Gedaan met laden. U bevindt zich op: Onderbroken aanhaling, onderbroken citaat (punt, komma, aanhalingstekens) Taaladviezen

Onderbroken aanhaling, onderbroken citaat (punt, komma, aanhalingstekens)

Als een aanhaling van één zin of van meer zinnen onderbroken wordt, spreken we van een onderbroken aanhaling of een onderbroken citaat. Combinaties als zei ze, vertelde hij en vroeg ze noemen we citaatonderbrekers.

  • ‘Ik ga naar huis', zei ze. ‘Die opdracht zal tot morgen moeten wachten.'
  • ‘Mijn dochter gaat vandaag niet naar school,' vertelde hij, ‘want ze is een beetje ziek.'
  • ‘Weet jij', vroeg ze, ‘of hij morgen komt werken?'

Als een aanhaling van meer dan één zin onderbroken wordt, staat na de citaatonderbreker een punt.

  • ‘Er is nog geen beslissing genomen', deelde de directeur mee. ‘Op de directieraad volgende week wordt de knoop doorgehakt.'
  • ‘Ik weet niet wat er aan de hand is', klaagde ze. ‘Vanmorgen voelde ik me plots heel ziek.'

Als een aanhaling van één zin onderbroken wordt, staat de eerste komma binnen de aanhalingstekens als ze tot het citaat behoort.

  • ‘Ik zou op reis willen gaan,' zuchtte hij, ‘maar ik heb geen geld.' (de geciteerde zin bevat op die plaats een komma: ‘Ik zou op reis willen gaan, maar ik heb geen geld.')
  • ‘Hallo,' riep hij, ‘wie is daar?' (de geciteerde zin bevat op die plaats een komma: ‘Hallo, wie is daar?')

Als het citaat geen komma bevat, staat de eerste komma buiten de aanhalingstekens bij een onderbroken aanhaling.

  • ‘Ik weet nog niet', zei hij, ‘of ik morgen kom werken.' (de geciteerde zin bevat geen komma: ‘Ik weet nog niet of ik morgen kom werken.')
  • ‘Ik wil niet', schreeuwde ze, ‘dat je mij aan mijn lot overlaat.' (de geciteerde zin bevat geen komma: ‘Ik wil niet dat je mij aan mijn lot overlaat.')