Veldwerk OVG 6 opgestart

Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken is op 27 september 2021 een nieuw verplaatsingsonderzoek gestart (OVG 6). Er zijn brieven uitgestuurd naar meer dan 35.000 Vlamingen en Brusselaars. Ze kunnen op vrijwillige basis deelnemen aan een enquête. Burgers die vragen hebben, kunnen alle info terugvinden op de website van Ipsos(opent in nieuw venster). Het onderzoek loopt gedurende één jaar.

Wijzigingen t.o.v. de vorige jaren zijn dat er een grotere steekproef wordt bevraagd en dat het onderzoek gebeurt in samenwerking met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ook wordt de mogelijkheid voorzien dat een gedeelte van de bevraging online verloopt.

Recentste onderzoek

Vorige onderzoeken

Tot en met de Onderzoek Verplaatsingsgedrag (OVG) 3 werd het onderzoek uitgevoerd gedurende een periode van 1 jaar. Vanaf OVG 4 werd het veldwerk over 5 jaar verspreid. Die onderzoeken bestaan uit 5 tussentijdse, opeenvolgende bevragingen.

Onderzoeksmethodiek

OVG 1 (april 1994-april 1995) en OVG 2 (januari 2000-januari 2001) gebeurden via een enquête bij een staal van minimaal 2.500 gezinnen die via een eenvoudige toevalssteekproef uit het Rijksregister werd getrokken. De contactprocedure was ofwel telefonisch ofwel uitsluitend postaal (indien telefonisch geen contact bereikt werd)..

Vanaf OVG 3 (september 2007 - september 2008) werd de enquête afgenomen bij een staal van minimaal 8.000 personen die via een gestratificeerde clustersteekproef uit het Rijksregister wordt getrokken. De contactprocedure was face-to-faceofwel via de post (indien geen face-to-face contact bereikt werd).

OVG 4 en OVG 5 gebeurden op dezelfde wijze als OVG 3 behoudens het feit dat de steekproef van minimaal 8.000 personen verspreid werd over 5 achtereenvolgende onderzoeksjaren met een bevraging van telkens minimaal 1.600 personen.

Interne vergelijkingen tussen OVG 3, OVG 4 en OVG 5 zijn globaal gezien mogelijk vermits de methodologie in grote lijnen dezelfde gebleven is. Niettemin zijn hier en daar kleine wijzigingen aangebracht met eerder beperkte impact. We verwijzen hiervoor naar de appendixen met de methodologische toelichting, opgenomen in de rapportages van deze onderzoeken.