Het woord bewijslast betekent in juridische zin ‘de verplichting ergens het bewijs van te leveren, bewijsplicht’. De bewijslast kan ook omgekeerd of omgedraaid worden: de beklaagde krijgt dan de verplichting zijn onschuld te bewijzen.
- De bewijslast dat de schade door gaswinning veroorzaakt is, ligt bij de gedupeerden.
- Volgens de verzekeringsmaatschappij ligt de bewijslast bij de verzekeringsnemer.
In het gewone taalgebruik kan bewijslast ook ‘aantal doorslaggevende bewijzen’, ‘mate waarin een bewijs doorweegt’ betekenen.
- Volgens de president was de bewijslast tegen de opgepakte terroristenleider onweerlegbaar.
Volgens de president waren de bewijzen tegen de opgepakte terroristenleider onweerlegbaar. - De bewijslast tegen de oplichters werd steeds groter.
Er waren steeds meer bewijzen tegen de oplichters.