Gedaan met laden. U bevindt zich op: Wat na een ongunstig advies van de onderwijsinspectie? Mogelijke adviezen na de doorlichting

Wat na een ongunstig advies van de onderwijsinspectie?

Bij een ongunstig advies komt de onderwijsinstelling niet tegemoet aan de erkenningsvoorwaarden. De onderwijsinspectie adviseert de Vlaamse Regering om de procedure tot intrekken van de erkenning op te starten. Afhankelijk van het advies kan het bestuur stappen zetten om het verlies van de erkenning te vermijden.

Engagementsverklaring en nieuwe doorlichting na ongunstig advies

De mogelijkheid om de erkenning niet in te trekken, kan, op voorwaarde dat het bestuur zich engageert om zich extern te laten begeleiden bij het werken aan de tekorten. Indien het bestuur dit engagement opneemt, volgt er een nieuwe doorlichting.

Dit is enkel mogelijk in het geval van een ongunstig advies, mét de mogelijkheid om de erkenning niet in te trekken.

  • Stap 1
  • Stap 2

    De onderwijsinspectie vermeldt in het doorlichtingsverslag binnen welke termijn een nieuwe doorlichting volgt. Dit is ten vroegste 90 kalenderdagen nadat het doorlichtingsverslag werd bezorgd.

    Deze termijn is afhankelijk van de ernst en de aard van de tekorten. Als de tekorten te maken hebben met de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne, geldt deze termijn niet en kan een doorlichting sneller plaatsvinden.

    Hoe ziet een nieuwe doorlichting na een ongunstig advies eruit?

      • Er volgt een nieuwe doorlichting binnen de termijn die gecommuniceerd werd aan de school.
      • Tekorten uit de vorige doorlichting komen aan bod: ofwel binnen het onderzoek kwaliteitsontwikkeling, ofwel binnen een onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs of van de leerlingenbegeleiding.
      • Deze doorlichting is geen kopie van de vorige doorlichting. De onderwijsinspectie verbreedt eventueel de doorlichtingsfocus met andere leergebieden of vakken, of andere kwaliteitsverwachtingen…
      • Deze doorlichting duurt 1 dag.
      • We onderzoeken alleen BVH (voornamelijk op beleidsniveau en slechts beperkt op uitvoeringsniveau). De onderwijsinspectie onderzoekt altijd 3 processen:
        • 1 of 2 processen waarvoor tekorten werden geregistreerd
        • 1 of 2 processen die in de vorige doorlichting niet werden onderzocht

      Wanneer voor de 3 onderzochte processen tekorten werden vastgesteld, verbreden de onderwijsinspecteurs het onderzoek tot 4 processen.

Beroep indienen bij ongunstig advies

Bij een ongunstig advies, zonder de mogelijkheid om erkenning niet in te trekken, kan je als bestuur enkel beroep indienen.

  • Stap 1

    Het bestuur dient een gemotiveerd bezwaarschrift via aangetekende zending in bij de inspecteur-generaal. In het gemotiveerde bezwaarschrift geef je als bestuur aan waarom een mogelijkheid tot opschorting van de procedure tot intrekking van de erkenning gerechtvaardigd is.

  • Stap 2

    Een nieuw en paritair samengesteld doorlichtingsteam onderzoekt de argumenten die het bestuur aangeeft om te rechtvaardigen dat er wel een mogelijkheid moet zijn om de erkenning niet in te trekken. Dit onderzoek gebeurt binnen de 60 kalenderdagen na het indienen van het beroep.