De standaard langdurige woonbinding geldt voor alle kandidaat-huurders in heel Vlaanderen. Dit verleent een voorrang aan wie de afgelopen tien jaar minstens vijf jaar ononderbroken in de gemeente woonde.

Opgelet: inwoner betekent niet noodzakelijk hetzelfde als gedomicilieerd geweest zijn in de gemeente. De kandidaat-huurder kan met alle middelen bewijzen dat hij inwoner geweest is.

De gemeente kan een strengere langdurige woonbinding invoeren. Deze komt dan voor de standaard langdurige woonbinding.

De gemeenten uit het werkingsgebied of deelgebied kunnen ervoor kiezen een langdurige woonbinding met het werkingsgebied of deelgebied in te voeren. Hierdoor krijgen kandidaat-huurders voorrang die in de tien jaar voor de toewijzing minstens vijf jaar onafgebroken in het deelgebied/werkingsgebied woonden. Dit kan alleen als alle gemeenten hiermee instemmen.

Deze voorrang komt voor de binding voor mantelzorg.

Opgelet: Langdurige woonbinding en chronologie past u toe in alle pijlers behalve pijler 2 .

Opgelet: Kandidaat-huurders die een sterke maatschappelijke, economische of socio-culturele binding hebben met het werkgebied van Vlabinvest apb behouden hun voorrang voor woningen die gedeeltelijk gefinancierd zijn met middelen van het Financieringsfonds of van Vlabinvest apb. Deze voorrang komt voor deze voorrangen uit het Besluit van de Vlaamse Codex Wonen.

U kan het aantal versnelde toewijzingen op twee manieren berekenen. U berekent jaarlijks het aantal of u legt het aantal voor een aantal jaren vast.

• Jaarlijkse berekening
• Vast aantal versnelde toewijzingen

Link naar de berekeningen op lokaal woonbeleid

De volgende doelgroepen komen in aanmerking voor een versnelde toewijzing:

• Kandidaat-huurder die dak- en thuisloos is of dat dreigt te worden:
  • de kandidaat-huurder die geen huisvesting of opvang heeft of die in nachtopvang verblijft
  • de kandidaat-huurder die een instelling of gevangenis kan of moet verlaten en elders geen woonrecht heeft
  • de kandidaat-huurder die verblijft in een opvangtehuis, noodwoning, crisisopvang, transitwoning of hotel
  • de kandidaat-huurder die zijn woonrecht verliest en opgevangen wordt bij familie of vrienden
  • de kandidaat-huurder die in een woning woont waarvan de huurovereenkomst door de eigenaar wordt opgezegd met een opzegtermijn van minder dan drie maanden of die de woning verplicht en rechtsgeldig moet verlaten binnen een termijn van minder dan drie maanden
• Kandidaat-huurder die als jongere met begeleiding zelfstandig woont of gaat wonen
• Kandidaat-huurder met een geestelijk gezondheidsprobleem die zelfstandig woont of gaat wonen
• Kandidaat-huurder die in slechte huisvesting woont. Er zijn drie groepen kandidaat-huurders die in slechte huisvesting wonen:
  • wie woont in een goed dat niet bestemd is voor wonen
  • wie woont in een goed dat onbewoonbaar of ongeschikt is verklaard
  • wie woont in een goed dat overbewoond is
• Kandidaat-huurder die zich in bijzondere omstandigheden van sociale aard bevindt. De woonmaatschappij kan beslissen een woning versneld toe te wijzen aan een kandidaat-huurder die zich in bijzondere omstandigheden van sociale aard bevindt.

  • Deze beslissing moet gemotiveerd zijn. Bij de motivering houdt u rekening met:

  • de realisatie van optimale ontwikkelingskansen voor iedereen
  • een optimale leefbaarheid van de wijken
  • het bevorderen van de integratie van bewoners in de samenleving
  • het bevorderen van gelijke kansen voor iedereen

De woonmaatschappij kan, na overleg met de toewijzingsraad, de werkwijze voor versnelde toewijzingen afstemmen op de behoeften in het werkingsgebied.

De woonmaatschappij kan zo gemotiveerd beslissen over:

• de verdeling van het percentage over de doelgroepen
• de voorwaarden om beschouwd te worden als een doelgroep voor een versnelde toewijzing
• een voorrangsregeling binnen de doelgroepen. De woonmaatschappij houdt daarbij rekening met de meest precaire woonbehoefte.

De verhuurder neemt deze werkwijze op in het interne huurreglement.

Aanmelden kandidaat

Wie welke kandidaat-huurder kan aanmelden, staat in het Besluit van de Vlaamse Codex Wonen.

Bijvoorbeeld:

• Het OCMW of het CAW kan iemand aanmelden die dak- en thuisloos is
• Een dienst erkend voor autonoom wonen kan een jongere aanmelden die begeleid zelfstandig gaat wonen.

De toewijzingsraad kan andere diensten aanduiden die kandidaat-huurders mogen aanmelden.

Kandidaat-huurders die in slechte huisvesting wonen of zich in bijzondere omstandigheden van sociale aard bevinden, mogen zichzelf aanmelden.

Begeleiding

De woonmaatschappij kan voor bepaalde doelgroepen als voorwaarde stellen dat een welzijns- of gezondheidsvoorziening de kandidaat-huurder begeleidt. Dan sluit de welzijns- of gezondheidsvoorziening een begeleidingsovereenkomst met de kandidaat-huurder.

De begeleidende maatregelen zijn gericht op zelfstandig wonen van de huurder en het naleven van de huurdersverplichtingen. Naleven van de begeleidingsovereenkomst is een huurdersverplichting. Alleen bij ernstige en blijvende niet-nakoming door een huurder van een huurdersverplichting kunt u de huurder een opzeg geven.

Aan de volgende specifieke doelgroepen kan de gemeente voorrang verlenen:

• de kandidaat-huurder, vanaf 65 jaar
• de kandidaat-huurder die als jongere met begeleiding zelfstandig woont of gaat wonen
• de kandidaat-huurder met een fysieke of mentale beperking of handicap
• de kandidaat-huurder in beschut wonen of een tewerkstellingsprogramma
• de kandidaat-huurder met een geestelijke gezondheidsproblematiek
• de kandidaat-huurder die dak- en thuisloos is of dat dreigt te worden

Daarnaast kan de gemeente ook andere doelgroepen afbakenen.

Meer informatie hierover vindt u op de pagina van lokaal woonbeleid.

Voor deze toewijzingen kan de woonmaatschappij als voorwaarde stellen dat de kandidaat-huurder een begeleidingsovereenkomst afsluit met een welzijns- of gezondheidsvoorziening.

De kandidaat-huurder is minstens 18 jaar.

Uitzondering

• Een jongere die ontvoogd werd
• een jongere die zelfstandig woont of gaat wonen onder begeleiding van een erkende dienst of een OCMW

voor een sociale assistentiewoning: de kandidaat-huurder is minstens 65 jaar

De kandidaat-huurder is ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister

De kandidaat-huurder heeft geen inkomen hoger dan:

• 29.515 euro voor een alleenstaande persoon zonder personen ten laste;
• 31.987 euro voor een alleenstaande persoon met een handicap;
• 44.270 euro, verhoogd met 2.475 euro per persoon ten laste voor anderen.

De middelentoets is een nieuwe inschrijvings- en toelatingsvoorwaarde, die geldt voor nieuwe (potentiële) kandidaat-huurders vanaf 1 januari 2024. Zittende huurders moeten niet aan deze voorwaarde voldoen, ook niet als ze verhuizen naar een andere sociale woning. Wie op 1 januari 2024 al ingeschreven is als kandidaat-huurder, moet u wel toetsen bij de toewijzing van een sociale woning.

Naast het inkomen zal u ook het vermogen van een (potentiële) kandidaat-huurder moeten toetsen, namelijk de positieve saldi op spaar-, betaal-, termijn- en effectenrekeningen. Deze mogen een bepaalde grens niet overschrijden. Deze grens komt overeen met de bestaande inkomensgrens, het gaat om dezelfde bedragen die u op dezelfde wijze berekent als bij de bestaande inkomensgrens.

Het gaat om de volgende bovengrenzen:

Meer informatie over de middelentoets leest u hier.

• De volgende voorwaarden inzake onroerend bezit in binnen- en buitenland zijn van toepassing (art. 6.12, eerste lid BVC). Lees meer over de eigendomsvoorwaarde.
• De onroerende bezitsvoorwaarde (verstrenging bij toewijzing: wanneer de kandidaat-huurder werd ingeschreven met een uitzondering, dan moet de woning binnen het jaar na toewijzing vervreemd zijn).