Digitalisering Dienst van de Bestuursrechtscolleges (DBRC): wijzigingsbesluit
- Ministerraad
5 september 2025
- Op voorstel van
Vlaams minister Zuhal Demir
Samenvatting
Na het advies van de Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens (VTC) en daarna van de Raad van State, wijzigt de Vlaamse Regering definitief haar besluit over de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (hierna: DBRC-Procedurebesluit). Het sluit aan bij het wijzigingsdecreet van 23 november 2023 over de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (Digitaliseringsdecreet). Dit decreet maakt het mogelijk om de procesvoering voor de Vlaamse bestuursrechtscolleges voortaan integraal te kunnen voeren via een digitaal platform. Via een reeks ingrepen in het DBRC-Procedurebesluit wordt de digitale procesvoering volledig uitgewerkt en verweven in de rechterlijke procedure bij de Vlaamse bestuursrechtscolleges. Het wijzigingsbesluit voegt in eerste instantie tal van procedureel-technische wijzigingen door met het oog op de ingebruikname van het digitaal platform voor de volledig digitale procesvoering bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen en het Handhavingscollege. De overige Vlaamse bestuursrechtscolleges zullen op een later ogenblik de omslag naar een integrale digitale procedure maken. Het besluit regelt ook de werking, toegang en technische modaliteiten van het digitaal platform, vervangt de woonplaatskeuze door een digitale of analoge adreskeuze en tracht de digitale en analoge procedure (o.a. de betekeningen, proceduretermijnen, …) zo veel mogelijk parallel te laten verlopen. Verder wordt het dossier van de rechtspleging voortaan gedigitaliseerd op het platform, verloopt de inzage van het dossier ook via het digitaal platform en wordt er in principe nog slechts een terechtzitting georganiseerd op verzoek van één van de partijen of de kamervoorzitter. Tot slot voert het besluit ook een aantal meer algemene ingrepen in de procedure door, waaronder de introductie van een vaste notatermijn van 30 dagen bij korte debatten en een harmonisatie en vereenvoudiging van de benamingen van de verschillende nota’s in de procedures.