Regel 1
VOORAF: Behoud de schrijfwijze van het grondwoord als dat zelf al op -en eindigt.
Er is dan geen tussenletter.
Regel 2
We schrijven tussen het grondwoord en het achtervoegsel van een afleiding -e- of -en- als we op die plaats een extra klank (een toonloze /e/, zoals in de) horen.
Of we die tussenklank als -e- of -en- schrijven, hangt niet van de uitspraak of de betekenis af, maar van de onderstaande regels. Sommige afleidingen komen zowel met als zonder tussenklank voor.
Regel 3 - Spelling met -e-
Schrijf -e- in de afleidingen met de achtervoegsels -lijk, -lijks en -loos.
Regel 4 - Spelling met -en-
Schrijf -en- in de afleidingen met de achtervoegsels -achtig, -dom en -schap als het grondwoord een zelfstandig naamwoord is met een meervoud op -en, maar niet op -es. Schrijf -e- in de andere gevallen.