Idee kan in alle betekenissen een het-woord zijn. Specifiek in de betekenis ‘filosofisch denkbeeld', ‘filosofische gedachte', ‘algemeen geldende gedachte' kan idee ook een de-woord zijn, maar het idee is ook in die betekenissen gebruikelijker.
- Het idee alleen al doet me huiveren!
- Het was mijn dochter die me op het idee bracht.
- Sara heeft altijd wel een lumineus idee.
- Dat idee van jou vind ik maar niks.
- het / de godsidee bij Kant
- het / de marxistische idee van de klassenstrijd
- De Europese Unie is gebaseerd op het / de idee dat integratie voordelen oplevert, geen verliezen.
Het is belangrijk om bij beide geslachten de bijbehorende vormen consequent te gebruiken.
- Als u het idee gebruikt, zegt u ook dit/dat idee, elk idee, ons idee en krijgt een bijvoeglijk naamwoord geen buigings-e na bijvoorbeeld een en elk: een mooi idee, elk mooi idee, mooi idee.
- Als u de idee gebruikt, zegt u ook die/deze idee, elke idee, onze idee en krijgt een bijvoeglijk naamwoord altijd een buigings-e: de ingewikkelde idee, een ingewikkelde idee, ingewikkelde idee.