Gedaan met laden. U bevindt zich op: Opsommingen, nevenschikking met en: enkelvoud of meervoud? Taaladviezen

Opsommingen, nevenschikking met en: enkelvoud of meervoud?

Deze tekst gaat over de keuze voor een enkelvoudige of meervoudige persoonsvorm in zinnen waarvan het onderwerp bestaat uit twee (of meer) enkelvoudige woorden met het nevenschikkend voegwoord en ertussen. In zulke zinnen is een meervoudige persoonsvorm vrijwel altijd correct. Er zijn veel gevallen waarin ook een enkelvoudige persoonsvorm mogelijk is en enkele gevallen waarin het enkelvoud zelfs de voorkeur heeft. In de onderstaande tekst staan de verschillende mogelijkheden.


Meervoudige persoonsvorm

De persoonsvorm staat meestal in het meervoud als het onderwerp van de zin bestaat uit twee (of meer) enkelvoudige woorden met en ertussen. Het onderwerp wordt dan als een meervoud beschouwd, als een opsomming van afzonderlijke elementen.

  • Bert en Frank zijn altijd op tijd.
  • In de zomer komen mijn broer en mijn zus vaak mee met ons op vakantie.
  • Mijn huis en mijn inboedel zijn goed verzekerd.
  • De mooie tuin, de rustige locatie en de nabijheid van het station maken deze architectenwoning heel aantrekkelijk.


Zowel enkelvoudige als meervoudige persoonsvorm

Er zijn enkele categorieën nevenschikkingen waarbij vaak ook kan worden gekozen voor een enkelvoudige persoonsvorm, al blijft het meervoud meestal ook mogelijk. Harde regels zijn er niet altijd voor te geven. De volgende aspecten spelen een rol en kunnen tegelijk aan de orde zijn.

1. Eenheid, nadruk op het geheel

Een enkelvoudige persoonsvorm legt de nadruk op het onderwerp als één geheel of een vaste eenheid. Een meervoudige persoonsvorm legt meer nadruk op de afzonderlijke delen van het onderwerp en op het opsommende karakter ervan.

  • Peper en zout staat op tafel. (= peper-en-zoutstel)
  • Peper en zout staan op tafel. (= de twee producten)
  • Jong en oud bezoekt de tentoonstelling. (= iedereen, van elke leeftijd)
  • Jong en oud bezoeken de tentoonstelling. (= de verschillende generaties)

2. Niet-telbare woorden

Een enkelvoudige persoonsvorm komt vaak voor als het onderwerp een nevenschikking is van niet-telbare woorden, bijvoorbeeld stofnamen, verzamelnamen en abstracte begrippen. Een meervoudige persoonsvorm is ook mogelijk en legt meer nadruk op de afzonderlijke delen.

  • Kaas en wijn mag / mogen niet ontbreken op tafel.
  • Liefde en gezondheid is / zijn het belangrijkste in het leven.

3. Verzelfstandigde werkwoorden

Een enkelvoudige persoonsvorm komt vaak voor als het onderwerp een nevenschikking is van verzelfstandigde werkwoorden. Een meervoudige persoonsvorm is vaak ook mogelijk en legt meer nadruk op de afzonderlijke delen.

  • Autorijden en fietsen is / zijn hier niet toegestaan.
  • Organiseren en netwerken maakt / maken deel uit van het takenpakket.

In sommige gevallen is een meervoud niet of minder goed mogelijk, omdat het onderwerp te sterk als een geheel of een vaste eenheid wordt aangevoeld.

  • Het aanmoedigen en goed begeleiden van de deelnemers is belangrijk voor het verkrijgen van een goed resultaat.
  • Het downloaden en het maken van onze spellingtests is volledig gratis.

4. Hetzelfde kernwoord

Een enkelvoudige persoonsvorm komt vaak voor als het onderwerp een nevenschikking is die twee keer hetzelfde kernwoord bevat. Een meervoudige persoonsvorm is ook mogelijk en legt meer nadruk op de afzonderlijke delen.

  • Wijn uit de Languedoc en wijn uit de Provence past / passen hier goed bij.
  • Een Europees kind en een Afrikaans kind groeit / groeien op met een ander toekomstperspectief.

5. Samentrekking van een woorddeel of woord

Een enkelvoudige persoonsvorm komt vaak voor als het onderwerp een nevenschikking is waarin tegelijkertijd een lidwoord (of voornaamwoord) en een woorddeel is samengetrokken, dat wil zeggen dat het woord en het woorddeel niet bij elk lid worden herhaald. Dat geldt zeker als het gaat om abstracte, niet-telbare begrippen die samen een eenheid vormen. Een meervoudige persoonsvorm is ook mogelijk en legt meer nadruk op de afzonderlijke delen.

  • Je eet- en slaappatroon verbetert / verbeteren als je regelmaat in je dag brengt.
  • De begin- en eindtijd ligt / liggen nog niet vast.

Sommige combinaties worden zo sterk als eenheid gezien dat vrijwel altijd een enkelvoudige persoonsvorm gebruikt wordt.

  • De wet- en regelgeving laat zulke praktijken niet toe.
  • Het bank- en verzekeringswezen is constant in beweging.
  • Morgen ligt het hele bus- en tramvervoer stil.

Als het lidwoord (of bezittelijk voornaamwoord) bij het tweede deel niet wordt samengetrokken, wordt vaak een meervoud gebruikt, omdat er dan weer meer nadruk komt op de afzonderlijke delen en het opsommende karakter. Dat is ook het geval als het voegwoord en met een duidelijke klemtoon wordt uitgesproken of gelezen.

  • Het bank- en het verzekeringswezen zijn / is constant in beweging.
  • Het bus- én het tramvervoer liggen / ligt stil. De treinen rijden wel.

Een enkelvoudige persoonsvorm komt ook vaak voor bij samentrekking van zelfstandige naamwoorden.

  • Het eerste en het vijfde hoofdstuk ontbreekt / ontbreken.
  • Witte en rode wijn smaakt / smaken minder verschillend dan je zou denken.

6. Introductie van nieuwe informatie

Een enkelvoudige persoonsvorm komt doorgaans voor als in de nevenschikking nieuwe informatie wordt geïntroduceerd. In zulke zinnen staat het woord er of kan er zonder problemen toegevoegd worden.

  • Er is / zijn een man en een vrouw aan de deur geweest.
  • Op de tweede verdieping komt / komen (er) een slaapkamer en een badkamer.
  • Aansluitend is / zijn er een receptie en een diner.


Uitsluitend enkelvoudige persoonsvorm

Er zijn enkele categorieën nevenschikkingen waarbij alleen een enkelvoudige persoonsvorm mogelijk is.

1. Aanwezigheid van elk of ieder

Als het onderwerp een nevenschikking is met en waarin het woord elk of ieder wordt herhaald, staat de persoonsvorm in het enkelvoud.

  • Elke kilometer en elke euro telt.
  • Niet iedere man en iedere vrouw houdt van chocola.

2. Aanwezigheid van iemand of niemand

Als het onderwerp een nevenschikking is met en waarin het woord iemand of niemand wordt herhaald, staat de persoonsvorm in het enkelvoud.

  • Iemand die sterk is en iemand die goed kan kaartlezen, is voor deze opdracht absoluut nodig.
  • Niemand van ons en niemand van hen wil dat.

3. Nevenschikking van bijzinnen

Als het onderwerp bestaat uit een nevenschikking van bijzinnen, staat de persoonsvorm in het enkelvoud.

  • Hoe de patiënt zijn ziekte zelf ervaart en hoe hij die beschrijft, is van groot belang.
  • Dat hij gescheiden is en (dat hij) een kind uit zijn vorige huwelijk heeft, schrikt haar niet af.