om de student te volgen tijdens
deze stageperiode. Bij de stage 76u zijn er 2 contactmomenten: eerste contact en
eindevaluatie. De student is zelf verantwoordelijk voor zijn leerproces op stage. Om het
leerproces te sturen, worden in overleg met de stagebegeleider en de mentor
persoonlijke leerdoelen opgesteld, gerelateerd aan specifieke competenties. Het portfolio
wordt gezien als een methode om het leerproces van het werkplekleren te ondersteunen
en de student hierin verder te laten groeien. Het portfolio bevat minimaal: - POP, PAP en
evaluaties - bijkomende opdrachten : onder andere reflectieverslagen, themagebonden opdrachten.Leerdoelen : - Je verklaart de pathologie en fysiologie, de
diagnosestelling en behandeling bij de diverse oncologische aandoeningen
en oncologische wondzorg. - Je toont aan dat je inzicht hebt in de verpleegkundige
aandachtspunten en toont dit aan in casussen en voorbeelden uit de verpleegkundige
oncologische context. Leerinhoud: de thema's kunnen wisselen: Medische en verpleegkundige benadering
van: - Solide tumoren - Urologische oncologie - Digestieve oncologie - Respiratoire
oncologie
Urologische oncologie: sarcomen, bot-, nier-, blaas-, prostaat-, testis-, en peniscarcinomen;
Digestieve oncologie;
Borst en pelviene oncologie;
Respiratoire oncologie;
Huid- en hersencarcinomen;
NKO carcinomen, endocriene carcinomen, bottumoren en sarcomen;
Aandachtspunten bij specifieke verpleegkundige vaardigheden (bv. lumbaalpunctie, tracheazorg, ...).Deze module kan vervangen worden door de module "Basismodule in de Palliatieve zorg:
Sociaal, psychische en spiritueel luik", uit de opleiding Postgraduaat Palliatieve zorg voor
Verpleegkundigen. Leerdoelen: Living with and beyond cancer: Je toont aan dat je op een
onderbouwde en patiëntgerichte manier kan omgaan met (ir)reversibele nevenwerkingen
en symptomen. Je toont aan dat je inzicht hebt in de nevenwerkingen waarmee de
patiënt in zijn ziekte- of genezingsproces geconfronteerd wordt in voorbeelden en
casussen uit de oncologische context. Je bespreekt de mogelijkheden van
complementaire zorg in de behandeling van een oncologische patiënt. Je toont inzicht in
de communicatie naar zorgvrager en zorgverlener. Je toont inzicht in de theoretische en
praktische benadering van het levenseinde met aandacht voor diversiteit. Je
demonstreert inzicht in verschillende aspecten van leven met en na kanker. Leerinhoud :
Living with and beyond cancer: Nevenwerkingen en symptoomcontrole bij
systeemtherapie. Pijn en medicatie. werkcollege pijn: klinisch redeneren. werkcollege
totaalzorg. Complementaire zorg. Levensbeschouwing : casuïstiek. Voeding en kanker.
Compassion fatigue en burnout. communicatie. medisch begeleid sterven + vroegtijdige
zorgplanning. Kanker, diversiteit en sterven. Leven met en na kankerDit is een keuzemodule.
Oncologisch evidence based werken;
Zoeken in databanken;
Kwaliteit en kwantiteit in oncologische onderzoek;
Health literacy;
Introductie in de hematologie (basisbegrippen, diagnostiek, benigne aandoeningen…);
Hematologische aandoeningen (leukemie, lymfomen, multiple myeloom…);
Behandelingsmodaliteiten bij hematologische aandoeningen (stamceltransplantatie, nieuwe behandelingen, urgenties…).Dit is een keuzemodule.
Toelichting portfolio;
Oncologisch evidence based werken;
Zoeken in databanken;
Kwaliteit en kwantiteit in oncologische onderzoek;
Health literacy;
Kanker en ouderen: verschillende perspectieven (oncoloog, geriater, verpleegkundige…);
Polyfarmacie;
Psychologie van het ouder worden;
Diagnose: gedeelde besluitvorming en communicatie strategieën.Dit is een keuzemodule. Leerinhoud: communicatie bij patiënteneducatie ; health literacy ; Zoeken in
Databanken; Oncologisch evidence-based werken in de wereld, Europa en België: zoeken
naar richtlijnen ; Klinische vragen en antwoorden; Kwaliteit en kwaliteit in oncologisch
onderzoek; Cochrane Wikipediaproject; Oncologische trends.Deze module uit de opleiding Postgraduaat Pallliatieve zorg voor Verpleegkundigen, kan
gekozen worden ter vervanging van de module 'Living with and beyond cancer'. • Inhoud
van de module Leerdoelen : Je kan op een wetenschappelijk verantwoorde manier een
antwoord bieden op een verpleegprobleem binnen de palliatieve zorg. Je kent de
verschillende coping strategieën die personen gebruiken om om te gaan met medisch
bedreigende informatie. Je bent je bewust van je eigen coping strategieën als
hulpverlener. Je kan op een gepaste manier omgaan met hoog oplopende emoties. Je
communiceert op een professionele manier met alle actoren binnen de palliatieve
context. Je kan verdriet en verlies bespreekbaar maken en personen die geconfronteerd
worden met rouw en verlies op een gepast manier ondersteunen en doorverwijzen. Je
erkent het belang van zelfzorg als hulpverlener en handelt ernaar. Je kent en herkent de
symptomen van burn-out en kan handvaten aanwenden om om te gaan met onmacht. Je
kan spirituele noden bij de patiënt detecteren en geeft gepaste zorg. Je kan patiënten
bekijken vanuit een holistisch denkkader. Je kan gezondheid vanuit een ruim denkkader
(Huber) benaderen. Je kan seksualiteit en intimiteit bespreekbaar maken binnen een
palliatieve setting en weet dat dit thema belangrijk is bij deze doelgroep. Je kent de
kenmerken van een lichaam in de laatste levensfase. Je weet welke praktische zaken je
dient te ondernemen na een overlijden. Je herkent de noden en de signalen van
overbelasting bij de mantelzorger. Leerinhoud: Evidence based nursing (EBN).
Interprofessionele samenwerking in palliatieve zorg. Spiritualiteit. Communicatieve
vaardigheden en practicum. Omgaan met medisch bedreigende informatie.Burn-out
Omgaan met onmacht. Holistische anamnese. Aandacht voor mantelzorgers. Intimiteit en
seksualiteit binnen palliatieve zorg. Rouw- en verliesverwerking. Kenmerken van het
lichaam in de laatste levensfase. Wat te doen na een overlijden?Klinisch Onderwijs deel 1 is facultatief (niet verplicht), het is dus een mogelijke uitbreiding
op het postgraduaat Klinisch Onderwijs deel 1: omvat een grote stage; Oncologische
setting eigen werkterrein is mogelijk, geen vereiste = 222 uur. LEERDOELEN: Je bereidt je
voor op de stage: je formuleert uitdagende leerdoelen in functie van de te bereiken
competenties, je plant in overleg met de stageplaats de nodige interventies om die
leerdoelen te bereiken, je stuurt zo nodig na feedback je leerdoelen en interventies bij. Je
functioneert als volwaardig professioneel lid van het team en past theoretische kennis toe
in de praktijk, met bijzondere aandacht voor de karakteristieken van het verpleegkundig
oncologisch profiel. Je verwerft inzicht in intra-, trans- en extramurale samenwerking
binnen een inter- en intraprofessioneel team, in functie van de doelen van het
oncologisch zorgprogramma. Je past algemene en specifieke methodieken aan aan de
specifieke oncologische patiënt, met bijzondere aandacht voor het toedienen van
chemotherapie in alle toedieningsvormen. Je reflecteert kritisch over het eigen
functioneren als verpleegkundige in een oncologische context Je formuleert kritische
vragen, je kan evidence based een casus of thema uitwerken en op basis van
wetenschappelijke literatuur en aanbevelingen doen voor de verpleegkundige praktijk
LEERINHOUD: Een stagebegeleider van de hogeschool voorziet begeleiding op stage
volgens het principe van procesbegeleiding. Dit betekent dat er geen werkbegeleiding
georganiseerd wordt. De stagebegeleider van de hogeschool coacht de student en de
mentor/begeleidende verpleegkundige doorheen het stageproces ifv het optimaliseren
van het werkplekleren van de student. Hiervoor wordt een gestructureerd
opvolgingssysteem ingezet met supervisiegesprekken. De vaktechnische bekwaamheid
van de mentor wordt erkend, terwijl de stagebegeleider didactisch ondersteunt. In
overleg met het werkveld wordt een mentor aangeduid om de student te volgen tijdens
deze stageperiode. Bij de stage 222u zijn er drie contactmomenten tussen de
stagebegeleider, de mentor en de student: Een eerste contact voorafgaand of bij aanvang
van de stage Een tussentijdse evaluatie Een eindevaluatie De student is zelf
verantwoordelijk voor zijn leerproces op stage. Om het leerproces te sturen, worden in
overleg met de stagebegeleider en de mentor persoonlijke leerdoelen opgesteld,
gerelateerd aan specifieke competenties. Het portfolio wordt gezien als een methode om
het leerproces van het werkplekleren te ondersteunen en de student hierin verder te
laten groeien. Het portfolio bevat minimaal: - POP, PAP en evaluaties - bijkomende
opdrachten : onder andere reflectieverslagen, themagebonden opdrachtenKlinisch onderwijs deel 2 is facultatief (niet verplicht), het is dus een mogelijke uitbreiding
op het postgraduaat. Klinisch onderwijs deel 2 omvat een Palliatieve stage = 76 uur
LEERDOELEN: Je bereidt je voor op de stageplaats: je formuleert uitdagende leerdoelen in
functie van de te bereiken competenties, je plant in overleg met de stageplaats de nodige
interventies om die leerdoelen te bereiken, je stuurt zo nodig na feedback je leerdoelen
en interventies bij. Je functioneert als volwaardig professioneel lid van het team en past theoretische kennis toe in de praktijk, met bijzondere aandacht voor de karakteristieken
van het verpleegkundig oncologisch profiel. Je verwerft inzicht in intra-, trans- en
extramurale samenwerking binnen een inter- en intraprofessioneel team, in functie van
de doelen van het oncologisch zorgprogramma. Je maakt je algemene en specifieke
methodieken eigen en leert deze aan te passen aan de oncologische patiënt, met
bijzondere aandacht voor het toedienen van chemotherapie en verpleegkundige
aandachtspunten bij radiotherapie en in de palliatieve context. Je reflecteert kritisch over
het eigen functioneren als verpleegkundige in een oncologische context Je formuleert
kritische vragen, je kan evidence based een casus of thema uitwerken en op basis van
wetenschappelijke literatuur aanbevelingen doen voor de verpleegkundige praktijk.
LEERINHOUD: Een stagebegeleider van de hogeschool voorziet begeleiding op stage
volgens het principe van procesbegeleiding. Dit betekent dat er geen werkbegeleiding
georganiseerd wordt. De stagebegeleider van de hogeschool coacht de student en de
mentor/begeleidende verpleegkundige doorheen het stageproces ifv het optimaliseren
van het werkplekleren van de student. Hiervoor wordt een gestructureerd
opvolgingssysteem ingezet met supervisiegesprekken. De vaktechnische bekwaamheid
van de mentor wordt erkend, terwijl de stagebegeleider didactisch ondersteunt. In
overleg met het werkveld wordt een mentor aangeduid om de student te volgen tijdens
deze stageperiode. Bij de stage 76u zijn er 2 contactmomenten: eerste contact en
eindevaluatie. De student is zelf verantwoordelijk voor zijn leerproces op stage. Om het
leerproces te sturen, worden in overleg met de stagebegeleider en de mentor
persoonlijke leerdoelen opgesteld, gerelateerd aan specifieke competenties. Het portfolio
wordt gezien als een methode om het leerproces van het werkplekleren te ondersteunen
en de student hierin verder te laten groeien. Het portfolio bevat minimaal: - POP, PAP en
evaluaties - bijkomende opdrachten: o.a. reflectieverslagen, themagebonden opdrachten.