Gedaan met laden. U bevindt zich op: Afwisseling in werkwoordstijden Taaladviezen

Afwisseling in werkwoordstijden

Binnen één tekstgedeelte kunnen werkwoordstijden om bepaalde redenen afwisselen. Zo kunnen in een tekstgedeelte dat over de verleden tijd gaat, andere werkwoordstijden dan de voltooid tegenwoordige tijd of onvoltooid verleden tijd voorkomen.

Wie bijvoorbeeld een verslag van gebeurtenissen schrijft in de onvoltooid verleden tijd of de voltooid tegenwoordige tijd, kan in dezelfde tekst of zelfs in dezelfde alinea de voltooid verleden tijd gebruiken om een gebeurtenis te beschrijven die er nog aan voorafging.

  • Wij zijn vorige week op reis geweest naar Spanje. Dat was heel fijn. We waren in het dorpje waar we vorig jaar ook geweest waren. We hadden toen geprobeerd om het vakantiehuisje van mijn buurman te huren, maar dat was toen niet gelukt. Nu hebben we daar wel gelogeerd.

Met een tegenwoordige tijd kunnen sommige gebeurtenissen uit het verleden extra levendig voorgesteld worden.

  • Ik ging gisteren wandelen in het park. Zoals altijd was het daar heel rustig. Ik rustte zoals anders even op een bankje bij de vijver. En wie zie ik daar voorbijwandelen: mijn tante die in de Verenigde Staten woont!

Ook uitspraken die een algemene strekking hebben, kunnen in een tegenwoordige tijd staan.

  • Ik ging gisteren wandelen in het park. Zoals altijd was het daar heel rustig. Ik rustte zoals andere even op een bankje bij de vijver. Zoals anders keek ik naar de voorbijgangers. Dat is een boeiend tijdverdrijf. Daarna ging ik naar mijn oom die vlak bij het park woont.