Gedaan met laden. U bevindt zich op: figuur: de figuur / het figuur Taaladviezen
figuur: de figuur / het figuur
Figuur kan in de meeste betekenissen zowel een de-woord als een het-woord zijn. In de betekenissen ‘gestalte, lichaamsvorm' en ‘indruk die iemand maakt' is er een sterke tendens om het figuur te gebruiken.
- Ze heeft een slank figuur.
- Hij sloeg een mal figuur.
In de andere betekenissen kunt u uw taalgevoel volgen, maar pas uw keuze wel consequent toe.
- Als u de figuur zegt, zegt u ook die/deze figuur, elke figuur, onze figuur en krijgt een bijvoeglijk naamwoord altijd een buigings-e: de mooie figuur, een mooie figuur, mooie figuur.
- Als u het figuur zegt, zegt u ook dit/dat figuur, elk figuur, ons figuur en krijgt een bijvoeglijk naamwoord geen buigings-e na bijvoorbeeld een en elk: een mooi figuur, elk mooi figuur, mooi figuur.