In de meeste gevallen is weids de correcte spelling. De betekenis van weids is ‘groots', ‘ruim'.
- Vanuit de vakantiewoning hebt u een weids uitzicht op de omringende dorpen.
- Met mijn weidse gebaren heb ik al menig wijnglas omgegooid.
- De fietstocht leidt je door weidse landschappen.
De spelling wijds komt alleen voor in de combinatie iets wijds. Wijds is dan een vorm van het bijvoeglijk naamwoord wijd. De betekenis ervan is ‘ruim', ‘breed'.
- Draag je iets wijds, combineer het dan met iets straks.
- Tijdens het sporten trek ik graag iets wijds aan.