Gedaan met laden. U bevindt zich op: Verhoogd perron met aanrijdbare perronboord

Verhoogd perron met aanrijdbare perronboord

Een verhoogd perron is ongeveer even hoog als de vloer van een moderne bus. Zeker als de chauffeur de bus nog een beetje laat zakken of ‘knielen’.

Bij een aanrijdbare perronboord stopt de chauffeur vlot vlak langs het perron. Er is dan bijna geen afstand tussen het perron en de bus.

Verhoogd perron

man in rolstoel neemt de bus, hij stapt op via de oprijplaat.
  • Alle nieuwe lijnbussen sinds 2001 hebben een lage vloer en kunnen knielen. (Richtlijn 2001/85/EG)(opent in nieuw venster)
  • Zo is het hoogteverschil, of de ‘step’, bij een verhoogd perron zo klein mogelijk.
  • Voor een rolstoelgebruiker klapt de chauffeur een oprijplaat uit. Die overbrugt het hoogteverschil en de opening tussen bus en perron, ook wel de ‘gap’. De rolstoelgebruiker moet wel zelfstandig de bus op en af kunnen.
  • De ideale perronhoogte is 18 cm, gemeten vanaf de rijbaan. Die ideale hoogte is alleen mogelijk als de bus rechtdoor kan aanrijden en vertrekken.
  • Voor een toegankelijke halte moet de perronhoogte minstens 15 cm zijn.
    • Als de bus evenwijdig aan het perron kan aanrijden en vertrekken, moet de onderkant van de bus niet over de perronrand heen. In dat geval is het perron het best 18 cm hoog.
      • Bij die hoogte is de helling van de oprijplaat voor rolstoelgebruikers laag genoeg wanneer de bus knielt.
      • Meer dan 18 cm is af te raden, omdat de busvloer dan te laag kan komen, afhankelijk van de dwarshelling van de rijbaan en de ligging van de goot. In nieuwere voertuigen blokkeren de automatische oprijplaten dan.
    • Als de bus moet indraaien mag het perron niet meer dan 16 cm hoog zijn.
      • Bijvoorbeeld bij een haltehaven of als er een bocht voor of na de halte ligt.
      • Bij het indraaien in een haltehaven zwenkt de voorkant van de bus boven het perron uit. Bij het uitdraaien zwenkt de achterkant boven het perron uit. Bij deze hoogte kan dat.
    • Voor een toegankelijke halte is de perronhoogte dus minstens 15 cm hoog.

Aanrijdbare boordsteen

aanrijdbare boordsteen

Een aanrijdbare boordsteen heeft een speciaal profiel. Daardoor worden de wielen van de bus in de juiste richting geleid en stopt de bus vlot vlak langs het perron. Zo wordt de afstand tussen de vloer van de bus en het perron zo klein mogelijk.

  • De perronboord moet wit zijn, zodat de rand duidelijk zichtbaar is.
  • Een aanrijdbare boordsteen is verplicht voor nieuwe toegankelijke haltes. Er bestaan wel nog oudere haltes zonder aanrijdbare boordsteen die voorlopig ook nog in de lijst van zelfstandig toegankelijke haltes voor mensen met een motorische beperking blijven staan.
    • De chauffeur moet de bus zo dicht mogelijk tegen de perronboord rijden om de reizigers makkelijk te laten in- en uitstappen. Een aanrijdbare boordsteen helpt daarbij. De bestuurder stuurt het voorwiel tegen de perronboord. Daarna wordt het voertuig vanzelf evenwijdig en vlak langs het perron gestuurd.
    • Dat kan alleen als de boordsteen een bepaalde vorm heeft en de chauffeur de bus op tijd kan insturen.

    • De perronboord moet dus een bepaalde vorm hebben om goed aanrijdbaar te zijn.
    • Stem met De Lijn af als u een andere boordsteen wilt gebruiken dan de gekende prefab aanrijdbare boordstenen.
    Zo moet het niet. Het aanrijdbare deel van de boordsteen zit hier onder de verharding en is dus niet bruikbaar. Plaats de aanrijdbare boordsteen altijd volgens de voorschriften van de fabrikant.
    • De aanrijdbare boordsteen moet een effen en glad contactoppervlak hebben. Anders verslijten de banden van de bussen te snel.
    • Gebruik prefab aanrijdbare boordstenen. Die hebben een contactoppervlak met een gecontroleerde verdichting die vanzelf effen genoeg is.
    Zo moet het niet. Een toegankelijke halte moet altijd recht zijn voor een zo klein mogelijke ‘gap’, de afstand tussen bus en perronboord.
    • De perronboord moet niet alleen een speciale vorm hebben. De chauffeur moet ook op tijd insturen om helemaal evenwijdig en vlak tegen het perron te rijden.
    • De perronboord zelf moet recht zijn. Anders kan de bus niet stoppen en vertrekken met een zo klein mogelijke ‘gap’ aan alle deuren.
    Zo moet het niet. Hier ligt de aanrijdbare perronboord achter de boordsteen voor en na de halte. Dat maakt het aanrijden veel moeilijker, zeker bij korte haltes. De noppen op het opstapvlak zijn niet volgens de regels.
    • Hoe rechter de aanrijdroute, hoe makkelijker. Leg geen haltes aan vlak na een bocht. Vermijd dat de bus moet uitwijken, bijvoorbeeld voor geparkeerde auto’s.
    • De aanrijdbare boordsteen moet aansluiten aan de andere boordstenen achter het aanrijdvlak. Als er delen uitsteken voor en na de aanrijdbare perronboord is het moeilijker voor de chauffeur om vlot weg te rijden.
    • Hou van bij het ontwerp rekening met de verloopbanden die u aankoopt. Een verloopband is een passtuk dat een aanrijdbare boordsteen laat aansluiten op een gewone boordsteen.
    Wit beton houdt zijn kleur goed. U moet natuurlijk regelmatig het vuil verwijderen.
    • De aanrijdbare boordsteen moet wit zijn. Zo is de perronrand goed zichtbaar, ook voor mensen die slecht zien en ook als er weinig licht is. De perronboord bestaat het best uit wit beton zodat de kleur niet snel verdwijnt.
    • Daar kunt u van afwijken, maar alleen als het te maken heeft met erfgoed.
      • De halte moet dan liggen in een erfgoedwaardig gebied.
      • De aanvraag tot afwijking moet u voor iedere halte afzonderlijk aanvragen. Dat moet met een geschreven advies van de dienst Erfgoed en gegronde redenen voor elke plaats. De wegbeheerder moet dit advies opvragen.
      • Om deze uitzondering te laten toepassen, moet de wegbeheerder altijd afstemmen met Inter, het agentschap Toegankelijk Vlaanderen(opent in nieuw venster).
    Zo moet het niet. Werk niet met haakse ingesloten hoeken, anders krijgt u snel ophopend vuil.
    • Laat het perron naadloos aansluiten aan de omgeving, zonder drempels naar het trottoir. Vang het hoogteverschil op met een lichte helling.

Perronlengte

close-up van een aanrijdbare boordsteen
  • De lengte van een perron hangt af van het type halte en de soort voertuigen die er komen. De juiste lengte kiest u altijd in samenspraak met de deskundige in doorstroming van De Lijn .
  • Leg het perron over de volledige lengte verhoogd aan met een aanrijdbare boordsteen.
  • Dynamische haltes zijn haltes waar bussen van verschillende lijnen op hetzelfde moment aan hetzelfde perron halt houden. Probeer die zo veel mogelijk te vermijden.