Samenwerking en informatiedeling zijn de sleutels tot succes
Ooit al gehoord van een LIVC-R? Dat is een Lokale integrale veiligheidscel Radicalisme. Emilie Le Roi van het Agentschap Binnenlands Bestuur en Katrien Van Mele van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten zijn beleidsmedewerkers gespecialiseerd in preventie van gewelddadige radicalisering. Zij leggen uit wat een LIVC-R is, wat die doet en hoe die een geoliede preventiemachine kan worden in het belang van iedereen.
Laat ons beginnen bij het begin: wat is een LIVC-R?
Emilie: “Een LIVC-R is een multidisciplinaire overleggroep die terroristische misdrijven moet helpen voorkomen. Die buigt zich over personen die signalen van verontrustende of gewelddadige radicalisering vertonen.”
Wie zetelt in een LIVC-R? Vooral veiligheidsdiensten?
Emilie: “Dat is een typisch misverstand. De burgemeester en een politie-afgevaardigde – de information officer – zijn de enige vertegenwoordigers van de veiligheidsdiensten. De andere plaatsen vullen we in met socio-preventieve actoren zoals de school, het Centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB), het OCMW, het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW), het Centrum Geestelijke Gezondheidszorg (CGG), de plaatselijke socio-culturele verenigingen of cultuurhuizen. Zij staan vaak dichter bij de besproken personen en kunnen gemakkelijker in gesprek gaan met hen of een opvolgingstraject op maat uitwerken.”
De terreuraanslagen liggen al even achter ons. Zijn die LIVC-R nog altijd nodig als er geen signalen binnenlopen bij een gemeente?
Emilie: “Ja hoor. LIVC-R bespreken alle vormen van extremisme, niet enkel Syriëstrijders van het 1ste uur. Rechts-extremisten, links-extremisten, haatpredikers, klimaatextremisten, de zogenaamde soevereine of anti-overheidsburgers komen even goed in beeld als ze risicogedrag vertonen. Het is geen grootstedelijk fenomeen. Ook kleinere gemeenten gaan best proactief te werk door hun actoren in kaart te brengen en kennis te vergaren. De basis van een goedwerkend LIVC-R is nét dat alle partners elkaar kennen en weten wat ze van elkaar mogen verwachten. Dat bouw je niet zomaar op. Het vergt tijd en wederzijds vertrouwen.”
"LIVC-R bespreken alle vormen van extremisme, niet enkel Syriëstrijders van het 1ste uur."
Katrien: “Klopt, het is niet omdat er geen signalen binnenkomen dat er geen signalen zijn. Veel gemeenten voelen zich niet aangesproken als je het over gewelddadige radicalisering hebt. Maar de LIVC-R gaat over preventie en de vinger aan de pols houden, zodat je tijdig kan ingrijpen als het nodig is. Het zijn platforms waar alle deelnemers hun bezorgdheden en signalen in een vertrouwd kader kunnen uiten.”
Wat gebeurt er met die signalen en bezorgdheden?
Emilie: “Tijdens het overleg vallen de verschillende puzzelstukjes vaak samen en kan de LIVC-R gericht inschatten of ze een situatie verder moet opvolgen of niet. Een belangrijke houvast is het Vlaamse decreet(opent in nieuw venster) dat vorig jaar goedgekeurd werd. Het biedt het kader aan de socio-preventieve actoren om gevoelige informatie te delen binnen de LIVC-R zonder hun beroepsgeheim te schenden. Eenmaal de puzzel gelegd, proberen ze een traject uit te tekenen voor de betrokken persoon zodat die de gepaste begeleiding krijgt.”
Het belang van dat decreet spreekt voor zich. Reikt de Vlaamse overheid nog hulpmiddelen of ondersteuningsmaatregelen aan?
Katrien: “Lokale besturen kunnen het draaiboek LIVC-R(PDF bestand opent in nieuw venster) (pdf) gebruiken bij de oprichting van een LIVC-R en de vraag- en antwoordfiche(PDF bestand opent in nieuw venster) (pdf) om actoren die minder vertrouwd zijn met de werking te informeren en een aantal misvattingen weg te werken.”
Emilie: “Katrien coördineert ook een begeleidings- en coachingstraject LIVC-R(opent in nieuw venster) vanuit de VVSG”.
Voor wie is dat traject nuttig?
Katrien: “Tot de doelgroep horen steden en gemeenten met een LIVC-R in de opstartfase of met een bestaande LIVC-R die ze willen (re-)activeren, optimaliseren of evalueren. De aanpak van het begeleidings- en coachingstraject varieert van gemeente tot gemeente, net omdat we maatwerk afleveren.”
Hoe pak je dat aan bij een bestaande LIVC-R?
Katrien: “In een verkenningsgesprek bespreken we hoe de LIVC-R vandaag werkt en waar die naartoe wil evolueren. Daarna bekijken we hoe we dat best aanpakken. Eén methode is bijvoorbeeld de organisatie van netwerkmomenten waarin we enkele vraagstukken bespreken met socio-preventieve actoren die niet in de LIVC-R zitten. Aangepaste vormingen zijn een andere mogelijkheid. Zo is er veel vraag naar toelichting over informatiedeling en het beroepsgeheim. We helpen ook bij het definiëren van duidelijke doelstellingen, de rol- en taakafbakening van de deelnemers en de coördinator of nemen het casemanagement van de LIVC-R onder de loep.”
"Preventie van gewelddadige radicalisering vraagt een multidisciplinaire aanpak, omdat het net zo’n complex thema is. Je kan dat onmogelijk alleen of met slechts enkele partners aanpakken."
Tot welke vaststellingen kom je doorheen de begeleidingen?
Katrien: “Vooral onder de socio-preventieve partners leven nog heel wat misverstanden over de doelstellingen van een LIVC-R en de mogelijkheden tot informatiedeling. De idee heerst dat het LIVC-R een veiligheidsoverleg is, terwijl preventie net centraal staat. Samenwerking en informatiedeling zijn de sleutels tot succes en dat vereist een strikte geheimhoudingsplicht voor iedere partner rond de tafel. Enkel in die vertrouwenscontext kan je het beroepsgeheim doorbreken en open overleggen met elkaar. Doorheen het traject merken we dat het eigenaarschap én het vertrouwen tussen de verschillende partners groeit.
Welke aanbevelingen komen meestal aan bod bij bestaande LIVC-R?
Katrien: “Dat de LIVC-R niet alleen de risicofactoren van personen, maar ook positieve evoluties in kaart kan brengen. Voor de veiligheidspartners is het nuttig om te weten wie geen risicogedrag meer vertoont zodat ze mensen niet onnodig van nabij opvolgen. Ik raad de partners ook aan om onderling contact te houden buiten de LIVC-R bijeenkomsten. De LIVC-R is eigenlijk een netwerk dat continu contact houdt en daarnaast ook overlegmomenten organiseert. Ook informele contactmomenten zijn cruciaal om de vertrouwensband te versterken. Transparantie is mijn laatste aanbeveling. Geef aan wat je met de gevoelige informatie zal doen. Leg die afspraken eventueel vast in een huishoudelijk reglement of in een samenwerkingsprotocol.”
Welke concrete tips wil je nog kwijt?
Emilie: “Blijf investeren in professionaliseren. Voortdurend komen er nieuwe uitdagingen en nieuwe fenomenen op ons pad. Als LIVC-R-lid moet je mee zijn. Onderhoud als lokaal bestuur goede relaties met het netwerk van socio-preventieve actoren. Het bevordert de vertrouwensband en houdt je up-to-date over de evoluties op het terrein. Flexibiliteit is mijn laatste tip. Elke casus is anders. Stem daarom de samenstelling van de LIVC-R telkens bij naargelang de noden. Een 1ste reflex bij de bespreking van een casus is zich af te vragen of er naast de huidige deelnemers nog andere partners ad hoc moeten aansluiten voor een goede begeleiding.”
Katrien: “Preventie van gewelddadige radicalisering vraagt een multidisciplinaire aanpak, omdat het net zo’n complex thema is. Je kan dat onmogelijk alleen of met slechts enkele partners aanpakken. De sterkte zit net in het samenbrengen van verschillende expertisedomeinen. Dat is zeker niet eenvoudig door al die verschillende profielen en perspectieven rond de tafel met elk een andere professionele achtergrond. Maar het loont de moeite!”