Gedaan met laden. U bevindt zich op: aanbevelingswaardig / aanbevelenswaardig / aanbevelenswaard Taaladviezen
aanbevelingswaardig / aanbevelenswaardig / aanbevelenswaard
Aanbevelenswaardig, aanbevelenswaard en aanbevelingswaardig zijn alle drie correct. Aanbevelenswaard kan alleen als bijwoord gebruikt worden.
- De huiswijn van dat nieuwe restaurant is absoluut aanbevelenswaardig / aanbevelenswaard / aanbevelingswaardig.
- Het is zeker aanbevelenswaardig / aanbevelenswaard / aanbevelingswaardig om de samenwerking met onze huidige partners verder uit te diepen.
- De nieuwe wijnverkoper biedt een aantal soepele en intens smakende wijnen aan van een aanbevelingswaardige /aanbevelenswaardige kwaliteit.
Andere synoniemen zijn aangewezen, raadzaam, aan te raden, aan te bevelen, verstandig en wenselijk.