WB 92 - BVR 12 september 2025
12 september 2025 - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, tot wijziging van de regelgeving, wat betreft de gezagsfuncties
Rechtsgronden
Dit besluit is gebaseerd op:
- de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, artikel 87, §1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, en §3, vervangen bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014;
- het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, artikel 16.1.2, 4°, ingevoegd bij het decreet van 21 december 2007 en vervangen bij het decreet van 22 maart 2024;
- de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, artikel 4 en 5, gewijzigd bij het decreet van 22 maart 2024;
- het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap “Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding”, artikel 5, §1/1, 7°, a), ingevoegd bij het decreet van 24 april 2015 en gewijzigd bij de decreten van 29 mei 2020 en 22 maart 2024, en artikel 5, §2, gewijzigd bij het decreet van 14 januari 2022;
- de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, artikel 6.1.1, 2°, vervangen bij het decreet van 22 maart 2024;
- het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 2.1, 27°/1, ingevoegd bij het decreet van 10 juni 2022 en vervangen bij het decreet van 22 maart 2024;
- het Bestuursdecreet van 7 december 2018, artikel III 23;
- het decreet van 15 oktober 2021 over de uitoefening van zelfstandige beroepsactiviteiten door buitenlandse onderdanen, artikel 3, gewijzigd bij het decreet van 22 maart 2024;
- het decreet van 22 maart 2024 tot wijziging van de regelgeving met het oog op de toepassing van het begrip gezagsfunctie in de rechtspositieregeling van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid, artikel 25.
Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- De Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid, heeft zijn akkoord gegeven op 10 maart 2025.
- Het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest heeft protocol nr.440.1377 gesloten op 30 juni 2025.
- De Raad van State heeft advies nr. 77.906/1/V gegeven op 29 juli 2025, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Initiatiefnemer
Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Binnenland, Steden- en Plattelandsbeleid, Samenleven, Integratie en Inburgering, Bestuurszaken, Sociale Economie en Zeevisserij, de Vlaamse minister van Begroting en Financiën, Vlaamse Rand, Onroerend Erfgoed en Dierenwelzijn, de Vlaamse minister van Onderwijs, Justitie en Werk, de Vlaamse minister van Welzijn en Armoedebestrijding, Cultuur en Gelijke Kansen en de Vlaamse minister van Omgeving en Landbouw.
Na beraadslaging,
DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Hoofdstuk 1. Wijzigingen van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006
Artikel 1. In bijlage 4(PDF bestand opent in nieuw venster) van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2024, worden in de tabel de volgende wijzigingen aangebracht:
1° tussen de rij
“
| 9 | De ambtenaren bevoegd voor de behandeling van een beroep tegen een administratieve geldboete | Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake het milieubeleid (DABM) - artikel 8.5.4. | DOMG: gemachtigd ambtenaar gedwongen invorderingen |
”
en de rij
“
| 10 | De personeelsleden van OVAM die in het kader van het Materialendecreet specifieke bevoegdheden hebben inzake de inning en controle van milieuheffingen | Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet - artikel 44 e.v.) | OVAM: Toezichthouder |
”
wordt de volgende rij ingevoegd:
“
| 9bis | Personeelsleden, aangewezen als de gewestelijke entiteit, bevoegd voor het opleggen van een bestuurlijke geldboete (beboetingsinstantie) | Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 15 mei 2009 (artikel 6.2.7) Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake het milieubeleid (DABM - artikel 16.4.25) Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 (artikel 11.2.5, §2) | DOMG: beboeters handhavingsmanager/beboeter |
“;
2° de rijen
“
| 11 | De personeelsleden die zijn belast met toezicht en handhaving met betrekking tot de waterketen | Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid (artikel 5.2.1.1. e.v. en artikel 5.3.2.) | VMM: Afdelingshoofd |
| 12 | De personeelsleden die zijn belast met het toezicht en de handhaving met betrekking tot de financiële instrumenten ter regulering en financiering van het integraal waterbeleid | Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid (artikel 5.4.1.1. e.v.) | VMM: afdelingshoofd verantwoordelijke rechtsopvolging heffingen verantwoordelijken opvolging heffingen verantwoordelijken team heffingen |
”
worden vervangen door de rijen
”
| 11 | De personeelsleden die zijn belast met toezicht en handhaving met betrekking tot de waterketen | Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid (artikel 5.2.1.1. e.v. en artikel 5.3.2.) | VMM: afdelingshoofd verantwoordelijke dienst Watervoorziening en gemeentelijke sanering |
| 12 | De personeelsleden die zijn belast met het toezicht en de handhaving met betrekking tot de financiële instrumenten ter regulering en financiering van het integraal waterbeleid | Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid (artikel 5.4.1.1. e.v.) | VMM: administrateur-generaal afdelingshoofd verantwoordelijke dienst Heffingen verantwoordelijke rechtsopvolging heffingen verantwoordelijken opvolging heffingen verantwoordelijken team heffingen |
“;
3° tussen de rij
”
| 36 | De ambtenaren die administratieve geldboeten kunnen opleggen in het kader van de Vlaamse sociale bescherming | Decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming | DZ: secretaris-generaal |
“
en de rij
”
| 37 | Gezinsinspecteurs | Decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid | VUTG: gezinsinspecteurs |
“
worden de volgende rijen ingevoegd:
”
| 36bis | Personeelsleden van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH), bevoegd om administratieve sancties op te leggen | Decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (artikel 6 en 8) | VAPH: administrateur-generaal |
| 36ter | Personeelsleden bevoegd om bestuurlijke maatregelen en bestuurlijke geldboeten op te leggen met het oog op de handhaving van de regeling inzake de organisatie van de kinderopvang | Decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby’s en peuters (artikel 21 e.v.) | Opgroeien Regie: administrateur-generaal algemeen directeur afdelingshoofd Kinderopvang |
| 36quater | Vlaamse adoptieambtenaar | Decreet van 20 januari 2012 houdende regeling van de interlandelijke adoptie van kinderen (artikel 21) | Opgroeien Regie: Vlaamse adoptieambtenaar |
| 36quinquies | Personeelsleden van het bevoegde bestuursorgaan, aangewezen om bestuurlijke geldboeten op te leggen met het oog op de naleving en de handhaving van de regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid ten aanzien van burgers | Decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid (artikel 135 en 142 e.v.) | VUTG: jurist van het bevoegde orgaan afdelingshoofd van het bevoegde orgaan gedelegeerd bestuurder |
| 36sexies | Personeelsleden van het Agentschap Opgroeien Regie, aangewezen om bestuurlijke maatregelen en bestuurlijke geldboeten op te leggen met het oog op de naleving en de handhaving van de regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid ten aanzien van private uitbetalingsactoren | Decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid (artikel 176 e.v. en artikel 192 e.v.) | Opgroeien Regie: administrateur-generaal algemeen directeur afdelingshoofd Groeipakket |
“;
4° tussen de rij
”
| 43 | Toezichthouders belast met het toezicht op de naleving van het Wapenhandeldecreet, Vuurwapenverordening 258/2012, en de uitvoeringsbesluiten | Decreet van 15 juni 2012 betreffende de in-, uit-, doorvoer en overbrenging van defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal, ordehandhavingsmateriaal, civiele vuurwapens, onderdelen en munitie (Wapenhandeldecreet, artikel 46 e.v.) | DKBUZA: toezichthouder Wapenhandeldecreet |
“
en de rij
”
| 44 | Vlaamse Bouwmeester | Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, artikel 133/55, §2 | Vlaamse Bouwmeester |
“
wordt de volgende rij ingevoegd:
”
| 43bis | De personeelsleden bevoegd voor het opleggen van administratieve geldboeten | Decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid (artikel 40) | ABB: handhavingsambtenaar inburgering |
“;
5° in de rijen 57 en 58 wordt de afkorting “DWSE” telkens vervangen door de afkorting “DWEWIS”;
6° de volgende rijen worden toegevoegd:
”
| 59 | Personeelsleden bevoegd voor de toekenning van arbeidsvergunningen en beroepskaarten | Wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers (artikel 4-5) Decreet van 15 oktober 2021 over de uitoefening van zelfstandige beroepsactiviteiten door buitenlandse onderdanen (artikel 3) | DWEWIS: afdelingshoofd Tewerkstelling en Competenties diensthoofd Economische migratie teamhoofd Expertisekamer teamhoofd Controlekamer en beroepen teamhoofd Migratie |
| 60 | Personeelsleden bevoegd voor het opleggen van sancties naar aanleiding van de controle van de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt | Decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap “Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding” (artikel 5, §1/1, 7°) | VDAB: manager Controledienst teamleider Controledienst |
“.
Hoofdstuk 2. Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
Art. 2. Artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 3 juli 2015 en 7 september 2018, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 3. Het hoofd van het Departement of zijn gemachtigde wijst de personeelsleden van het Departement aan die optreden als de gewestelijke entiteit, vermeld in artikel 16.1.2, 4°, van het decreet.”.
Hoofdstuk 3. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding
Art. 3. Aan artikel 111/18 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2015, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt een paragraaf 2 toegevoegd, die luidt als volgt:
“§2. De personeelsleden van de controledienst die bevoegd zijn om sancties op te leggen overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, worden aangewezen door de gedelegeerd bestuurder van de VDAB.”.
Art. 4. In artikel 111/19 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2015, wordt de zin “De controledienst beoordeelt de ontvankelijkheid van dossiers die aan hem worden bezorgd.” vervangen door de zin “De dossiers die de controledienst ontvangt, worden eerst beoordeeld op de ontvankelijkheid ervan.”.
Art. 5. In artikel 111/21, §4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2015 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 mei 2022, worden de woorden “de controledienst” vervangen door de zinsnede “het personeelslid van de controledienst dat conform artikel 111/18, §2, wordt aangewezen”.
Art. 6. In artikel 111/22 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2015 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 mei 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt:
“§ 1. De personeelsleden van de controledienst die conform artikel 111/18, §2, worden aangewezen, beslissen over de schorsing, vermindering of uitsluiting van het recht op werkloosheids- of inschakelingsuitkeringen. Die personeelsleden van de controledienst kunnen ook een verwittiging geven.”;
2° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:
“ De personeelsleden van de controledienst die conform artikel 111/18, §2, van dit besluit zijn aangewezen, houden, als die informatie ter beschikking is uiterlijk op het moment van het verhoor, rekening met al de volgende elementen:
1° de informatie, die de verplicht ingeschreven werkzoekende bezorgde;
2° de informatie, die de bemiddelaar bezorgde. Hieronder vallen het dossier dat de bemiddelaar heeft bezorgd aan de controledienst, de beoordelingen en de evaluaties die de bemiddelaar heeft opgemaakt conform afdeling 2;
3° de informatie, die de partnerorganisaties bezorgden;
4° voor de toepassing van artikel 52bis, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, de beslissingen die zijn genomen binnen een periode van twaalf maanden vóór de personeelsleden van de controledienst die conform artikel 111/18, §2, van dit besluit zijn aangewezen, een beslissing hebben genomen;
5° voor de toepassing van artikel 58/9, § 4, van het voormelde koninklijk besluit, de informatie die van de RVA komt, met inbegrip van sancties die de RVA of de diensten van de andere gewesten die bevoegd zijn voor de controle op de beschikbaarheid, hebben opgelegd, als die sancties zijn opgelegd binnen een periode van vierentwintig maanden vóór de personeelsleden van de controledienst die conform artikel 111/18, §2, van dit besluit zijn aangewezen, een beslissing hebben genomen;”.
Art. 7. In artikel 111/23 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2015 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 mei 2022, worden de woorden “beslissing van de controledienst” telkens vervangen door de zinsnede “beslissing van het personeelslid van de controledienst dat conform artikel 111/18, §2, is aangewezen”.
Art. 8. In artikel 111/24 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2015 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 mei 2022, worden het eerste en tweede lid vervangen door wat volgt:
“Met behoud van de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen over verjaring kunnen de personeelsleden van de controledienst die conform artikel 111/18, §2, zijn aangewezen, in al de volgende gevallen de beslissing, vermeld in artikel 111/22, herzien binnen de termijn om een beroep bij het bevoegde rechtscollege in te stellen of, als het beroep al is ingesteld, tot de sluiting van de debatten:
1° er wordt vastgesteld dat de beslissing van het personeelslid van de controledienst dat artikel 111/18, §2 is aangewezen, is aangetast door een juridische of materiële vergissing;
2° op de datum waarop de beslissing is ingegaan, is het recht door een wettelijke of reglementaire bepaling gewijzigd;
3° er wordt een nieuw feit of nieuw bewijsmateriaal ingeroepen dat een weerslag heeft op de rechten van de verzoeker;
4° er wordt vastgesteld dat de beslissing van het personeelslid van de controledienst dat conform artikel 111/18, §2, is aangewezen, is aangetast doordat de verplicht ingeschreven werkzoekende onjuiste of onvolledige verklaringen heeft afgelegd, een vereiste aangifte niet heeft gedaan of te laat heeft gedaan, onjuiste of vervalste stukken heeft voorgelegd of onregelmatigheden heeft begaan.
In afwijking van het eerste lid, 1°, kunnen de personeelsleden van de controledienst die conform artikel 111/18, §2, zijn aangewezen, bij een juridische of materiële vergissing door de VDAB de beslissing vermeld in artikel 111/22, herzien binnen de wettelijke en reglementaire verjaringstermijnen.”.
Art. 9. In artikel 111/25 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2015, worden de woorden “beslissing van de controledienst” vervangen door de zinsnede “beslissing van het personeelslid van de controledienst dat conform artikel 111/18, §2, is aangewezen,”.
Art. 10. In artikel 111/29 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2015 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 mei 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 4, eerste lid, wordt de zin “De controledienst beoordeelt de ontvankelijkheid van de dossiers die aan hem worden bezorgd.” vervangen door de zin “De dossiers worden eerst beoordeeld op de ontvankelijkheid ervan.”;
2° in paragraaf 4, vierde lid, worden de woorden “de controledienst” vervangen door de zinsnede “een personeelslid van de controledienst dat conform artikel 111/18, §2, is aangewezen”;
3° in paragraaf 5 worden de woorden “de controledienst” telkens vervangen door de zinsnede “het personeelslid van de controledienst dat conform artikel 111/18, §2 is aangewezen”;
4° in paragraaf 6, eerste lid wordt de zin “De beslissing van de controledienst wordt schriftelijk meegedeeld aan de jonge verplicht ingeschreven werkzoekende binnen veertien kalenderdagen na de geplande datum van het verhoor.” vervangen door de zin “De beslissing van het personeelslid van de controledienst dat conform artikel 111/18, §2, is aangewezen, wordt schriftelijk meegedeeld aan de jonge verplicht ingeschreven werkzoekende binnen veertien kalenderdagen na de geplande datum van het verhoor, vermeld in paragraaf 4.”.
Art. 11. In artikel 111/40 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2016 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 2 wordt de zinsnede “en de controledienst neemt een negatieve beslissing, dan” vervangen door de zinsnede “en het personeelslid van de controledienst dat conform artikel 111/18, §2, is aangewezen, een negatieve
beslissing neemt,”;
2° in paragraaf 3 wordt de zin “Als de controledienst een negatieve beslissing neemt, wordt de vrijstelling stopgezet.” vervangen door de zin “Als het personeelslid van de controledienst dat conform artikel 111/18, §2, is aangewezen, een negatieve beslissing neemt, wordt de vrijstelling stopgezet.”.
Hoofdstuk 4. Wijziging van het Handhavingsbesluit Ruimtelijke Ordening van 9 februari 2018
Art. 12. In het Handhavingsbesluit Ruimtelijke Ordening van 9 februari 2018, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 7 juli 2023, wordt een hoofdstuk 2/1, dat bestaat uit artikel 2/1, ingevoegd, dat luidt als volgt:
“HOOFDSTUK 2/1. Gewestelijke personeelsleden voor de beboeting
Art. 2/1. De leidend ambtenaar van het departement wijst de personeelsleden van het departement aan die optreden als gewestelijke entiteit, als vermeld in artikel 6.1.1, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009.”.
Hoofdstuk 5. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers
Art. 13. In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 januari 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden “de bevoegde overheid” vervangen door de zinsnede “het personeelslid van de bevoegde overheid dat conform paragraaf 4 is aangewezen”;
2° er wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt:
“§4. Het hoofd van het Departement Werk, Economie, Wetenschap, Innovatie en Sociale Economie van het Vlaams Ministerie van Werk, Economie, Wetenschap, Innovatie, Landbouw en Sociale Economie, vermeld in artikel 29/1, eerste lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie wijst bij de bevoegde overheid de personeelsleden aan die op basis van de wet van 30 april 1999 en conform dit besluit bevoegd zijn om te beslissen over al de volgende elementen:
1° de toelatingen tot arbeid;
2° de hernieuwing van de toelatingen tot arbeid;
3° de weigering en intrekking van de toelatingen tot arbeid.”.
Art. 14. In artikel 9 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 maart 2024, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden “De bevoegde overheid kan zich verzetten” vervangen door de zinsnede “De personeelsleden van de bevoegde overheid die conform artikel 2, §4, zijn aangewezen, kunnen zich verzetten”;
2° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden “De bevoegde overheid kan zich verzetten” vervangen door de zinsnede “De personeelsleden van de bevoegde overheid die conform artikel 2, §4, zijn aangewezen, kunnen zich verzetten”.
Art. 15. In artikel 12, §2, vierde lid van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 maart 2024, worden de woorden “de bevoegde overheid” vervangen door de zinsnede “het personeelslid van de bevoegde overheid dat conform artikel 2, §4, is aangewezen”.
Art. 16. In artikel 13, §2, vierde lid van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 maart 2024, worden de woorden “de bevoegde overheid” vervangen door de zinsnede “het personeelslid van de bevoegde overheid dat conform artikel 2, §4, is aangewezen”.
Art. 17. In artikel 14, §1, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden “de bevoegde overheid” vervangen door de zinsnede “het personeelslid van de bevoegde overheid dat conform artikel 2, §4, is aangewezen,”.
Art. 18. In artikel 66 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 maart 2024, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt:
“De bevoegde overheid controleert binnen tien dagen vanaf de dag waarop ze de aanvraag, vermeld in artikel 41 of 65, heeft ontvangen, of de aanvraag volledig is, en brengt de aanvrager op de hoogte.”;
2° het derde lid wordt vervangen door wat volgt:
“Met toepassing van artikel 19, §3 van het samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018, verklaart het personeelslid van de bevoegde overheid dat conform artikel 2, §4, van dit besluit is aangewezen, de aanvraag onontvankelijk. De werkgever of de werknemer, vermeld in artikel 65 van dit besluit, wordt met een aangetekende brief op de hoogte gebracht van de beslissing van onontvankelijkheid.”.
Art. 19. In artikel 72 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt:
“§1. De bevoegde overheid controleert binnen tien dagen vanaf de dag waarop ze de aanvraag, vermeld in artikel 69, heeft ontvangen, of de aanvraag volledig is, en brengt de aanvrager op de hoogte.”;
2° in paragraaf 3 worden de woorden “de bevoegde overheid” vervangen door de zinsnede “het personeelslid van de bevoegde overheid dat conform artikel 2, §4, is aangewezen,”.
Art. 20. In artikel 73 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 maart 2024, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt:
“§1. Het personeelslid van de bevoegde overheid dat conform artikel 2, §4, is aangewezen, beslist over de aanvraag van een toelating tot arbeid uiterlijk honderdtwintig dagen nadat de bevoegde overheid de aanvrager op de hoogte heeft gebracht dat de aanvraag volledig is.
In uitzonderlijke omstandigheden die verbonden zijn aan de complexiteit van de aanvraag, kan de bevoegde overheid de termijn, vermeld in het eerste lid, verlengen. De bevoegde overheid brengt de werkgever op de hoogte van de beslissing tot verlenging van de termijn, vermeld in het eerste lid.
Als het personeelslid van de bevoegde overheid dat overeenkomstig artikel 2, §4, is aangewezen nadat de termijnen, vermeld in het eerste en tweede lid, zijn verstreken, geen beslissing over de toelating tot arbeid neemt, wordt de aanvraag van toelating tot arbeid geacht gunstig te zijn beoordeeld.”.
Art. 21. In artikel 74, §1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 maart 2024, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:
“De bevoegde overheid betekent de beslissing van het personeelslid van de bevoegde overheid dat conform artikel 2, §4, is aangewezen, om de toelating tot arbeid toe te kennen, te weigeren of in te trekken, met een aangetekende brief aan de aanvrager, en brengt de werknemer elektronisch op de hoogte van die beslissing.”.
Hoofdstuk 6. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2021 tot uitvoering van het decreet van 15 oktober 2021 over de uitoefening van zelfstandige beroepsactiviteiten door buitenlandse onderdanen
Art. 22. In het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2021 tot uitvoering van het decreet van 15 oktober 2021 over de uitoefening van zelfstandige beroepsactiviteiten door buitenlandse onderdanen wordt het opschrift van hoofdstuk 1 vervangen door wat volgt:
“Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen”.
Art. 23. Aan hoofdstuk 1 van hetzelfde besluit wordt een artikel 1/1 toegevoegd, dat luidt als volgt:
“Art. 1/1. Het hoofd van het Departement Werk, Economie, Wetenschap, Innovatie en Sociale Economie van het Vlaams Ministerie van Werk, Economie, Wetenschap, Innovatie, Landbouw en Sociale Economie, vermeld in artikel 29/1, eerste lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie wijst bij de bevoegde overheid de personeelsleden aan die op basis van het decreet van 15 oktober 2021 en conform dit besluit bevoegd zijn om te beslissen over al de volgende elementen:
1° de aflevering van een beroepskaart;
2° de hernieuwing van een beroepskaart;
3° de weigering en intrekking van een beroepskaart.”.
Art. 24. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt:
“§1. Het personeelslid van de bevoegde overheid dat conform artikel 1/1 is aangewezen, onderzoekt of de aanvraag van een beroepskaart volledig en ontvankelijk is conform de voorwaarden, vermeld in artikel 3. De bevoegde overheid brengt de aanvrager schriftelijk op de hoogte van de beslissing daarover.
Als niet alle documenten toegevoegd zijn, of als ze onvolledig zijn, deelt de bevoegde overheid mee welke aanvullende documenten of inlichtingen de aanvrager moet voorleggen binnen dertig dagen na de datum van die kennisgeving. Als de aanvrager de aanvullende documenten of inlichtingen niet tijdig bezorgt, verklaart het personeelslid van de bevoegde overheid dat conform artikel 1/1 is aangewezen, de aanvraag onontvankelijk.”;
2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden “De bevoegde overheid” vervangen door de zinsnede “Het personeelslid van de bevoegde overheid dat conform artikel 1/1 is aangewezen,”.
Art. 25. In artikel 8, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden “de bevoegde overheid” vervangen door de zinsnede “het personeelslid van de bevoegde overheid dat conform artikel 1/1 is aangewezen,”.
Art. 26. In artikel 11, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden “De bevoegde overheid” vervangen door de zinsnede “Het personeelslid van de bevoegde overheid dat conform artikel 1/1 is aangewezen,”.
Art. 27. In artikel 12, eerste en tweede lid, artikel 13, eerste en tweede lid, en artikel 15, eerste lid van hetzelfde besluit worden de woorden “de bevoegde overheid” vervangen door de zinsnede “het personeelslid van de bevoegde overheid dat conform artikel 1/1 is aangewezen,”.
Hoofdstuk 7. Slotbepalingen
Art. 28. De volgende regelgevende teksten treden in werking op 1 oktober 2025:
1° het decreet van 22 maart 2024 tot wijziging van de regelgeving met het oog op de toepassing van het begrip gezagsfunctie in de rechtspositieregeling van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid;
2° dit besluit.
Art. 29. De Vlaamse minister, bevoegd voor de integratie en de inburgering, de Vlaamse minister bevoegd voor de human resources, de Vlaamse minister bevoegd voor het onroerend erfgoed, de Vlaamse minister, bevoegd voor werk, de Vlaamse minister, bevoegd voor de competenties, de Vlaamse minister, bevoegd voor opgroeien, de Vlaamse minister, bevoegd voor de personen met een beperking, de Vlaamse minister, bevoegd voor de zorginfrastructuur en de Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 12 september 2025
De minister-president van de Vlaamse Regering,
Matthias DIEPENDAELE
De Vlaamse minister van Binnenland, Steden- en Plattelandsbeleid, Samenleven, Integratie en Inburgering, Bestuurszaken, Sociale Economie en Zeevisserij,
Hilde CREVITS
De Vlaamse minister van Begroting en Financiën, Vlaamse Rand, Onroerend Erfgoed en Dierenwelzijn,
Ben WEYTS
De Vlaamse minister van Onderwijs, Justitie en Werk,
Zuhal DEMIR
De Vlaamse minister van Welzijn en Armoedebestrijding, Cultuur en Gelijke Kansen,
Caroline GENNEZ
De Vlaamse minister van Omgeving en Landbouw,
Jo BROUNS