Gedaan met laden. U bevindt zich op: Dakisolatie is verplicht

Dakisolatie is verplicht

Hoeveel dakisolatie moet een zelfstandige woning minimaal hebben? Wat als de dakisolatie ontbreekt of onvoldoende is? Hoe gebeurt de controle op de dakisolatienorm?

Op 1 januari 2015 is de dakisolatienorm in werking getreden. De norm bepaalt dat alle zelfstandige woningen in Vlaanderen over de nodige dakisolatie moeten beschikken, of het nu gaat om een eengezinswoning, een appartement of een studio. Voor kamers en daken kleiner dan 2m² geldt deze verplichting niet.

Minimumnorm voor dakisolatie

De isolatiewaarde van materiaal wordt uitgedrukt in R-waarde. De R-waarde is de warmteweerstand van een materiaal. Deze waarde geeft dus aan in welke mate een materiaal warmteverliezen tegenhoudt. Materiaal met een grotere R-waarde geeft een beter resultaat. De R-waarde wordt berekend door de dikte van een materiaal te delen door zijn lambda-waarde.

De lambda waarde λ geeft aan in welke mate een materiaal de warmte geleidt (warmtegeleidingscoëfficiënt). Hoe lager de lambda-waarde, hoe beter de thermische isolatie van het materiaal.

Als minimumnorm geldt een R-waarde dakisolatie van 0,75m² K/W. Dit stemt overeen met een laag specifiek isolerend materiaal van 3 à 4cm (maar dit verschilt naargelang het materiaal dat wordt gebruikt). Het isolatiemateriaal heeft een lambdawaarde van hoogstens 0,10 W/mK. Een geïsoleerde zoldervloer bij onverwarmde en onbewoonde zolder, geldt als een geïsoleerd dak.

Plafondisolatie komt enkel in aanmerking als de isolatie doorloopt over het volledige plafond en een R-waarde van minimum 0,75 m²K/W heeft. Plafondisolatie (het zogenaamde ‘koude dak’) houdt mogelijk wel een risico in voor condensatieproblemen.

De dakisolatienorm is weliswaar een minimale woningkwaliteitsnorm. Wie slim is en goed wil isoleren doet dus best meteen veel beter, door te kiezen voor dikker en beter isolerend materiaal!

    Beoordeling in het technisch verslag

    Sinds 1 januari 2015 wordt het ontbreken van dakisolatie als een gebrek gequoteerd op het technisch verslag bij een conformiteitsonderzoek. De dakisolatieverplichting werd gefaseerd ingevoerd. Sinds 1 januari 2020 komt een woning met niet-geïsoleerd dak in aanmerking voor een ongeschiktverklaring (= een gebrek van categorie II). Men maakt wel een onderscheid tussen daken kleiner en daken groter dan 16m². Ontbrekende dakisolatie bij daken kleiner dan 16m² geldt als een gebrek categorie I. Aan de gebreken categorie I is eerder een sensibiliserend instrumentarium verbonden.

    Sinds 1 januari 2020 kan men ook aan de dakisolatienorm voldoen als de energiescore van de woning in het energieprestatiecertificaat (EPC) lager ligt dan de grenswaarde die de Vlaamse regering heeft vastgesteld.

    Deze grenswaarden zijn:

    • 600 kWh/m² voor een open bebouwing
    • 550 kWh/m² voor een halfopen bebouwing
    • 450 kWh/m² voor een gesloten bebouwing
    • 400 kWh/m² voor een appartement

    Controle dakisolatienorm

    Tijdens het conformiteitsonderzoek gaat de woningcontroleur na of er voor de woning een energieprestatiecertificaat (EPC) beschikbaar is (door een rechtstreekse controle op de EPC-databank van de Vlaamse overheid of navraag bij het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap - VEKA). Hij kijkt naar de algemene energiescore en de informatie over dakisolatie in het EPC. Hij vinkt geen gebrek bij dakisolatie aan als:

    • de algemene energiescore in het EPC lager is dan de door de Vlaamse regering vastgestelde grenswaarde (bijvoorbeeld een appartement met een energiescore van 400 kWh/m²)
    • het EPC een feitelijk vastgestelde R-waarde vermeldt van minimum 0,75 m² K/W.

    Bij gebrek aan een EPC, een te hoge energiescore van de woning, ontbrekende info over dakisolatie of te lage R-waarde op het EPC, gaat de woningcontroleur over tot visuele vaststelling. Hij vinkt het gebrek bij dakisolatie aan als hij vaststelt dat dakisolatie ontbreekt. De woningcontroleur mag geen destructief onderzoek uitvoeren en kan zich alleen kan beroepen op visuele vaststellingen.

    Als het niet mogelijk is om ter plaatse visueel vast te stellen dat er dakisolatie is, moet de eigenaar de aanwezigheid van dakisolatie aantonen of alsnog een EPC laten opmaken en dat voorleggen.

    Bij appartementsgebouwen wordt het ontbreken van (voldoende) dakisolatie beoordeeld op het niveau van de woning en niet (meer) op het niveau van het gebouw. Het ontbreken van dakisolatie resulteert niet meer automatisch in een gebrek voor alle appartementen/studio’s in het gebouw. Als de energiescore van de woning voldoet, is er geen quotering voor de woning in kwestie.