Van diagnose naar uitvoering
Om in jouw gemeente de meest doeltreffende acties tegen energiearmoede te bepalen, is een goed inzicht in de lokale situatie cruciaal. Een grondige diagnose vormt de basis om de oorzaken en drijfveren van energiearmoede te begrijpen en doelgerichte maatregelen te kiezen. Het onderstaande stappenplan ondersteunt je bij het opmaken van zo’n diagnose. Op basis van die inzichten kan je vervolgens acties prioriteren, verankeren, uitvoeren en opvolgen binnen het lokaal beleid.
Het stappenplan
Het stappenplan is een verkorte versie van het werk dat EPAH (de Europese Energy Poverty Advisory Hub) als expertenhub ter beschikking stelt voor Europese steden en gemeenten.
Een uitgebreidere uitleg van elke stap vind je terug in hun handboeken
- EPAH handboek 1 - Diagnose(PDF bestand opent in nieuw venster)
- EPAH handboek 2 – Planning van acties(PDF bestand opent in nieuw venster)
- EPAH handboek 3 – Uitvoering van acties(PDF bestand opent in nieuw venster).
Hieronder leest u beknopt de 11 stappen in het stappenplan.
- Stap 1
Energiearmoede is een gelaagd probleem. Vele variabelen kunnen in verschillende combinaties leiden tot een verhoogd risico op energiearmoede: het inkomen, het aantal inkomens in één huishouden, gender, energiebronnen, energieprijzen, huur versus eigenaarschap, de energieprestatie van de woning, etc. Verzamel om te beginnen zo veel mogelijk informatie over de oorzaken, de drijfveren en de gevolgen van energiearmoede in het algemeen, maar vooral ook in jouw gemeente. Hier kan je cijfers voor Vlaanderen vinden, maar er is ook data beschikbaar op het niveau van de gemeente en haar statistische sectoren(opent in nieuw venster), o.a. via Provincies-in-Cijfers (zie tabel). Daar kan je ook het rapport ‘fossielvrij wonen en bouwen’(opent in nieuw venster), het overzicht ‘Cijfers klimaat opgelijst – rapportering energiearmoede’(opent in nieuw venster) en het armoederapport(opent in nieuw venster) terugvinden voor een gedetailleerde analyse van relevante indicatoren op maat van jouw gemeente.
- Stap 2
Om tot een genuanceerde diagnose te komen van het energiearmoedeprobleem in jouw gemeente, kan je binnen en buiten jouw lokale administratie beroep doen op experten. Zij kunnen helpen bij het interpreteren van de kwantitatieve data (stap 1) en het formuleren van kwalitatieve inzichten.
Breng de mogelijke stakeholders en experten in kaart en breng ze samen in een overleg of werkgroep. Experten kunnen bijvoorbeeld collega’s uit de diensten ruimtelijke planning, welzijn, participatie of armoede zijn, het Energiehuis, het OCMW, mensen in energiearmoede zelf en lokale organisaties die in contact staan met de risicogroepen. Daarnaast zijn er ook burgerbewegingen en energiecoöperaties die werken rond een rechtvaardige klimaattransitie. Op deze manier kan je jouw begrip van de lokale energiearmoede-situatie verdiepen en kan je eigenaarschap over het thema bij de stakeholders creëren.
- Stap 3
Aan de hand van de verzamelde data en inzichten, kan je onderbouwde hypotheses of veronderstellingen maken als diagnose van de lokale energiearmoede:
- Is er energiearmoede in de gemeente?
Wat zijn de bepalende factoren?
Waar is het geconcentreerd?
Welke inwoners lopen het meest risico?
Wat is de ernst van de situatie?
Kijk kritisch naar je analyse. Formuleer verschillende hypotheses die je verder kunt onderzoeken, mocht er nog niet genoeg informatie zijn om ze te onderbouwen. Een hypothese kan bijvoorbeeld volgende vorm aannemen: “inwoners van dichtbebouwde wijk A met arbeiderswoningen uit 1950 lopen risico op energiearmoede omdat de woningkwaliteit er slecht is en er weinig renovaties uitgevoerd zijn in de laatste twee decennia.”
- Stap 4
Om de energiearmoede-situatie te monitoren, kan je als lokaal bestuur een reeks indicatoren selecteren die de lokale context op een zo goed mogelijke manier weerspiegelen. Hou bij het bepalen van deze indicatoren de volgende aspecten in het achterhoofd:
- Zorg dat je in de toekomst toegang hebt tot updates van de gekozen indicator of de data erachter.
Zorg dat je middelen aan de kant zet voor het verzamelen van de data en het monitoringsplan.
Zorg dat je diverse indicatoren selecteert die verschillende aspecten van energiearmoede uitlichten.
Een goede reeks indicatoren bestaat uit zowel kwantitatieve als kwalitatieve indicatoren. De indicatoren in Cijfers klimaat opgelijst – raportering energiearmoede (opent in nieuw venster)van Provincies-in-Cijfers kunnen als startpunt dienen. De provincies geven er een overzicht van de beschikbare indicatoren op gemeentelijk niveau volgens de aanbevelingen van het Europees Burgemeestersconvenant. De tabel (zie hieronder) biedt een overzicht aan relevante indicatoren op het niveau van de gemeente en haar statistische sectoren. Daarnaast beschikt het OCMW over een dataplatform van Fluvius waarin cijfers worden gedeeld over de klanten van de netbeheerder.
- Stap 5
Vervolgens kan je de verzamelde data analyseren. Om een goed begrip te hebben van data en eventuele trends, ga je best de bron van de data na, bekijk je de data op zo’n klein mogelijke geografische schaal en over verschillende tijdsperioden. Als recente data niet beschikbaar is of ze tegenstrijdigheden vertoont, is het aangeraden om verdere informatie op te zoeken. Dit kan bijvoorbeeld door middel van vragenlijsten, interviews of andere vormen van bijkomende datacollectie. Het verwerven van kwalitatieve informatie wordt aangemoedigd omdat energiearmoede vaak ook een subjectief gegeven is: het ‘voldoende’ warm houden van een woning kan voor de ene een lagere grens hebben dan voor de andere.
- Stap 6
Nu kunnen de hypotheses (stap 3) opnieuw geëvalueerd worden. Er zijn meerdere methoden om data en indicatoren juist te analyseren. Alles hangt af van het aantal en de soort indicatoren die geselecteerd werden. Een voorbeeld: de energetische prestatie van woningen kan door een indicator op basis van EPC-data worden gevat, maar evengoed door een combinatie van bouwjaartal, soort woning en/of gegevens over de laatste renovatie.
Een grafische uiteenzetting kan een hulpmiddel bieden bij het analyseren van de indicatoren. Je kan bijvoorbeeld per statistische sector verzamelde indicatoren en kwalitatieve informatie bij elkaar leggen op een fysieke kaart van jouw gemeente of via GIS. Zo krijg je per sector een gelaagd beeld van de grootte en de drijfveren van de uitdaging. Met deze nieuwe verwerking van informatie kan de werkgroep de hypotheses opnieuw evalueren: houden ze nog steeds stand? Zijn ze onderbouwd bewezen? Zo ja, dan vormen deze bevindingen de diagnose.
- Stap 7
Het diagnoserapport dat hieruit voortkomt, dient als startpunt voor de selectie en de prioritering van acties, als basis voor de monitoring van de uitdaging in de toekomst en kan dienen om de nodige steun van het gemeentebestuur te vinden. Het rapport is een opsomming van alle voorgaande stappen.
Communiceer het rapport binnen en buiten de gemeente om het bewustzijn te verhogen en het debat rond acties op te starten.
- Stap 8
Met het diagnoserapport weet je als lokaal bestuur waar je staat binnen de energiearmoede-uitdaging. De volgende vraag is dan: Tegen wanneer wil je wat bereiken?
Een visie over de aanpak tegen energiearmoede zal richting, duidelijkheid en een gevoel van verantwoordelijkheid bieden. De visie is in grote lijnen het bereiken van een toekomst zonder energiearmoede. Probeer hier ook concretere ambities en tijdsinvesteringen aan vast te hangen. Om tot een gedragen visie te komen, maak je de visie best samen op met de stakeholders uit de werkgroep (stap 2). Dit kan ook helpen om draagvlak te krijgen bij het gemeentebestuur.
- Stap 9
Om werk te maken van deze visie, zal de werkgroep met de input van kwetsbare inwoners acties moeten selecteren, evalueren en prioriteren op basis van hun impact en haalbaarheid. De diagnose en visie vormen het kader. De lokale kenmerken (sociale netwerken, bestaande organisaties, financiën, technische expertise,…) vormen opportuniteiten en drempels voor de implementatie van de acties. Hier kan je alvast acties terugvinden die als impactvol en haalbaar werden beoordeeld door energiearmoede-experten.
- Stap 10
De geprioriteerde acties worden formeel vastgelegd in een beleids- en uitvoeringsplan, binnen het (sociaal) energie- en klimaatplan van jouw gemeente. In het beleidsplan kan worden opgenomen:
- de resultaten uit het diagnoserapport (stap 7);
- de ontwikkelde visie (stap 8);
- het uitvoeringsplan: een overzicht van de acties met aanpak, tijdspanne, de verdeling van verantwoordelijkheden, de kost, de financieringsbronnen, de geschatte impact van elke actie en de gekozen monitoringsindicatoren;
- Monitoringsplan: een overzicht van de indicatoren die zowel de lokale situatie (stap 4) als de acties monitoren. En bijkomend wie ze wanneer, hoe vaak en op welke manier rapporteert. Hier kunnen tussentijdse doelstellingen aan vastgehangen worden.
De acties kunnen ook gelinkt en herhaald worden in andere beleidsplannen (ruimte, mobiliteit, welzijn, armoede, …) om nog slagkrachtiger te werk te gaan.
- Stap 11
Eens het beleidsplan in uitvoering is, kan de impact van de acties op de lokale energiearmoede-situatie gemonitord worden om toekomstige acties te verbeteren. De evaluatie kan volgende vragen bevatten:
- Tonen de monitoringsindicatoren (stap 4) een vooruitgang in de energiearmoede-situatie? Wordt er vooruitgang gemerkt door de actie te bespreken met de doelgroep(en)?
- Wat is de directe uitkomst van de actie? Wat wordt er verwacht van het resultaat op lange termijn?
- Zijn de opportuniteiten en drempels correct ingeschat?
- Is de impact naar verwachting? Werden positieve of negatieve neveneffecten vastgesteld?
- Wat hebben we geleerd? Wat is goed verlopen? Wat zijn verbeterpunten?
Indien er leerlessen naar boven komen, kan je als lokaal bestuur acties herzien en toekomstige acties vormgeven.
Communiceer frequent naar de buitenwereld toe over het belang, de voortgang en de resultaten van de acties om het draagvlak te behouden en te versterken.