Werkbaarheidscheque en verhoging kmo-portefeuille - Voorwaarden

Alleen ondernemingen uit de profitsector en de socialprofitsector kunnen aanspraak maken op middelen in het kader van de werkbaarheidscheque.

Profitsector

Ondernemingen uit de profitsector worden binnen deze oproep begrepen als:

• natuurlijke personen die koopman zijn of een zelfstandig beroep uitoefenen
• de hieronder opgesomde vennootschappen met rechtspersoonlijkheid

die een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest hebben.

Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid zijn (conform het Wetboek van vennootschappen en verenigingen):

• Besloten vennootschap, BV;
• Coöperatieve vennootschap, CV;
• Naamloze vennootschap, NV;
• Vennootschap onder firma, VOF;
• Commanditaire vennootschap, CommV;
• Europese vennootschap, SE;
• Europese coöperatieve vennootschap, SCE.;
• Europees economisch samenwerkingsverband, EESV

Volgende organisaties die geen rechtspersoonlijkheid hebben, komen als organisatie niet in aanmerking voor deze maatregel:

• Tijdelijke handelsvennootschap;
• Feitelijke vereniging;
• Stille handelsvennootschap;
• Maatschap

Socialprofitsector

Organisaties uit de socialprofitsector worden binnen deze oproep begrepen als een verzameling van organisaties uit 6 paritaire comités en 13 sectoren met elk hun eigen subsectoren.

Vlaamse socialprofitsectoren

• gezinszorg – paritair comité 318.02
• Vlaamse opvoedings- en huisvestingsinstellingen: onder meer de gehandicaptenzorg, de jeugdhulp, het algemeen welzijnswerk en de sociale verhuurkantoren – paritair comité 319.01
• maatwerkbedrijven: de sociale en beschutte werkplaatsen – paritair comité 327.01
• sociaal-cultureel werk – paritair comité 329.01
• lokalediensteneconomie
• Vlaamse welzijns- en gezondheidssector: onder meer de kinderopvang en de ambulante geestelijke gezondheidszorg – paritair comité 331

Federale socialprofitsectoren

• privéziekenhuizen – paritair comité 330/PZ
• ouderenzorg – paritair comité 330/OZ
• gezondheidsinstellingen en gezondheidsdiensten: onder meer de wijkgezondheidscentra, beschut wonen, diensten voor preventie op het werk en centra van het Rode Kruis – paritair comité 330/GID
• thuisverpleging – paritair comité 330/TV
• revalidatiecentra – paritair comité 330/REVA
• aanvullend paritair comité voor de socialprofitsector: onder meer de mutualiteiten - 337
• vermakelijkheidsbedrijf – paritair comité 304

De exploitatiezetel van de onderneming ligt in het Vlaamse Gewest. Daar zijn ook de werknemers aan de slag.

Organisaties die gevestigd zijn in het Brusselse Gewest, zijn uitgesloten van deelname, tenzij ze een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest hebben.

• De onderneming heeft minstens 1 werknemer met een arbeidsovereenkomst in dienst.
• De meting of de scan omvat een werknemersbevraging met een focus op verschillende componenten van werkbaar werk, zoals stress, motivatie, leermogelijkheden en een evenwichtige werk-privébalans.
• De prestaties die binnen deze oproep mogelijk zijn, worden uitsluitend uitgevoerd door geregistreerde erkende dienstverleners van de kmo-portefeuille(opent in nieuw venster) of door dienstverleners met een kwaliteitsregistratie van het Departement Werk en Sociale Economie (DWSE).
  Lees meer over de kwaliteitsregistratie bij DWSE.
• Uw onderneming neemt het engagement om, naar aanleiding van de analyse of begeleiding, een maatregel of verbeterproject uit te voeren op vlak van werkbaar werk.
• Er is voldaan aan de de-minimisvoorwaarden.
• Er is paritaire gedragenheid omtrent de analyse, het werkbaarheidsplan en/of de verbeteracties in het kader van de uitbreiding ten gevolge van corona. Die paritaire gedragenheid wordt verkregen door een goedkeuring van de ondernemingsraad of, bij gebrek daaraan, van het comité voor preventie en bescherming op het werk of, bij gebrek daaraan, van de syndicale afvaardiging. In organisaties zonder syndicale vertegenwoordiging moet er overleg geweest zijn met het personeel over de analyse, het werkbaarheidsplan en de verbeteracties. Ook bij de uitrol van acties uit het werkbaarheidsplan zal er met het personeel of syndicale afvaardiging in overleg worden getreden.
• De middelen van de werkbaarheidscheque worden niet aangewend om te voldoen aan wettelijke verplichtingen. Scans, actieplannen en acties die dienen om het hoofd te bieden aan de gewijzigde omstandigheden ten gevolge van corona, waardoor alle organisaties op alle vlakken getroffen worden, vormen een uitzondering op het verbod om de cheque te gebruiken voor wettelijke verplichtingen.
• Er mag in geen geval dubbelfinanciering gebeuren voor dezelfde prestaties met andere subsidies.

• Ten slotte moet de organisatie voldoende kredietwaardig zijn om de ingediende aanvraag te dragen. De afdeling Europese Programma’s doet deze check via een koppeling met Digiflow van de federale overheid.

Deze subsidieoproep richt zich tot alle kmo’s die in aanmerking komen voor steun bij de kmo-portefeuille en die op jaarbasis het plafond van 7.500 euro bij de kmo-portefeuille bereikt hebben.

De verhoging kmo-portefeuille:

• kan alleen aangewend worden in het jaar waar het plafond bij de kmo-portefeuille bereikt werd.
• wordt toegekend op het niveau van een onderneming, niet op het niveau van een vestiging.

Europese kmo-definitie

Om te bepalen of een onderneming een kmo en specifiek een kleine dan wel een middelgrote onderneming is, wordt de Europese definitie van een kmo gehanteerd. Beantwoordt uw onderneming aan de Europese kmo-definitie?

Basiscriteria

Een kmo is een zelfstandig bedrijf:

• met minder dan 250 werknemers
• en een jaaromzet van maximaal 50 miljoen euro of een balanstotaal van maximaal 43 miljoen euro.

Een kleine onderneming (ko) is een zelfstandig bedrijf:

• met minder dan 50 werknemers
• en een jaaromzet van maximaal 10 miljoen euro of een balanstotaal van maximaal 10 miljoen euro.

Een onderneming die vaststelt dat zij op het laatst afgesloten boekjaar de criteria overschrijdt, verliest de hoedanigheid van kmo (of van ko) maar als die situatie zich gedurende twee opeenvolgende boekjaren voordoet en vice versa.

Zelfstandigheid

In bepaalde gevallen moeten voor de berekening van deze criteria ook de gegevens van andere ondernemingen meegeteld worden (‘consolidatie’). Dat is het geval als de onderneming geen zelfstandig bedrijf is.

Een bedrijf verliest zijn zelfstandigheid als er een (of meerdere) ’partneronderneming’ of ‘verbonden onderneming’ is.

• Partnerondernemingen zijn ondernemingen waartussen een deelnemingsrelatie – direct of samen met een of meer verbonden vennootschappen – bestaat van 25% of meer van het kapitaal of de stemrechten. De drempel van 25% geldt niet als dat percentage in handen is van openbare participatiemaatschappijen, risicokapitaalmaatschappijen, personen die geregeld risicokapitaal beleggen of institutionele beleggers, met inbegrip van regionale ontwikkelingsfondsen, universiteiten of particuliere onderzoekscentra zonder winstoogmerk, op voorwaarde dat die individueel noch gezamenlijk als ‘verbonden onderneming’, zoals hierna bedoeld, worden beschouwd.
• Een participatie- of risicokapitaalmaatschappij is een onderneming die specifiek als doelstelling heeft het nemen van participaties en deelnemingen in andere ondernemingen en eventueel het al dan niet deelnemen aan het bestuur van die ondernemingen.
• Verbonden ondernemingen zijn ondernemingen waartussen een deelnemingsrelatie – direct of via een andere onderneming – bestaat van meer dan 50% van het kapitaal of de stemrechten.

De exploitatiezetel van de onderneming ligt in het Vlaamse Gewest. Daar zijn ook de werknemers aan de slag.

Organisaties die gevestigd zijn in het Brusselse Gewest, zijn uitgesloten van deelname, tenzij ze een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest hebben.

• De middelen van de verhoging kmo-portefeuille worden niet aangewend om te voldoen aan wettelijke verplichtingen.
• Als kmo komt u in aanmerking voor steun bij de kmo-portefeuille(opent in nieuw venster).

• Uw onderneming heeft op jaarbasis het plafond van 7.500 euro bereikt én voldoet aan één of meerdere van de onderstaande opties:

  • de verhoging kmo-portefeuille wordt aangewend voor maatregelen of verbeterprojecten in het kader van werkbaar werk, en dat voor een maximum van 5.000 euro per organisatie
  • en/of de verhoging kmo-portefeuille wordt aangewend voor andere maatregelen buiten werkbaar werk, en dat voor een maximum van het equivalent van de acties werkbaar werk die onder de noemer van HR gesteund werden binnen de kmo-portefeuille.
• De middelen kunnen aangewend worden voor het aankopen van advies of opleiding.
• De activiteiten die binnen deze oproep mogelijk zijn, worden alleen uitgevoerd door erkende dienstverleners van de kmo-portefeuille.