Gedaan met laden. U bevindt zich op: Afdeling 3. Feestdagen Hoofdstuk 4. Verloven en afwezigheden

Afdeling 3. Feestdagen

Artikel 55

§1. Personeelsleden hebben recht op bezoldigde afwezigheid op al de volgende feestdagen:

  1. 1 januari;
  2. Paasmaandag;
  3. 1 mei;
  4. Hemelvaartsdag;
  5. Pinkstermaandag;
  6. 11 juli;
  7. 21 juli;
  8. 15 augustus;
  9. 1 november;
  10. 11 november;
  11. 25 december.

De raad kan in de rechtspositieregeling de lijst, vermeld in het eerste lid, aanvullen met maximaal drie extra feestdagen.

De raad bepaalt in de rechtspositieregeling de wijze waarop de feestdagen, vermeld in het eerste en tweede lid, die samenvallen met een andere normale inactiviteitsdag, worden vervangen door andere dagen.

§2. De personeelsleden, vermeld in artikel 186, §2, 3°, van het decreet van 22 december 2017, hebben recht op de feestdagen, vermeld in paragraaf 1, eerste en tweede lid.

De raad bepaalt de wijze waarop de feestdag, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 6°, en in voorkomend geval de extra feestdagen, als vermeld in paragraaf 1, tweede lid, die samenvallen met een andere normale inactiviteitsdag, voor de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, vervangen worden door andere dagen.