Vraagteken: voor aanhalingsteken of na aanhalingsteken?
Als een vraagteken tot een citaat behoort, staat het binnen de aanhalingstekens. Als een zin eindigt met zo’n citaat, komt er geen zinseindepunt meer achter het aanhalingsteken. Als het citaat vooraan in de zin staat, kan er een komma volgen na het afsluitende aanhalingsteken, maar die komma kan ook weggelaten worden.
- Hij zei: ‘Mag ik nog wat chocolade?’
- ‘Hebt u een klantenkaart?’, vroeg de man.
‘Hebt u een klantenkaart?’ vroeg de man.
Als alleen de rompzin, dat is de zin met een werkwoord als zeggen of vragen, een vraagzin is, staat het vraagteken buiten de aanhalingsteken. In zinnen met het citaat achteraan staat het vraagteken dan na het afsluitende aanhalingsteken. De punt binnen de aanhalingstekens valt weg.
- Zei hij: ‘Ik wil graag nog wat chocolade’?
Als zowel de rompzin als het citaat een vraagzin is, zijn er twee mogelijkheden als het citaat achteraan in de zin staat: er komt zowel voor als na het aanhalingsteken een vraagteken of er komt alleen een vraagteken voor het aanhalingsteken.
- Zei hij: ‘Mag ik nog wat chocolade?’?
Zei hij: ‘Mag ik nog wat chocolade?’