Gedaan met laden. U bevindt zich op: Hoofdletters - 05. Aardrijkskundige namen Hoofdletters

Hoofdletters - 05. Aardrijkskundige namen

Volgens de hoofdregel schrijven we eigennamen met een hoofdletter en soortnamen met een kleine letter. Het onderscheid tussen eigennaam en soortnaam is soms subtiel. Hieronder staan de specifieke regels voor het hoofdlettergebruik in aardrijkskundige namen.

Regel 1 - Hoofdregel

HOOFDREGEL: Schrijf namen van plaatsen, rivieren, streken, bergen, landen, woestijnen, hemellichamen en sterrenbeelden met hoofdletters.

Voorbeelden
  • Amsterdam, de Dijle, Haspengouw, de Mount Everest, Nederland, de Poolster, de Sahara, Sri Lanka, Weegschaal
  • in samenstellingen: Amsterdamtrip, Dijleoevers, Mount Everestbeklimming, Nederlandkunde, Saharastof
  • in afleidingen: Amsterdammer, Andesachtig, Belgisch, Deense dog, Franse kaas, Kaaps viooltje, een Leuvenaar, een Sri Lankaan, West-Vlaams
  • uitzonderingen in niet-wetenschappelijke teksten: de aarde, de maan, de zon

Regel 1.1

UITZONDERING: Schrijf aardrijkskundige namen klein in woorden waarmee een zaak, een product, een dier- of plantensoort, een persoon met een specifieke eigenschap of een ander begrip wordt benoemd.

Het gaat dan om soortnamen.

Voorbeelden
  • een bordeaux, een canada (soort populier), champagne, een chihuahua, cognac, een sneetje gouda, een havanna, een labrador
  • in samenstellingen: afhaalchinees, cognacglas, marsmannetje, moezelwijn, nijlpaard, noordzeekrab, parmaham, sevesobedrijf, een shetlandpony
  • in afleidingen: een amsterdammertje (paaltje), balkaniseren, een belgicisme, een bourgondiër (levensgenieter), een shetlander (soort pony), een siamees (soort kat)

Regel 2 - Windstreken

Schrijf namen van windstreken klein.

Voorbeelden
  • het noorden van Italië, de zon komt op in het oosten
  • in afleidingen: noordelijk, oosterse wijsheid, de westerse beschaving, zuidelijk Afrika, een noorderling

Regel 3

Schrijf namen van windstreken met een hoofdletter als ze verwijzen naar een geografisch, economisch of politiek gebied.

Voorbeelden

de verhoudingen tussen Noord en Zuid, het Nabije Oosten, het Verre Westen

Regel 4

Schrijf namen van windstreken en vergelijkbare specificerende aanduidingen met een hoofdletter als ze deel uitmaken van een aardrijkskundige naam.

Voorbeelden
  • Zuid-Afrika, Noord-Oost-Vlaanderen (het noorden van Oost-Vlaanderen), Noordoost-Vlaanderen (het noordoosten van Vlaanderen)
  • Boven-Schelde, Centraal-Azië, Groot-Leuven, Laag-België, Midden-Amerika, Nieuw-Zeeland

Zie ook