Het bijvoeglijke naamwoord bedompt is standaardtaal in het hele taalgebied in de betekenis ‘muf, onfris’ of ‘benauwend’.
- De bedompte kamers in het leegstaande huis waren heel onaangenaam.
- Ze logeerde in een klein, bedompt kamertje in een groezelig hotel.
Bedompt wordt in België soms gebruikt in de betekenis ‘beslagen, aangedampt, bewasemd’, maar in die betekenis is het geen standaardtaal.