Gedaan met laden. U bevindt zich op: Projectoproep omstaanderstraining om te interveniëren in de straatcultuur Projecten

Projectoproep omstaanderstraining om te interveniëren in de straatcultuur

Lokale besturen melden overlast door de invloed van ‘straatcultuur’. Dat beperkt zich niet langer tot grote steden, ook scholen, verenigingen en straten in kleinere gemeenten merken deze trend. De minister van Binnenlands Bestuur lanceert deze oproep om gemeenten en organisaties te helpen om veilig in te grijpen bij incidenten.

​​​​

Doelgroep(en)

Vereniging - Andere organisatie

Aanvragen tot en met

31.10.2025

Een opvallende trend waar de lokale besturen mee worden geconfronteerd is de opkomst van de straatcultuur en het binnenbrengen ervan in lokale organisaties, zoals scholen en verenigingen, en het opbod ervan in onze wijken en steden. Dit is een gezamenlijk gedragen gevoel onder groepen jongeren dat zich vertaalt in allerlei opvattingen, gedragingen, normen en waarden en zelfs een eigen taalgebruik.

Het meest overheersende kenmerk van deze cultuur is het gevoel van minderwaardigheid en afwijzing door de maatschappij en het daarbij horende wantrouwen ten aanzien van burgers en autoriteiten. In de straatcultuur eis je respect door kracht, lef, geld, tatoeages, gewonnen vechtpartijen en het plegen van criminele feiten. De straatcultuur heeft bovendien verscheidene raakvlakken met “klassieke” vormen van radicalisering en extremisme zoals bijv. de houding ten aanzien van vrouwen.

Zo is er sprake van toxische mannelijkheid. Deze term verwijst naar een verzameling van schadelijke overtuigingen, en gedragingen die geworteld zijn in traditionele mannelijke rollen, maar tot het uiterste worden doorgevoerd. Het gaat hierbij dus om abnormale belevingen van mannelijkheid vertrekkende vanuit een verwrongen en achterhaald wereldbeeld waarbij mannen en jongeren radicaliseren in hun houding en gedrag ten aanzien van vrouwen. Het zet een enorme druk op jonge jongens om aan deze normen te voldoen. De straatcultuur is een échte mannencultuur waarbij vrouwen als minderwaardig worden beschouwd en waarbij zij bijgevolg geen volwaardig deel uitmaken van de maatschappij. Het draait voornamelijk om het tonen van je mannelijkheid, het afdwingen van respect en het snel verdienen van grote sommen geld. Naast de overlast die deze straatcultuur veroorzaakt in verscheidene wijken wordt deze ook meer en meer binnengebracht in onze scholen. (Frank van Strijen, “Van de straat: De straatcultuur van jongeren ontrafeld”, 2011, Amsterdam)’

Steden en gemeenten melden overlast en straatintimidatie in bepaalde buurten, bijv. stationsomgevingen. Ze geven ook aan dat de straatcultuur opgang maakt binnen lokale scholen en verenigingen. Het fenomeen lijkt zich niet te beperken tot (grotere) steden, maar is tevens zichtbaar in sommige verenigingen, scholen, wijken, buurten of straten in kleinere gemeenten. Het gedrag leidt tot onveiligheid en vervreemding, ondergraaft de sociale samenhang, draagt bij tot schadelijke polarisatie en kan in het uiterste geval leiden tot gewelddadige radicalisering. Gemeenten, en bij uitbreiding hun lokale organisaties zoals verenigingen, schooldirecties en leerkrachten, hebben bijgevolg nood aan handvatten om op een veilige manier te kunnen interveniëren. Ingrijpen is immers niet zonder risico: recent nog haalden enkele spijtig incidenten de nationale pers waarbij burgers die als omstaander reageerden het leven lieten.

Voorwaarden

Met deze projectoproep wil het Vlaamse Radicaliseringsbeleid gemeenten ondersteunen om veilig en effectief te interveniëren in de straatcultuur. Dit zowel in de publieke ruimte als binnen lokale organisaties, zoals lokale verenigingen en scholen. We gaan daarbij op zoek naar projecten die een ‘train-the-trainer’ omstaanderspakket willen aanbieden aan lokale besturen.

Projectaanvragers

  • ontwerpen een ‘train-the-trainer’ die gericht is op het aanleren van veilig en effectief omstaandersgedrag dat kan worden aangewend om te interveniëren bij schadelijke uitingen van de straatcultuur;
  • bieden deze training gratis aan geïnteresseerde lokale besturen;
  • voorzien in een effectmeting en sturen hun methodiek op basis daarvan bij.

Na afloop van de projectsubsidiëring wordt de ontwikkelde methodiek doorgegeven aan een erkende partnerorganisatie voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling over gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie.

Het project start ten vroegste op 1 januari 2026 en eindigt ten laatste op 31 december 2030.

​​​​

Procedure

De oproep staat open voor vzw’s, inclusief kandidaat-partnerorganisaties voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling over gewelddadige radicalisering, extremisme, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie, mits zij voldoen aan de voorwaarden van de projectoproep. Per indiener kan slechts 1 aanvraag worden ingediend.

De deadline voor het indienen van een aanvraag is donderdag 31 oktober 2025, 12u00. Je kan een aanvraag indienen vanaf woensdag 1 oktober 2025 via Subsidiepunt(opent in nieuw venster). Via deze applicatie kan je subsidies aanvragen die uitgegeven worden het Agentschap Binnenlands Bestuur.

Initiatiefnemers die willen intekenen, vinden hieronder alle nodige informatie en documenten:

Bewijsstukken

Om een vlotte verwerking van je subsidiedossier na afloop van het project te kunnen garanderen, is het belangrijk de daarvoor bestemde rapportagedocumenten te gebruiken. Die vind je op de pagina van de projectoproep vanaf 1 mei 2026.

Financiële voordelen

Voor deze oproep is 350.000 euro beschikbaar. Het maximumbudget per project is 200.000 euro.

Bij een positieve beslissing wordt een eerste schijf van 40 % van het subsidiebedrag ter beschikking gesteld. Een tweede schijf van 40% kan worden uitbetaald na goedkeuring van een tussentijds verslag. Het saldo wordt uitbetaald na afloop van het project op basis van een inhoudelijke en financiële controle. De voorwaarden worden opgenomen in het subsidiebesluit.

Let wel:

  1. Enkel kosten gemaakt tijdens de projectperiode komen in aanmerking.
  2. Als de nettokosten (dat zijn de aanvaarde kosten verminderd met de eventuele inkomsten die voortvloeien uit de realisatie van het project) minder bedragen dan de ontvangen subsidie, dan wordt het verschil teruggevorderd.
  3. Als er geen afrekeningsdossier wordt ingediend, worden de voorschotten teruggevorderd. Met vragen omtrent de afrekening kan je contact opnemen met inclusie@vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie)