Gedaan met laden. U bevindt zich op: Professionalisering: beleid, plan en middelen van je onderwijsinstelling Professionalisering, nascholing en begeleiding

Professionalisering: beleid, plan en middelen van je onderwijsinstelling

Als directie ben je verantwoordelijk voor het professionaliseringsbeleid van je onderwijsinstelling. Je maakt samen met je team het professionaliseringsplan op en besteedt de professionaliseringsmiddelen die de overheid je toekent.

Voor wie?

Deze pagina is voor basis- en secundair onderwijs, CLB’s, leersteuncentra, onderwijsinternaten, deeltijds kunstonderwijs, centra voor volwassenenonderwijs en centra voor basiseducatie.

Professionaliseringsbeleid

Het kwaliteitsdecreet(opent in nieuw venster) van 8 mei 2009 bepaalt dat elke onderwijsinstelling (school, centrum, academie, leersteuncentrum, onderwijsinternaat) de eerste verantwoordelijke is voor de kwaliteit van het onderwijs dat ze verstrekt.

Je onderwijsinstelling krijgt heel wat autonomie om een professionaliseringsbeleid uit te stippelen. Als directie kan je met je team een eigen professionaliseringsbeleid voeren dat coherent is met de andere beleidsontwikkelingen van je onderwijsinstelling. Een professionaliseringsbeleid vormt een onderdeel van een strategisch personeelsbeleid.

De kwaliteitsverwachtingen rond het professionaliseringsbeleid vind je ook terug in het referentiekader voor onderwijskwaliteit (OK):

“De school ontwikkelt en voert een doeltreffend professionaliseringsbeleid en heeft hierbij specifiek aandacht voor beginnende teamleden.
De school ontwikkelt een systematisch professionaliseringsbeleid. Hierbij staan de professionaliseringsnoden van de teamleden en de prioritaire doelen van de school centraal. De school bevordert de professionele dialoog en reflectie over leren en onderwijzen en biedt daarbij de nodige ondersteuning. Interne en externe expertisedeling worden gestimuleerd. De school moedigt de implementatie van professionaliseringsinitiatieven aan en volgt de effecten ervan op. Beginnende teamleden krijgen een passende begeleiding.”

Naast het OK bestaan ook referentiekaders voor kwaliteitsvolle leersteun, voor CLB-kwaliteit, voor internaatskwaliteit.

Vind een overzicht van alle referentiekaders.

Professionaliseringsplan

  • Elk jaar stelt je onderwijsinstelling een professionaliseringsplan op en krijgt ze van de overheid financiële middelen om dat uit te voeren. Het professionaliseringsplan bevat onder meer:

    • De uitwerking en aanpak voor aanvangsbegeleiding
    • De leerbehoeften op het niveau van je school en de teamleden: dat kan resulteren in een prioriteitenplan op korte en lange termijn
    • De concrete professionaliseringsinitiatieven van dat schooljaar, initiatieven rond aanvangsbegeleiding en andere elementen van je professionaliseringsbeleid (bijvoorbeeld hoe je de implementatie stimuleert)
    • Het thema waarrond je met je hele team wil werken tijdens de pedagogische studiedag(en)

    Belangrijk is dat:

    • Het plan gebaseerd is op een gedeelde visie en op de prioriteiten van je onderwijsinstelling
    • Het hele team betrokken is bij het opstellen, de uitvoering en de evaluatie van het professionaliseringsplan
    • Het een financieel luik bevat, dat aangeeft waar de middelen aan besteed worden
  • Je kiest op wie je een beroep doet: pedagogische begeleidingsdiensten, organisaties verbonden aan de lerarenopleidingen, privé-professionaliseringsorganisaties …

    Je kan ingaan op een extern aanbod

    • Aanbodgestuurd: je tekent in op een bestaand aanbod, met een vast programma
    • Vraaggestuurd: je werkt samen met een organisatie naar keuze voor professionalisering op maat van je school

    Of beroep doen op interne expertise

    Samen leren met en van collega’s is een effectieve manier om je praktijk te versterken.

    Er zijn verschillende waardevolle methodes, zoals professionele leergemeenschappen binnen je school, scholengroep of scholengemeenschap, klasobservaties met feedback, lesson study …

    Vind een professionaliseringsactiviteit.

  • Het lokaal comité (het lokale onderhandelings- of overlegorgaan bevoegd voor arbeidsvoorwaarden en personeelsaangelegenheden) keurt het professionaliseringsplan goed. Is er geen lokaal comité, dan keurt de algemene personeelsvergadering het professionaliseringsplan goed.

    Meer over onderhandelings- en overlegcomités(opent in nieuw venster).

    Als de school een schoolraad heeft, dan heeft die inspraak bij geplande beslissingen over het professionaliseringbeleid. Het schoolbestuur of de afgevaardigde ervan overlegt met de schoolraad over het ontwerp van het professionaliseringsplan.

    Meer over de schoolraad(opent in nieuw venster).

Professionaliseringsmiddelen

Om het professionaliseringsplan uit te voeren, stelt de overheid elk jaar professionaliseringsmiddelen (nascholingsmiddelen) ter beschikking van de onderwijsinstellingen.

  • Instellingen uit de volgende onderwijsniveaus ontvangen professionaliseringsmiddelen:

    • Basisonderwijs
    • Secundair onderwijs
    • Deeltijds kunstonderwijs
    • Volwassenenonderwijs en basiseducatie
    • CLB’s
    • Leersteuncentra
    • Onderwijsinternaten

    Je kan de middelen besteden aan alle personeelsleden van je instelling, waaronder ook niet-gesubsidieerd personeel en directieleden. Voor vrijwilligers kan je geen beroep doen op het professionaliseringsbudget.

    Het professionaliseringsplan moet de relevantie van de professionaliseringsactiviteit aantonen voor een of meer personeelsleden of voor het team.

  • Het professionaliseringsbudget wordt berekend op basis van het aantal organieke betrekkingen in je instelling op 1 februari van het vorige begrotingsjaar. Voor scholen basisonderwijs en secundair onderwijs zijn de middelen in 2023 en 2024 sterk gestegen. Scholen basisonderwijs zetten dit verhoogd budget bij voorkeur in op de leergebieden Nederlands en wiskunde.

    Je kan een reserve opbouwen van maximaal 50% van de jaarlijkse middelen.

    Je onderwijsinstelling moet de middelen die je niet tijdig gebruikt, terugbetalen.

    Je vindt de bedragen per onderwijsniveau voor het huidige begrotingsjaar in het statistisch jaarboek(opent in nieuw venster) van dat jaar.

  • Je onderwijsinstelling ontvangt de middelen in 2 schijven:

    • 1ste schijf van 60% voor het einde van de maand februari
    • 2de schijf van 40% voor het einde van de maand juni
  • Het professionaliseringsplan bevat bij voorkeur een financieel luik, dat aangeeft voor welke professionaliseringsinitiatieven de middelen worden aangewend.

    Als je iets betaalt met professionaliseringsmiddelen, moet je aantonen dat het bijdraagt tot de professionalisering van een of meer personeelsleden of van het team. Het is belangrijk dat er een link is tussen de professionaliseringsactiviteit enerzijds en de onderwijsorganisatie en onderwijspraktijk anderzijds.

    Als je een schoolteamlid bepaalde professionalisering oplegt, zijn de kosten daarvan voor de school. Bekijk en bespreek jaarlijks welke kosten van niet-verplichte professionalisering je school voor haar rekening neemt.

    Zo kan je het professionaliseringsbudget gebruiken voor:

    • Nascholingen bij externen, individueel of als team
    • Een toelichting of workshop door een expert op een pedagogische studiedag
    • Een verkort traject educatieve bachelor lager onderwijs voor een kleuterleerkracht
    • Een opleiding voor beginnende directeurs, ook voor een personeelslid dat het ambt van directeur (nog) niet uitoefent
    • Materiaal gebruikt voor interne professionalisering, ter kennismaking met of ondersteuning van nieuwe methodes
    • Verplaatsingsonkosten, als je het verband tussen de gemaakte kosten en de professionaliseringsactiviteit kan bewijzen

    Het professionaliseringsbudget is niet bestemd voor de persoonlijke ontwikkeling van personeelsleden in het domein van vrijetijdsbesteding. Ook is het niet bestemd voor de betaling van eigen personeelsleden voor het organiseren van vormen van interne professionalisering.

    De verificatie controleert het gebruik van het professionaliseringsbudget.