Afzien is standaardtaal in het hele taalgebied in de betekenis ‘fysiek lijden, lijden in het algemeen’.
- De renners hebben afgezien op de Muur van Geraardsbergen.
- Afgelopen zomer hebben veel mensen afgezien door de hitte.
- De haag snoeien is altijd een beetje afzien, maar het resultaat mag er zijn.