Gedaan met laden. U bevindt zich op: ik mankeer niets / mij mankeert niets Taaladviezen

ik mankeer niets / mij mankeert niets

In de onderstaande zinnen kan de persoonsvorm zowel in het enkelvoud als in het meervoud staan, omdat de geredde drenkelingen als ondervindend voorwerp of als onderwerp kan worden opgevat.

  • De geredde drenkelingen mankeert gelukkig niets. (ondervindend voorwerp)
  • De geredde drenkelingen mankeren gelukkig niets. (onderwerp)

Als dat ondervindend voorwerp bij mankeren een persoonlijk voornaamwoord is, wordt de niet-onderwerpsvorm van dat voornaamwoord gebruikt.

  • Ons mankeert gelukkig niets. (ons is de niet-onderwerpsvorm)
  • Mij mankeert niets. (mij is de niet-onderwerpsvorm)

De onderwerpsvorm is ook correct. De persoonsvorm past zich dan aan het onderwerp aan.

  • Wij mankeren gelukkig niets. (het meervoudige wij is de onderwerpsvorm)
  • Ik mankeer niets. (het enkelvoudige ik is de onderwerpsvorm)