Gedaan met laden. U bevindt zich op: Begrippen rond gender- en seksuele diversiteit Dienst Diversiteitsbeleid

Begrippen rond gender- en seksuele diversiteit

De Vlaamse overheid staat open voor iedereen. Het maakt dan ook niet uit wat je geslacht, seksuele oriëntatie, genderidentiteit en genderexpressie is. Op deze webpagina vind je meer info over die begrippen.

Voor wie

Basisbegrippen

Bron: çavaria, model gebaseerd op ‘The Genderbread Person v3

Niet iedereen voelt zich aangetrokken tot personen van een ander geslacht. En niet iedereen voelt zich man of vrouw. Dus is het belangrijk om je blik op gender en seksuele oriëntatie te verruimen. Deze basisbegrippen helpen je daarbij:

  • Geslacht of sekse: de biologische kenmerken die bepalen tot welk geslacht je hoort. Denk hierbij aan chromosomen, hormonen en geslachtskenmerken.
  • Gender: de kenmerken, eigenschappen, talenten en verwachtingen die we toekennen aan vrouwen en mannen. Je wordt geboren met een (on)bepaald geslacht, maar gender krijg je mee vanuit de samenleving waarin je geboren bent.
  • Genderidentiteit of psychologisch geslacht: de persoonlijke beleving van je gender. Je kunt jezelf identificeren als man, vrouw, beide of geen van beide.
  • Genderexpressie: de uiting van je gender, bijvoorbeeld met je kleding, spraak en gedrag.
  • Seksuele oriëntatie: de romantische en seksuele aantrekking die je voelt tot anderen.

SOGIESC: dat acroniem duikt vaak op als het gaat over 4 van de begrippen hierboven: seksuele oriëntatie, genderidentiteit en -expressie en sex characteristics (geslacht/sekse).

Definities

De basisbegrippen maken de volgende definities mogelijk:

Rond seksuele oriëntatie:

  • Hetero: als heteroseksuele persoon voel je je romantisch of seksueel aangetrokken tot personen van een ander geslacht.
  • Holebi: als holebi persoon voel je je niet of niet uitsluitend romantisch of seksueel aangetrokken tot personen van een ander geslacht. Het woord is een samentrekking van de termen homoseksueel, lesbisch en biseksueel.

Rond genderidentiteit en -expressie:

  • Cisgender: als je genderidentiteit overeenkomt met je biologische geslacht, ben je een cisgender persoon. Je genderidentiteit en je geslacht vallen dan samen.
  • Transgender: als je genderidentiteit niet overeenkomt met je biologische geslacht, ben je een transgender persoon. Je kunt bijvoorbeeld geboren zijn met vrouwelijke geslachtskenmerken, maar je niet (volledig) identificeren als meisje of vrouw.
  • Non-binair: als je je niet thuis voelt in de binaire gendercategorieën ‘man’ of ‘vrouw’ en je je beter voelt bij een andere, niet-binaire, genderidentiteit, ben je een non-binair persoon. Anders gezegd: je voelt je niet exclusief man of exclusief vrouw.

Rond geslacht/sekse:

Als je geboren bent met fysieke geslachtskenmerken die niet volledig passen binnen de medische of maatschappelijke normen van mannelijkheid en vrouwelijkheid, ben je een intersekse persoon. Je lichaam heeft dan zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken. Intersekse variaties zijn niet onder te brengen in 1 vaste categorie, maar bevinden zich op een spectrum met verschillende variaties.

Het acroniem LGBTQI+ omvat de begrippen Lesbisch, Gay (homoseksueel), Biseksueel, Transgender, Queer of Questioning/zoekende, Intersekse. Het plusteken staat voor de inclusieve benadering van gender- en seksuele diversiteit met aandacht voor kruispuntdenken en zelfidentificatie.