Gedaan met laden. U bevindt zich op: haar / haren Taaladviezen

haar / haren

Zowel de enkelvoudsvorm haar als de meervoudsvorm haren is correct in de betekenis ‘haardos, verzameling van haren'. De enkelvoudsvorm haar wordt vaker gebruikt, maar de meervoudsvorm is meestal niet uitgesloten.

  • Mijn zoon heeft vorige week zijn haar / haren laten knippen.
  • Op die website vind je veel tips over de verzorging van blond haar / blonde haren.
  • Voor mijn huwelijksfeest heb ik mijn haar / haren laten opsteken.

Om naar afzonderlijke haarvezels te verwijzen, kan zowel de enkelvoudsvorm haar als de meervoudsvorm haren gebruikt worden. De enkelvoudsvorm verwijst naar één haar; de meervoudsvorm naar enkele haren.

  • Ik heb vanochtend mijn eerste grijze haar ontdekt.
  • Er hangt een haar op je trui.
  • Toen mijn zoontje voor het eerst naar de kapper ging, heb ik enkele haren bijgehouden.
  • Hij heeft last van haaruitval waardoor er op zijn trui geregeld een haar hangt / haren hangen.

In vaste combinaties en uitdrukkingen wordt soms haar en soms haren gebruikt. Soms zijn beide vormen mogelijk.

  • Mijn zonen vliegen elkaar geregeld in het haar / in de haren.
  • Ze zit met de handen in het haar.
  • Hij is zijn wilde haren nog altijd niet kwijt.
  • Er zit een haar in de boter.