Naar inhoud
Vlaanderen
TeamTaaladvies.be
Zoeken
Contacteer ons
Navigatie>
Zoeken
contact
Zoeken
Stel uw taalvraag
Taaladviezen
Spellingregels
Tips voor klare taal
Spellingtests
Home
Taaladviezen
Woordgebruik
Woordkeuze en stijl
Woordkeuze en stijl
aan wie / waaraan
afkortingen - gebruik
afwisseling in werkwoordstijden
al / reeds
alhoewel / hoewel / al / ofschoon
als / dan
als / indien
als / ingeval
als / wanneer
als gevolg / tot gevolg / ten gevolge / voor gevolg hebben*
alsmede / alsook / evenals / net zoals / en ook
altijd / steeds
bejaarden / ouderen / senioren / 65+'ers
bent u / is u
betreffende / desbetreffende
betrokken (betekenis)
bij dezen / bij deze / hierbij
bijvoorbeeld + enzovoort (opsomming)
blijde / blije
bureau / bureel*
casu quo, c.q. (betekenis)
committeren, zich committeren aan (betekenis, synoniem)
daarbij / hierbij
daardoor / hierdoor
daarin / hierin
daarmee / hiermee
daarom / hierom
daarop / hierop
daarvan / hiervan
daarvoor / hiervoor
dat is / da's
datgene / datgeen*
degene / diegene / degenen / diegenen (voor personen)
desgevallend / indien nodig
deze / die
deze / dit
dezen / deze
die / welke
diens / zijn
dient ingevuld te worden / dient ingevuld
dit / dat
door middel van / middels / bij middel van*
echter (aan het begin van een zin)
een dezer dagen / dezer dagen
eenzelfde / dezelfde / hetzelfde
elkaar / mekaar
elke keer dat / als / wanneer
en (aan het begin van een zin)
enkel / alleen
et cetera, etc.
evenals (synoniem, betekenis)
evenwel / maar
faciliteren (betekenis, synoniem)
feit is / het feit is
formeel / informeel taalgebruik
gans / heel
gemakkelijk / makkelijk
geworden (in passief, in een passieve zin, in de lijdende vorm)
groet / groeten / groetjes
hebben: u heeft / u hebt, heeft u / hebt u
heel / hele
hen / hun / ze
het best / het beste
het liefst / het liefste
het meest / het meeste
het mooist / het mooiste
hetgeen / datgene
hetgeen / hetgene*
hetgeen / wat
hetwelk / welke / dewelke*
hetzelfde als / hetzelfde dan*
hierbij / hiermee / hierdoor (begin brief)
hopende / hopend
houden (vervoegen)
idealiter (betekenis, synoniem, uitspraak)
ik en Jan, Jan en ik (volgorde in opsomming)
immers / namelijk
in dezen / in deze*
in functie van
in navolging van / in navolging op
indien mogelijk
ingeval / in geval
Jan z'n boek / Jan zijn boek / Jans boek / het boek van Jan
Jana d'r boek / Jana haar boek / Jana's boek / het boek van Jana
je kan / je kunt
je wil / je wilt
je zal / je zult
je, jij / jullie / u
jouw / uw
kant / zijde
kleding / kledij / kleren
kunnen (vervoegen)
L.S., Lectori salutem
lijken / gelijken
maal / keer
maar (aan het begin van een zin)
maar / doch
maar / echter
maar / slechts
maar desondanks
mede / mee
meedelen / mededelen
men (gebruik, betekenis, formulering)
met de meeste hoogachting
met wie / waarmee
mijne heren*
mijns inziens / mijn inziens* / naar mijns inziens*
mits / vermits*
moest / mocht / als
moeten / dienen te
naar … toe, naar de mensen toe, naar de toekomst toe
nee / neen
niks / niets
of (aan het begin van een zin)
ofwel / dan wel
ofwel / oftewel
om / teneinde
omdat (aan het begin van een zin)
omdat / daar
ondanks dat / hoewel
onderhavig (betekenis, synoniem)
ons beider / onze beide / onzer beider*
ons inziens* / onzes inziens
ook / eveneens / tevens
op een na laatste / een-na-laatste
op gebied van / op het gebied van
op tijd / tijdig
op vlak van / op het vlak van
opportuniteit / kans / gelegenheid
over / aangaande / betreffende / omtrent / inzake
overmaken / bezorgen
plezant
proberen / trachten / pogen
raken / geraken
richting … / naar …
schrijftaal / spreektaal
sinds / sedert
sowieso (betekenis, synoniem)
sponsor: sponsors / sponsoren
te / in
te / ten / ter
te allen tijde / te alle tijde*/ ten allen tijde* / ten alle tijde*/ te aller tijde*
te gepasten tijde / ten gepaste tijde*/ ten gepasten tijde*/ te gepaste tijde*
te uwer beschikking / ter uwer beschikking*
te zijner tijd / tezijnertijd* / ter zijner tijd*
telkens als / telkens
ten einde / teneinde
ten tijde van / te tijden van* / ten tijden van*
ter attentie van, t.a.v. (brief)
ter zake / terzake*
tezamen / samen
toentertijd / toendertijd
tot en met / tot-en-met
u beider / uw beide / uw beider* / uwer beider*
u kunt / u kan, kunt u / kan u
u wilt / u wil, wilt u / wil u
u zich / u u
u zult / u zal, zult u / zal u
uit hoofde van / in hoofde van*
understatement (stijlfiguur)
vaag woordgebruik
van wie / waarvan
veel / vele
verblijf ik, verblijven wij (hoogachtend, met de meeste hoogachting)
verdieping / verdiep*
verkassen / verhuizen
vermits* (betekenis, synoniem)
verscheidene / verschillende
verwittigen / waarschuwen / informeren
verwittiging / waarschuwing
voorafgaandelijk / voorafgaand
vragen / verzoeken
vrouw zijnde / als vrouw / als vrouw zijnde*
want (aan het begin van een zin)
want te druk / want hij heeft het te druk
wat betreft de betaling / wat de betaling betreft
wel niet
werkwoorden met her-
werkwoordvolgorde (werkwoordsvolgorde, werkwoorden volgorde)
werkzaam binnen / bij de overheid
wiens / van wie / waarvan / wie z'n
wiens / wier
wier / van wie / waarvan / wie d'r
willen (vervoegen)
willen / wensen
willen: wilde / wou, wilden / wouden
woordgebruik - formele woorden
woordgebruik - leenwoorden
woordgebruik - moeilijke woorden
woordgebruik - nominaliseringen
woordgebruik - omslachtige formuleringen
woordgebruik - synoniemen
woordgebruik - vage woorden
woordgebruik - verwijzingen naar de lezer of toehoorder
zeggen (vervoegen)
zin zonder persoonsvorm, zin zonder onderwerp
zoals bijvoorbeeld (tautologie)
zoals … enzovoort (tautologie)
zoals … et cetera (tautologie)
zullen (vervoegen)
zwarte / neger / negerin
Hebt u een taalvraag?
078 15 20 25
vragenformulier
zoek de spelling van woorden op
Woordenlijst.org
Nieuwsbrief krijgen?
vraag & woord van de week
wekelijks in uw mailbox
meer dan 13.000 abonnees
Schrijf u in op Taallink
Spellingtests
ontdek hoe goed u spelt
geen exotische kwesties
meteen feedback
Kies nu een spellingtest
Volg ons
Facebook
Twitter