Gedaan met laden. U bevindt zich op: jouw / uw Taaladviezen

jouw / uw

Voor de tweede persoon zijn er verschillende persoonlijke voornaamwoorden: de vertrouwelijke vormen je en jullie, en de beleefdheidsvorm u, die we zowel voor het enkelvoud als voor het meervoud gebruiken. Bij je en jullie horen de bezittelijke voornaamwoorden je/jouw en jullie; bij de beleefdheidsvorm u hoort het bezittelijk voornaamwoord uw.

Met de beleefdheidsvormen u en uw drukken we tegenover de toehoorder, gesprekspartner of lezer afstand of afstandelijkheid uit. Hoewel de vertrouwelijke vormen in steeds meer situaties worden gebruikt, blijft het raadzaam om de beleefdheidsvorm te gebruiken als de situatie of de context dat vereist. Veel mensen vinden de u-vorm te afstandelijk, maar onbekende volwassenen met je of jullie aanspreken kan onbeleefd of te direct overkomen.

Het is aan te bevelen om in de volgende situaties de beleefdheidsvorm te gebruiken:

  • bij mensen met wie u geen vertrouwelijke band hebt, bijvoorbeeld bij het eerste contact met iemand die u niet kent;
  • in formele geschreven boodschappen, bijvoorbeeld in de zakelijke correspondentie tussen de overheid en burgers;
  • in situaties waarin u een minder goede zakelijke band met de toehoorder, gesprekspartner of lezer hebt, bijvoorbeeld als u op een klacht van een klant reageert of als u een klant aanmaant om te betalen.

Zodra u een meer vertrouwelijke band met de toehoorder, gesprekspartner of lezer hebt, kunt u naar de vertrouwelijke vormen overschakelen. Wanneer dat kan, is een kwestie van aanvoelen. Vermijd in elk geval dat u in een bepaalde situatie of context vertrouwelijke vormen en beleefdheidsvormen vermengt.

In een aantal situaties liggen de vertrouwelijke vormen voor de hand:

  • bij mensen met wie u een vertrouwelijke band hebt, bijvoorbeeld in brieven of e-mails aan iemand die u goed kent;
  • in informele geschreven boodschappen, bijvoorbeeld in brieven of e-mailberichten aan jongeren.