Gedaan met laden. U bevindt zich op: je / jou Taaladviezen

je / jou

Als je geen onderwerpsvorm is, kunnen we meestal zowel je als jou gebruiken. Het is aan te bevelen om in dat geval zo veel mogelijk de gereduceerde vorm je te gebruiken. Overmatig gebruik van de volle vorm jou maakt zowel gesproken als geschreven taal onnatuurlijk.

  • De collega’s hebben je (jou) uitgenodigd.
  • Ik kan het je (jou) altijd bezorgen.
  • Ik ga met je (jou) mee.
  • Ik hou van je (jou).

Als het persoonlijk voornaamwoord klemtoon moet krijgen, bijvoorbeeld om een contrast uit te drukken, is alleen jou mogelijk.

  • Ik heb dat niet aan jou gevraagd, maar aan mijn collega op het werk.
  • Ja hoor, dat is voor jou!

Ook in een aantal andere gevallen is alleen jou mogelijk, bijvoorbeeld in combinatie met voorzetseluitdrukkingen zoals in vergelijking met en ten opzichte van.

  • In vergelijking met jou heb ik toch nog een behoorlijk resultaat gehaald.