De reguliere herinvesteringsplicht is van toepassing op de venale waarde (de prijs die de meestbiedende kandidaat-koper bereid zou zijn te betalen als een onroerend goed te koop gesteld zou worden onder de meest gunstige voorwaarden en na een degelijke voorbereiding) van de sociale woning die uit het sociale huurstelsel verdwijnt. Er zijn zes manieren waarop u kunt herinvesteren:
- in de realisatie en instandhouding van sociale huurwoningen (de bouw of renovatie van sociale huurwoningen of het verwerven van woningen of gronden);
- in gesubsidieerde infrastructuur bij sociale woningen;
- de vervroegde terugbetaling van de lening op deze woning(en) aan de VMSW of Vlabinvest apb
- in de werkings- en onderhoudskosten van de woonmaatschappij;
- in de versterking van de financiële leefbaarheid van de woonmaatschappij;
- door een inbreng te doen in de woonmaatschappij.
Bij het afstaan van een zakelijk recht op een huurwoning, verplicht het leningenreglement u om het nog openstaande saldo van de VMSW- of Vlabinvest apb leningen vervroegd terug te betalen (optie 3). Als gevolg van deze verplichting betreft de herinvestering in de overige opties nooit de volledige venale waarde, maar enkel de resterende venale waarde na terugbetaling van de nog uitstaande leningen.
Aan deze vorm van herinvestering wordt door de VMSW zelf invulling gegeven. Het is de VMSW die de leningen vervroegd zal aflossen met middelen vanuit de herinvesteringsrekening. Belangrijk is dus wel dat u ervoor zorgt dat u de volledige venale waarde uit de rekening courant korte termijn overschrijft naar de rekening courant herinvestering.
Van deze resterende venale waarde moet minstens 50% (mag meer) geherinvesteerd worden in de realisatie en instandhouding van sociale huurwoningen (optie1). Dit kan gebeuren voor verrichtingen die subsidiabel zijn met FS3 en dit zowel voor kosten binnen als boven het FS3-prijsplafond.
Deze vorm van herinvestering is een projectinvestering en vraagt u bijgevolg aan via een aanvraag jaarbudget in het projectportaal
Het herinvesteren van maximaal 50% van de resterende waarde in gesubsidieerde infrastructuur (optie 2) kan eveneens zowel binnen als boven het maximaal subsidiabel bedrag (SSI).
Ook deze vorm van herinvestering is een projectinvestering en vraagt u bijgevolg aan via een aanvraag jaarbudget in het projectportaal
Het herinvesteren in de werkings- en onderhoudskosten van de woonmaatschappij (optie 4) is enkel mogelijk voor maximaal 50% van de resterende venale waarde. Om van deze herinvesteringsoptie gebruik te maken motiveert u voorafgaandelijk, bij de goedkeuring van uw jaarlijkse financiële planning door uw raad van bestuur, welk bedrag voor welke werkings- en onderhoudskosten zal worden geherinvesteerd. Bijkomend rapporteert u nadien in uw jaarverslag welk bedrag u effectief heeft geïnvesteerd in de werkings- en onderhoudskosten.
Om te herinvesteren in de werking van de maatschappij vraagt u de middelen uit de herinvesteringsrekening op via een niet-projectgebonden betalingsaanvraag.
Herinvesteren in de versterking van de financiële leefbaarheid (punt 5) is mogelijk voor 100% van de resterende venale waarde. Maar om van deze herinvesteringsmogelijkheid gebruik te kunnen maken moet de financiële kamer van de VMSW op basis van een kredietwaardigheidsonderzoek oordelen dat deze vorm van herinvesteren noodzakelijk is. Het kan met andere woorden enkel na goedkeuring door en onder de voorwaarden van de financiële kamer.
Ook voor het versterken van de financiële draagkracht van uw maatschappij door middel van herinvesteringsgelden vraagt u de middelen uit de herinvesteringsrekening op via een niet-projectgebonden betalingsaanvraag.
Optie 6 (een inbreng in de woonmaatschappij) is enkel van toepassing op lokale besturen.
Belangrijk: De opvolging van de herinvesteringsplicht gebeurt door u zelf! U bent verplicht om jaarlijks in uw jaarverslag een verantwoording te voorzien over de evolutie van de herinvesteringsverplichting. Vanaf boekjaar 2024 zal dit worden gecontroleerd door Toezicht.
Om u hierin te ondersteunen zal de VMSW, startend met boekjaar 2024, u bij de eindejaarstukken ook een rapport ter beschikking stellen over de benutting van de herinvesteringsmiddelen via het projectportaal en de rekening courant herinvesteringsplicht.