Gedaan met laden. U bevindt zich op: Vrijstelling van onroerende voorheffing na verbouwing van een handelspand in kernwinkelgebied

Vrijstelling van onroerende voorheffing na verbouwing van een handelspand in kernwinkelgebied

Als u een deel van handelspand tot woning(en) verbouwt, dan kunt u voor een periode van 5 aanslagjaren een vrijstelling van de onroerende voorheffing genieten voor de delen die als woning zullen worden gebruikt.

Voorwaarden

Voor deze vrijstelling moet voldaan zijn aan een aantal voorwaarden:

  • van het onroerend goed waarvoor u de vrijstelling vraagt, moet minstens de benedenverdieping gebruikt blijven worden voor een kleinhandelsactiviteit. Kleinhandel is wettelijk gedefinieerd; als het pand gebruikt wordt voor een vrij beroep (arts, advocaat, notaris,...) geldt de vrijstelling dus niet.
  • het onroerend goed ligt in een kernwinkelgebied;
  • van het onroerend goed worden een of meerdere verdiepingen boven de bendenverdieping verbouwd tot een of meerdere woningen;
  • de verbouwing gebeurt volgens een geldige omgevingsvergunning (stedenbouwkundige vergunning); als er geen vergunning nodig is, volstaat een attest van de gemeente dat voor de verbouwingswerken geen vergunning nodig is;
  • binnen de vijf jaar na de voorlopige oplevering van de verbouwingswerken moeten de nieuwe bewoners er gedomicilieerd zijn (inschrijving in het bevolkings- of vreemdelingenregister).

Bedrag

Als u een deel van handelspand tot woning(en) verbouwt, dan kunt u voor een periode van 5 aanslagjaren van een vrijstelling van onroerende voorheffing genieten voor de delen die als woning dienst zullen doen.

De vrijstellingsperiode gaat in vanaf het aanslagjaar dat volgt op het jaar waarin de woning effectief wordt betrokken. Als het om meerdere woongelegenheden gaat, kan de vrijstellingsperiode dus van woning tot woning verschillen. De bewoning moet in ieder geval in orde zijn binnen de vijf jaar na de voorlopige oplevering van de verbouwingswerken.

Procedure

U kunt de vrijstelling aanvragen met het aanvraagformulier hieronder:

  • op voorhand, als u nog geen aanslagbiljet hebt ontvangen voor het aanslagjaar waarvoor u de vrijstelling wil aanvragen.
  • via een bezwaar, als u al wel een aanslagbiljet hebt ontvangen voor het aanslagjaar waarvoor u de vrijstelling wil aanvragen.

Op het aanvraagformulier staat vermeld:

  • welke bewijsstukken u moet meesturen die aantonen dat u aan de voorwaarden voldoet.
  • hoe u het aanvraagformulier moet indienen.