Gedaan met laden. U bevindt zich op: erdoor / er door Taaladviezen

erdoor / er door

We schrijven erdoor aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord.

  • Ze is erdoor gezakt. (= ze is door iets gezakt, bijvoorbeeld door het ijs)
  • Hij heeft erdoor leren relativeren. (= hij heeft ergens door leren relativeren, bijvoorbeeld door zijn blessures)
  • Als je erdoor kijkt, zie je hem. (= je kunt hem zien als je ergens door kijkt, bijvoorbeeld door een gaatje)

Na erdoor kan ook een dat-zin of een beknopte bijzin volgen. De dat-zin of de beknopte bijzin heeft in zulke zinnen dezelfde functie als een naamwoord.

  • Roeland was erdoor aangedaan dat je zo hartelijk was. (= Roeland was aangedaan door iets, zoals in: Roeland was aangedaan door jouw hartelijkheid)
  • Hij is erdoor geobsedeerd te kunnen vliegen. (= hij is door iets geobsedeerd, zoals in: hij is geobsedeerd door dat verlangen)

Erdoor wordt ook aan elkaar geschreven in enkele vaste combinaties. In die combinaties kunt u het voornaamwoordelijk bijwoord niet vervangen door een voorzetsel en een naamwoord omdat het samen met het werkwoord een eenheid vormt met een specifieke betekenis.

  • erdoor drukken (= met sterke druk laten goedkeuren): De oppositie heeft die maatregel erdoor gedrukt.
  • erdoor jagen (= uitgeven, opmaken): Hij heeft al zijn spaargeld erdoor gejaagd.
  • erdoor krijgen (= geaccepteerd krijgen): De minister heeft het hele voorstel erdoor gekregen.
  • erdoor komen (= genezen): Ze was doodziek, maar ze is erdoor gekomen.
  • erdoor zijn (= goedgekeurd, klaar, afgewerkt, geslaagd): Het voorstel is erdoor. Wie is erdoor voor dat examen?
  • erdoor zitten (= niet meer kunnen): Ik zit erdoor!

In andere gevallen schrijven we er door in twee woorden. Er en door zijn dan woorden die tot een verschillend zinsdeel behoren.

  • Wat loopt er door deze buis? (door hoort bij deze buis)
  • Wie piept er door het raam? (door hoort bij het raam)
  • Madonna moest hard werken om er door te breken. (door en breken vormen samen het werkwoord doorbreken)

De delen van het voornaamwoordelijk bijwoord erdoor zijn ook van elkaar gescheiden als er tussen er en door een ander zinsdeel staat. De volgorde met de gesplitste vorm is vaak gebruikelijker dan die met de ongesplitste vorm. Soms is de ongesplitste vorm uitgesloten.

  • Ze is er weer eens door / weer eens erdoor gezakt.
  • Hij is er enorm door / enorm erdoor geobsedeerd te kunnen vliegen.