Gedaan met laden. U bevindt zich op: jou / jouw Taaladviezen

jou / jouw

Jouw is een bezittelijk voornaamwoord. Jouw kan worden vervangen door een ander bezittelijk voornaamwoord, bijvoorbeeld door mijn of zijn.

  • Wat is jouw naam?, zoals Wat is mijn naam?
  • Dat is jouw boek, jouw zaak, jouw zus, zoals Dat is zijn boek, zijn zaak, zijn zus.

Jou is een persoonlijk voornaamwoord. Jou kan worden vervangen door een ander persoonlijk voornaamwoord, bijvoorbeeld door mij of hem.

  • Heb ik jou al uitgenodigd voor ons feestje?, zoals Heb ik hem al uitgenodigd voor ons feestje?
  • Beweer je dat ik mijn fiets aan jou heb uitgeleend?, zoals Beweer je dat ik mijn fiets aan hem heb uitgeleend?
  • Sprak hij met jou of met iemand anders?, zoals Sprak hij met mij of met iemand anders?