Gedaan met laden. U bevindt zich op: stuk / kapot Taaladviezen

stuk / kapot

Stuk en kapot zijn allebei correct, maar stuk kan in de standaardtaal niet gebruikt worden als bijvoeglijk naamwoord vóór een zelfstandig naamwoord. Constructies als een stuk scherm* of een stukke lamp* zijn dus niet correct. Het woord kapot kan wel bij een zelfstandig naamwoord staan.

  • Hij weet niet eens hoe hij een kapotte lamp moet vervangen.

In andere contexten zijn stuk en kapot wel allebei bruikbaar, bijvoorbeeld in zinnen met het koppelwerkwoord zijn of in samengestelde werkwoorden.

  • De lift is stuk / kapot.
  • Dat touw is niet stuk / kapot te krijgen.
  • Hij heeft de tv stukgemaakt / kapotgemaakt.
  • Er lag een stukgebeten / kapotgebeten balpen naast het schrift.