Intern Transport
- Opleidingsverstrekker
ECS
- Registratienummer
ODB-1003729
- Geregistreerd
op: 11 juni 2025
Deze opleiding komt in aanmerking voor
- Opleidingscheques
- Vlaams opleidingsverlof
Aantal uren: 120 uur
Eindbeoordeling voorzien: nee
Blended leren: nee
Mentoropleiding: nee
Doelgroep
Deelnemers die kennis en attesteringen dienen te verwerven gelinkt aan opleidingen rond Intern Transport. De opleidingscluster omvat opleidingen met machines als Heftruck, Reachtruck, Stapelaar, Verreiker en Roterende verreiker.
Voorwaarden
Specifieke voorwaarden per opleidingsincentive
Elke opleidingsincentive heeft zijn eigen specifieke voorwaarden om te bepalen of u recht heeft. Kijk na of u voldoet aan de voorwaarden van de opleidingsincentive waarvan u gebruik wil maken (Vlaams opleidingsverlof, Vlaams opleidingskrediet en opleidingscheques voor werknemers
Opleidingscheques: beperkende voorwaarde opleidingsniveau
Deze opleiding kan u betalen met een opleidingscheque. Bent u hooggeschoold (u behaalde een graduaats-, bachelor- of masterdiploma)? Dan kan dat enkel als u een ‘attest loopbaanbegeleiding’ heeft van maximaal 6 jaar oud. In dit attest verklaart een loopbaanbegeleider dat de opleiding noodzakelijk is voor de uitvoering van uw persoonlijk ontwikkelplan (POP).
Modules
THEORIE :
⢠Uitoefenen van een veiligheidsfunctie.
⢠De verschillende uitvoeringen van de heftruck.
⢠De veiligheidsvoorschriften: veilig op- en afstappen, veiligheidskooi, omgevingsrisicoâs, veiligheidsregels bij het rijden.
⢠Keuring volgens toepassing van de toestellen.
⢠Belangrijke begrippen i.v.m. de structuur van de heftruck en de bedieningsorganen.
⢠Bouwspecificaties van de heftruck.
⢠Begrippen met betrekking tot de stabiliteit.
⢠Besturing drie- en vierwieler en hun draaigedrag.
⢠Voor- en nadelen van elektrische of thermische aandrijving.
⢠Aflezen van een lastendiagram.
⢠Correcte en veilige lastenbehandeling.
⢠Naderen, opnemen en verplaatsen van lasten.
⢠De elementen waaruit de startcontrole bestaat, meldingsplicht en de procedure om het toestel buiten dienst te stellen.
⢠Correct parkeren en controles uitvoeren na de werken.
⢠Aankoppelen, afkoppelen, verwisselen en onderhouden van de batterijen.PRAKTIJK :
⢠Startcontrole uitvoeren, herkennen van gevaarlijke defecten en deze melden.
⢠Keuringsdocumenten controleren en de veiligheidsregels toepassen.
⢠Bedieningsorganen correct gebruiken.
⢠Goede rijtechniek hanteren: voor- en achteruit, draaien, parkeren.
⢠Interactie met voetgangers en andere bestuurders.
⢠De correcte volgorde van bediening uitvoeren.
⢠Het inschatten van afstanden, diepte en hoogte.
⢠Naderen, opnemen en verplaatsen van lasten.
⢠Orde en netheid toepassen en het toestel veilig opstellen.THEORIE :
⢠Uitoefenen van een veiligheidsfunctie
⢠De verschillende toepassingen van een roterende verreiker
⢠Hulpmiddelen voor speciale lasten
⢠Regelgeving op de openbare weg
⢠De veiligheidsvoorschriften : veilig in- en uitstappen,
veiligheidskooi, omgevingsrisicoâs, veiligheidsregels bij het
rijden
⢠Keuring volgens toepassing van de toestellen
⢠Belangrijke begrippen i.v.m. de structuur van een roterende verreiker en de bedieningsorganen
⢠Begrippen met betrekking tot de stabiliteit
⢠Stuurmogelijkheden en hun draaigedrag
⢠Aflezen van een lastendiagram
⢠Correcte en veilige lastbehandeling
⢠Naderen, opnemen en verplaatsen van lasten
⢠Aanslagmateriaal met hun gebruiksvoorwaarden en afkeuringscriteria
⢠De elementen waaruit de startcontrole bestaat, meldingsplicht en de procedure om het toestel buiten dienst te stellen
⢠Controles uit te voeren na de werken en correct parkerenPRAKTIJK :
⢠Startcontrole uitvoeren, herkennen van gevaarlijke defecten en deze melden
⢠Keuringsdocumenten controleren en de veiligheidsregels toepassen
⢠Bedieningsorganen correct gebruiken
⢠Goede rijtechniek hanteren: voor- en achteruit, draaien, parkeren
⢠Interactie met voetgangers en andere bestuurders
⢠Gebruik en stabiel plaatsen van stempels
⢠De correcte volgorde van bediening uitvoeren
⢠Het inschatten van afstanden, diepte en hoogte
⢠Naderen, opnemen en verplaatsen van lasten met de vorken
⢠Gebruiken van verscheidene aanslagmaterialenTHEORIE :
⢠Uitoefenen van een veiligheidsfunctie.
⢠De verschillende uitvoeringen van de heftruck.
⢠De veiligheidsvoorschriften : veilig op- en afstappen, veiligheidskooi, omgevingsrisicoâs, veiligheidsregels bij het rijden.
⢠Keuring volgens toepassing van de toestellen.
⢠Belangrijke begrippen i.v.m. de structuur van de heftruck en de bedieningsorganen.
⢠Bouwspecificaties van de heftruck.
⢠Begrippen met betrekking tot de stabiliteit.
⢠Besturing drie- en vierwieler en hun draaigedrag.
⢠Voor- en nadelen van elektrische of thermische aandrijving.
⢠Aflezen van een lastendiagram.
⢠Correcte en veilige lastenbehandeling.
⢠Naderen, opnemen en verplaatsen van lasten.
⢠De elementen waaruit de startcontrole bestaat, meldingsplicht en de procedure om het toestel buiten dienst te stellen.
⢠Correct parkeren en controles uitvoeren na de werken.
⢠Aankoppelen, afkoppelen, verwisselen en onderhouden van de batterijen.PRAKTIJK :
⢠Startcontrole uitvoeren, herkennen van gevaarlijke defecten en deze melden.
⢠Keuringsdocumenten controleren en de veiligheidsregels toepassen.
⢠Bedieningsorganen correct gebruiken.
⢠Goede rijtechniek hanteren: voor- en achteruit, draaien, parkeren.
⢠Interactie met voetgangers en andere bestuurders.
⢠De correcte volgorde van bediening uitvoeren.
⢠Het inschatten van afstanden, diepte en hoogte.
⢠Naderen, opnemen en verplaatsen van lasten.
⢠In- en uitrijden magazijnrekken.THEORIE :
⢠Uitoefenen van een veiligheidsfunctie.
⢠De verschillende uitvoeringen van de heftruck.
⢠De veiligheidsvoorschriften: veilig op- en afstappen, veiligheidskooi, omgevingsrisicoâs, veiligheidsregels bij het rijden.
⢠Keuring volgens toepassing van de toestellen.
⢠Belangrijke begrippen i.v.m. de structuur van de heftruck en de bedieningsorganen.
⢠Bouwspecificaties van de heftruck.
⢠Begrippen met betrekking tot de stabiliteit.
⢠Besturing drie- en vierwieler en hun draaigedrag.
⢠Voor- en nadelen van elektrische of thermische aandrijving.
⢠Aflezen van een lastendiagram.
⢠Correcte en veilige lastenbehandeling.
⢠Naderen, opnemen en verplaatsen van lasten.
⢠De elementen waaruit de startcontrole bestaat, meldingsplicht en de procedure om het toestel buiten dienst te stellen.
⢠Correct parkeren en controles uitvoeren na de werken.
⢠Aankoppelen, afkoppelen, verwisselen en onderhouden van de batterijen.PRAKTIJK :
⢠Startcontrole uitvoeren, herkennen van gevaarlijke defecten en deze melden.
⢠Keuringsdocumenten controleren en de veiligheidsregels toepassen.
⢠Bedieningsorganen correct gebruiken.
⢠Goede rijtechniek hanteren: voor- en achteruit, draaien, parkeren.
⢠Interactie met voetgangers en andere bestuurders.
⢠De correcte volgorde van bediening uitvoeren.
⢠Het inschatten van afstanden, diepte en hoogte.
⢠Naderen, opnemen en verplaatsen van lasten.
⢠Orde en netheid toepassen en het toestel veilig opstellen.THEORIE :
⢠Uitoefenen van een veiligheidsfunctie.
⢠De verschillende uitvoeringen van de heftruck.
⢠De veiligheidsvoorschriften: veilig op- en afstappen, veiligheidskooi, omgevingsrisicoâs, veiligheidsregels bij het rijden.
⢠Keuring volgens toepassing van de toestellen.
⢠Belangrijke begrippen i.v.m. de structuur van de heftruck en de bedieningsorganen.
⢠Bouwspecificaties van de heftruck.
⢠Begrippen met betrekking tot de stabiliteit.
⢠Besturing drie- en vierwieler en hun draaigedrag.
⢠Voor- en nadelen van elektrische of thermische aandrijving.
⢠Aflezen van een lastendiagram.
⢠Correcte en veilige lastenbehandeling.
⢠Naderen, opnemen en verplaatsen van lasten.
⢠De elementen waaruit de startcontrole bestaat, meldingsplicht en de procedure om het toestel buiten dienst te stellen.
⢠Correct parkeren en controles uitvoeren na de werken.
⢠Aankoppelen, afkoppelen, verwisselen en onderhouden van de batterijen.PRAKTIJK :
⢠Startcontrole uitvoeren, herkennen van gevaarlijke defecten en deze melden.
⢠Keuringsdocumenten controleren en de veiligheidsregels toepassen.
⢠Bedieningsorganen correct gebruiken.
⢠Goede rijtechniek hanteren: voor- en achteruit, draaien, parkeren.
⢠Interactie met voetgangers en andere bestuurders.
⢠De correcte volgorde van bediening uitvoeren.
⢠Het inschatten van afstanden, diepte en hoogte.
⢠Naderen, opnemen en verplaatsen van lasten.
⢠Orde en netheid toepassen en het toestel veilig opstellen.THEORIE :
⢠Uitoefenen van een veiligheidsfunctie.
⢠De verschillende uitvoeringen van de heftruck.
⢠De veiligheidsvoorschriften: veilig op- en afstappen, veiligheidskooi, omgevingsrisicoâs, veiligheidsregels bij het rijden.
⢠Keuring volgens toepassing van de toestellen.
⢠Belangrijke begrippen i.v.m. de structuur van de heftruck en de bedieningsorganen.
⢠Bouwspecificaties van de heftruck.
⢠Begrippen met betrekking tot de stabiliteit.
⢠Besturing drie- en vierwieler en hun draaigedrag.
⢠Voor- en nadelen van elektrische of thermische aandrijving.
⢠Aflezen van een lastendiagram.
⢠Correcte en veilige lastenbehandeling.
⢠Naderen, opnemen en verplaatsen van lasten.
⢠De elementen waaruit de startcontrole bestaat, meldingsplicht en de procedure om het toestel buiten dienst te stellen.
⢠Correct parkeren en controles uitvoeren na de werken.
⢠Aankoppelen, afkoppelen, verwisselen en onderhouden van de batterijen.PRAKTIJK :
⢠Startcontrole uitvoeren, herkennen van gevaarlijke defecten en deze melden.
⢠Keuringsdocumenten controleren en de veiligheidsregels toepassen.
⢠Bedieningsorganen correct gebruiken.
⢠Goede rijtechniek hanteren: voor- en achteruit, draaien, parkeren.
⢠Interactie met voetgangers en andere bestuurders.
⢠De correcte volgorde van bediening uitvoeren.
⢠Het inschatten van afstanden, diepte en hoogte.
⢠Naderen, opnemen en verplaatsen van lasten.
⢠Orde en netheid toepassen en het toestel veilig opstellen.THEORIE :
⢠Uitoefenen van een veiligheidsfunctie.
⢠De verschillende uitvoeringen van de heftruck.
⢠De veiligheidsvoorschriften: veilig op- en afstappen, veiligheidskooi, omgevingsrisicoâs, veiligheidsregels bij het rijden.
⢠Keuring volgens toepassing van de toestellen.
⢠Belangrijke begrippen i.v.m. de structuur van de heftruck en de bedieningsorganen.
⢠Bouwspecificaties van de heftruck.
⢠Begrippen met betrekking tot de stabiliteit.
⢠Besturing drie- en vierwieler en hun draaigedrag.
⢠Voor- en nadelen van elektrische of thermische aandrijving.
⢠Aflezen van een lastendiagram.
⢠Correcte en veilige lastenbehandeling.
⢠Naderen, opnemen en verplaatsen van lasten.
⢠De elementen waaruit de startcontrole bestaat, meldingsplicht en de procedure om het toestel buiten dienst te stellen.
⢠Correct parkeren en controles uitvoeren na de werken.
⢠Aankoppelen, afkoppelen, verwisselen en onderhouden van de batterijen.PRAKTIJK :
⢠Startcontrole uitvoeren, herkennen van gevaarlijke defecten en deze melden.
⢠Keuringsdocumenten controleren en de veiligheidsregels toepassen.
⢠Bedieningsorganen correct gebruiken.
⢠Goede rijtechniek hanteren: voor- en achteruit, draaien, parkeren.
⢠Interactie met voetgangers en andere bestuurders.
⢠De correcte volgorde van bediening uitvoeren.
⢠Het inschatten van afstanden, diepte en hoogte.
⢠Naderen, opnemen en verplaatsen van lasten.
⢠Orde en netheid toepassen en het toestel veilig opstellen.THEORIE :
⢠Uitoefenen van een veiligheidsfunctie
⢠De verschillende types elektrische stapelaar en hun kenmerken
⢠De veiligheidsvoorschriften: omgevingsrisicoâs, rijtechnieken en veiligheidsregels bij het rijden
⢠Keuring van de toestellen als hefwerktuig
⢠Belangrijke begrippen i.v.m. de structuur van de elektrische stapelaar en de bedieningsorganen
⢠Begrippen met betrekking tot de stabiliteit
⢠Aflezen van een lastendiagram
⢠Correcte en veilige lastbehandeling
⢠De elementen waaruit de startcontrole bestaat, meldingsplicht en de procedure om het toestel buiten dienst te stellen
⢠Controles uit te voeren na de werken: correct parkeren, opladen van de batterijenPRAKTIJK :
⢠Startcontrole uitvoeren, herkennen van gevaarlijke defecten en deze melden
⢠Keuringsdocumenten controleren en de veiligheidsregels toepassen
⢠Bedieningsorganen correct gebruiken
⢠Batterijen aansluiten en ontkoppelen
⢠Goede rijtechniek hanteren: voor- en achteruit, draaien, parkeren
⢠Interactie met voetgangers en andere bestuurders
⢠De correcte volgorde van bediening uitvoeren
⢠Het inschatten van afstanden, diepte en hoogte
⢠Dwars aanrijden, last uitnemen en terugplaatsen in magazijnrekken
⢠Lasten door smalle doorgangen verplaatsen
⢠Rijden op een helling en laden van een container
⢠Orde en netheid toepassen en het toestel veilig opstellenTHEORIE :
⢠Uitoefenen van een veiligheidsfunctie
⢠De verschillende toepassingen van een starre verreiker
⢠Regelgeving op de openbare weg
⢠De veiligheidsvoorschriften : veilig in- en uitstappen, veiligheidskooi, omgevingsrisicoâs, veiligheidsregels bij het rijden
⢠Keuring volgens toepassing van de toestellen
⢠Belangrijke begrippen i.v.m. de structuur van de starre verreiker en de bedieningsorganen
⢠Begrippen met betrekking tot de stabiliteit
⢠Stuurmogelijkheden en hun draaigedrag
⢠Aflezen van een lastendiagram
⢠Correcte en veilige lastbehandeling
⢠Naderen, opnemen en verplaatsen van lasten
⢠De elementen waaruit de startcontrole bestaat, meldingsplicht en de procedure om het toestel buiten dienst te stellen
⢠Controles uit te voeren na de werken en correct parkerenPRAKTIJK :
⢠Startcontrole uitvoeren, herkennen van gevaarlijke defecten en deze melden
⢠Keuringsdocumenten controleren en de veiligheidsregels toepassen
⢠Bedieningsorganen correct gebruiken
⢠Goede rijtechniek hanteren: voor- en achteruit, draaien, parkeren
⢠Interactie met voetgangers en andere bestuurders
⢠Gebruik en stabiel plaatsen van stempels
⢠De correcte volgorde van bediening uitvoeren
⢠Het inschatten van afstanden, diepte en hoogte
⢠Naderen, opnemen en verplaatsen van lasten
⢠Orde en netheid toepassen en het toestel veilig opstellenTHEORIE :
⢠Uitoefenen van een veiligheidsfunctie
⢠De verschillende toepassingen van een roterende verreiker
⢠Hulpmiddelen voor speciale lasten
⢠Regelgeving op de openbare weg
⢠De veiligheidsvoorschriften : veilig in- en uitstappen, veiligheidskooi, omgevingsrisicoâs, veiligheidsregels bij het rijden
⢠Keuring volgens toepassing van de toestellen
⢠Belangrijke begrippen i.v.m. de structuur van een roterende verreiker en de bedieningsorganen
⢠Begrippen met betrekking tot de stabiliteit
⢠Stuurmogelijkheden en hun draaigedrag
⢠Aflezen van een lastendiagram
⢠Correcte en veilige lastbehandeling
⢠Naderen, opnemen en verplaatsen van lasten
⢠De elementen waaruit de startcontrole bestaat, meldingsplicht en de procedure om het toestel buiten dienst te stellen
⢠Controles uit te voeren na de werken en correct parkerenPRAKTIJK :
⢠Startcontrole uitvoeren, herkennen van gevaarlijke defecten en deze melden
⢠Keuringsdocumenten controleren en de veiligheidsregels toepassen
⢠Bedieningsorganen correct gebruiken
⢠Goede rijtechniek hanteren: voor- en achteruit, draaien, parkeren
⢠Interactie met voetgangers en andere bestuurders
⢠Gebruik en stabiel plaatsen van stempels
⢠De correcte volgorde van bediening uitvoeren
⢠Het inschatten van afstanden, diepte en hoogte
⢠Naderen, opnemen en verplaatsen van lasten
⢠Orde en netheid toepassen en het toestel veilig opstellen