Bang zijn is standaardtaal in het hele taalgebied. Schrik hebben is standaardtaal in België. Zowel bang zijn als schrik hebben kan met het voorzetsel van of voor, met een dat-zin of met een beknopte bijzin met om gecombineerd worden.

• Mijn zoontje is heel bang / heeft veel schrik van spinnen.
• Hij is bang / heeft schrik voor wat er gaat komen.
• Ik was bang / had schrik dat de brand bij de buren op ons huis zou overslaan.
• Je kunt ook bang zijn / schrik hebben om opnieuw een paniekaanval te krijgen.

Standaardtaal in het hele taalgebied zijn bijvoorbeeld ook angst hebben voor en vrezen.

• Wie heeft angst voor spinnen?
• Zij heeft een grote angst voor spinnen.
• Hij vreest dat zijn huwelijk voorbij is.