Afkomen wordt in België vaak in plaats van langskomen of op bezoek komen, en overkomen gebruikt. In die betekenissen is het geen standaardtaal.
- Kom maar eens langs als je tijd hebt.
- Haar peter is speciaal voor haar huwelijk uit Amerika overgekomen.
In de onderstaande zinnen is afkomen (of afkomen op, afkomen van) wel correct gebruikt.
- Ze zag hem moeizaam de trap afkomen. (= afdalen)
- Ik had die fietser niet op mij zien afkomen. (= afstevenen op, afstormen op)
- Hij laat de dingen nogal op hem afkomen. (= afwachtend reageren op)
- Daar komen veel vliegen op af. (= ernaartoe gaan, aangelokt worden door)
- Kom toch van het ijs af! (= afgaan van, zich verwijderen van)
- Ze kon niet van hem afkomen. (= bevrijd raken van)
- Hij mag blij zijn dat hij er heelhuids van afkwam. (= uit een situatie komen)