Startende leraren sterker begeleiden via inductiejaar
De Vlaamse Regering wil meer startende leraren langer in het onderwijs houden. Om die starters beter te ondersteunen in hun beginperiode, komt er een inductiejaar.
In basis- en secundaire scholen zullen startende leraren, maar ook vervangers doorheen het schooljaar, tot 20% van hun opdracht kunnen besteden aan een nieuwe vorm van aanvangsbegeleiding. Deze vorm van begeleiding focust op klasmanagement en vakdidactiek. Starters krijgen bijvoorbeeld de kans om via klasbezoeken bij meer ervaren collega’s praktijkervaring op te doen. Want wie de klas beter in goede banen kan leiden, heeft minder stress. De begeleiding vermindert de praktijkschok, geeft meer zelfvertrouwen en versnelt de verbinding met het schoolteam.
Scholengemeenschappen (en scholen buiten een scholengemeenschap) krijgen daarvoor vanaf schooljaar 2025-2026 eenheden ‘inductie’. Die kunnen ze omzetten in lestijden of lesuren. Ze ontvangen deze eenheden op basis van het aantal starters in de scholen in de voorbije drie schooljaren. De Vlaamse Regering voorziet hiervoor een budget van 48,7 miljoen euro.
De scholengemeenschappen verdelen deze middelen over hun scholen. Ze bepalen zelf de praktische organisatie van de inductie. Ze spreken criteria af om te bepalen hoeveel én voor welke beginnende leerkrachten de eenheden ‘inductie’ worden aangewend.
Scholengemeenschappen krijgen dus flexibiliteit om de middelen aan te wenden: niet alle beginnende leerkrachten hebben hetzelfde profiel of dezelfde opleiding met hetzelfde stagepakket gevolgd. Starters kunnen in een gesprek met hun evaluator over hun aanvangsbegeleiding ook zelf aangeven of ze nood hebben aan een inductiejaar.
Starters kunnen deze aanvangsbegeleiding bovendien combineren met de lerarenbonus. Dat zijn nog eens twee of drie extra uren die ze aan opleiding kunnen besteden.
Vragen? Contacteer het team onderwijspersoneel via de berichtenfunctie in Mijn Onderwijs Directies & Administraties(opent in nieuw venster).