Gedaan met laden. U bevindt zich op: je wordt / jij wordt / je word* / jij word* Taaladviezen

je wordt / jij wordt / je word* / jij word*

De correcte vervoeging is je/jij wordt.

  • Je/jij wordt vader.
  • Je/jij wordt snel moe.
  • Je/jij wordt goed verzorgd.

Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging word je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w). Als je vervangen kan worden door jij, is je het onderwerp.

  • Dan word je snel moe, zoals Dan word jij snel moe (het onderwerp is je)
  • Word je goed verzorgd?, zoals Word jij goed verzorgd? (het onderwerp is je)

Als je vervangen kan worden door jou(w), is je niet het onderwerp van de zin.

  • Wordt je broer snel moe?, zoals Wordt jouw broer snel moe? (het onderwerp is niet je, maar je broer)
  • Wordt je broer goed verzorgd?, zoals Wordt jouw broer goed verzorgd? (het onderwerp is niet je, maar je broer)
  • Dat betalingsbewijs wordt je per mail bezorgd, zoals Dat betalingsbewijs wordt jou per mail bezorgd. (het onderwerp is niet je, maar het betalingsbewijs)
  • Dat wordt je kwalijk genomen, zoals Dat wordt jou kwalijk genomen. (het onderwerp is niet je, maar dat)
  • In dat geval wordt je hulp geboden door de buren, zoals In dat geval wordt jou hulp geboden door de buren. (het onderwerp is niet je, maar hulp)

Er is een eenvoudig trucje om te achterhalen of u -d of -dt moet schrijven: vergelijk met een werkwoord waarvan de stam niet op een -d eindigt – bijvoorbeeld blijven – en spel het op dezelfde manier.

  • ik word, zoals ik blijf
  • word ik, zoals blijf ik
  • je/jij wordt, zoals je/jij blijft
  • word je/jij, zoals blijf je/jij
  • Wordt je vader ook aangehouden?, zoals Blijft je vader ook aangehouden?
  • u wordt, zoals u blijft
  • wordt u, zoals blijft u
  • hij wordt, zoals hij blijft
  • wordt hij, zoals blijft hij
  • word lid, zoals blijf lid