Regel 1 - Stromingen

Schrijf namen van artistieke, culturele, maatschappelijke en religieuze stromingen klein.

Het gaat om soortnamen. Als een woord voor een artistieke of culturele stroming als naam voor een stijlperiode wordt gebruikt (barok, renaissance), kan het in wetenschappelijke literatuur een hoofdletter krijgen.

Voorbeelden
  • antiglobalisme, barok, dada, islam, jodendom, kapitalisme, punk, renaissance
  • in samenstellingen: barokarchitectuur, islamkenner, punkbeweging, renaissancekunst
  • in afleidingen: barokkerig, renaissancistisch

Regel 2 - Aanhangers

Schrijf namen van aanhangers van artistieke, culturele, maatschappelijke en religieuze stromingen klein.

Het gaat om soortnamen.

Voorbeelden
  • calvinist, dadaïst, moslim, jood (aanhanger van het jodendom), naturalist, punker, socialist
  • in samenstellingen: christendeugd, hindoetempel, punkersopstand, socialistencongres
  • in afleidingen: christendom, hindoeïsme, islamitisch, protestantisme

Regel 3 - Kunstenaarscollectieven

Schrijf eigennamen van kunstenaarscollectieven met hoofdletters.

Voorbeelden

Bauhaus, de Nieuwe Zakelijkheid, de Tachtigers, De Stijl

Regel 4

Schrijf woorden die zowel naar een aanhanger van een religieuze stroming als naar een lid van een volk kunnen verwijzen met een kleine letter of met een hoofdletter, volgens de betekenis.

Voorbeelden

met hoofdletter
de gesprekken tussen Joden en Palestijnen (inwoners van Israël en Palestina)

zonder hoofdletter
de dialoog tussen christenen en joden (aanhangers van het christendom en het jodendom)