We schrijven de woorden goedemiddag en goeiemiddag aan elkaar als we ze als groet gebruiken. Als er goedemiddag geschreven staat, kan dat ook als goeiemiddag gelezen worden: in gesproken taal wordt gewoonlijk goeiemiddag gezegd.

• Goedemiddag / goeiemiddag, juf Lies.
• Heb je tante Marilou al goedemiddag / goeiemiddag gewenst?
• Een goedemiddag / goeiemiddag, heb je goed geslapen?

Als uitroep van verbazing is vooral de vorm goeiemiddag gebruikelijk. De betekenis is dan ‘nee maar, wat zullen we nu hebben!'.

• Goeiemiddag! Wat zijn jullie preuts!

We schrijven goede middag en goeie middag in twee woorden als goed de betekenis ‘zeker, bepaald' of ‘gunstig' heeft.

• Zij was het die mij op een goede / goeie middag begon uit te leggen wat het verschil is tussen mannen en vrouwen.
• Het was een goede / goeie middag voor de bakker: hij had al zijn waren kunnen verkopen.

De spelling goedenmiddag*, met n, is niet correct. Alleen in de woorden goedendag en goedenavond wordt op die plaats gewoonlijk een n geschreven.